Waarom een temperamentvol kind niet betekent dat jij een slechte ouder bent

08.03.2019 18:30
Temperamentvol kind


Als je een heetgebakerd kind hebt is het makkelijk om aan jezelf te gaan twijfelen. Want: doe je het wel goed? Komt het misschien door jou dat-ie zo driftig is? Vala wil alle ouders met temperamentvolle kinderen geruststellen: het ligt niet aan jou.

Een vriendin van mij heeft een dochtertje dat onlangs twee jaar is geworden. Het was altijd een heel zoet kind, maar de laatste tijd lijkt het wel alsof de duivel bezit van haar heeft genomen. Ze heeft om de haverklap driftbuien, mept en knijpt haar kleine broertje en drijft haar moeder soms tot wanhoop. Die daarom laatst snikkend tegen mij riep dat ze een slechte moeder was. Dat moest wel, want waarom gedroeg haar kind zich anders zo? Ze bakte er duidelijk niks van, dat opvoeden. Hoe moest dat ooit nog goedkomen? Ik kon weinig anders doen dan haar een kop thee toeschuiven en haar ervan verzekeren dat het echt wel goed zou komen. Dat het niet aan haar lag. Ook al zag ik aan haar dat ze me niet geloofde. Want zo voelt dat als je nog niet eerder mee hebt gemaakt wat een hellraisers peuters kunnen zijn. Dan denk je dat het nooit meer overgaat. En dat het allemaal jouw schuld is. Omdat alle andere mensen brave kinderen hebben, behalve jij. Maar dat is dus onzin.

LEES OOK: Brief aan iedereen die mij ziet worstelen met mijn temperamentvolle peuter. 

Schuimbekkend op de vloer van de supermarkt

Inmiddels weet ik dat, na twee peuterpuberteiten overleefd te hebben en er weer middenin te zitten met een derde driftkop. Inmiddels weet ik dat het een fase is. En dat er inderdaad kinderen zijn die niet schuimbekkend op de vloer van de supermarkt gaan liggen, maar dat dat niet komt omdat zo’n kind betere ouders heeft, maar gewoon, omdat dat kind kennelijk niet zo’n schuimbekker is. Sommige kinderen hebben een pittiger karakter dan anderen en dat kan je als ouder voor flinke uitdagingen stellen. Maar het heeft niks te maken met jouw gebrek aan opvoedkwaliteiten. Het vervelende is alleen dat het wel zo voelt. Omdat veel mensen nog steeds geneigd zijn meteen de ouders erop aan te kijken als een kind zich misdraagt. Om afkeurend hun hoofd te schudden en hun wenkbrauwen op te trekken als je op straat staat met zo’n krijsende blaag die niet meer mee wil lopen. Het niet kunnen laten om dingen te zeggen als: “Nou, bij mij zou-ie daar niet mee wegkomen!” Dat zijn meestal mensen zonder kinderen. Of mensen die toevallig een stel braverikjes toebedeeld hebben gekregen. Mensen die dus gewoon niet weten waar ze over praten. Maar je trekt het je toch aan.

Karma is a bitch

Ik heb een vriend die zo was. Hij kreeg eerst twee heel brave dochters. Van die kinderen die je gewoon ergens in een hoekje neer kon zetten met een kleurboek en dan hoorde je ze twee uur niet meer. Een heel verschil met mijn twee oudsten, die constant tegen de muren op stuiterden, overal 300 keer voor gewaarschuwd moesten worden en bovendien driftbuien konden hebben waarvan het huis op z’n grondvesten stond te trillen. Een beetje meewarig keek hij daar altijd naar, met niet uitgesproken afkeuring en zelfingenomenheid. Tot hij een derde kreeg, die het engelengedrag van zijn zusjes ruimschoots compenseerde door een vleesgeworden duiveltje te zijn. Drie jaar later zat mijn vriend bij ons op de bank, met holle ogen van vermoeidheid en heel wat rimpels rijker. “Als ik dit geweten had, had ik nooit zo’n grote mond gehad” zei hij en ik moest stiekem een beetje lachen. Want, pittig voor hem hoor, maar Karma is nou eenmaal toch een bitch. Zo zie je maar, je kunt je helemaal drie slagen in de rondte verantwoord opvoeden, maar een kind is geen robot die je kunt programmeren. Ze hebben een bepaald karakter en daar doe je weinig aan. Ook al ben je de perfecte ouder.

Het ligt niet aan jou, het ligt aan je kind

Mijn Arwen van 2.5 jaar oud had laatst haar eerste onvervalste supermarktdriftbui. Krijsend lag ze op de grond voor het koekjesschap, al trappelend met haar beentjes en rollend met haar ogen. Medeconsumenten stapten verbaasd met hun winkelmandjes over haar heen, mij blikken van verbazing en schok toewerpend. Zo van: hallo, mevrouw de moeder, dit kan toch zomaar niet? Voed je kind eens op! Maar het kon me werkelijk niks schelen. Waar ik vroeger zenuwachtig en beschaamd was geweest, naarstig en met klotsende oksels had geprobeerd mijn kind tot rede te dwingen, bleef ik nu gewoon staan wachten. Wachten tot ze klaar was met schreeuwen. Tot de storm in haar hoofdje weer was gaan liggen. En ze met betraande oogjes opstond en in mijn armen vloog toen ik zei dat ze echt geen pak bokkenpoten kreeg, maar wel een dikke knuffel. Omdat ik nu weet: het ligt niet aan mij, het ligt aan haar. En zij kan er ook niks aan doen. Ze is gewoon een klein kind.

Rood aangelopen, stampvoetende peuter

Inmiddels zijn mijn twee oudste heethoofden twee heel rustige grote kinderen geworden. Ik hoef bijna nooit meer boos op ze te worden, ze hebben nooit meer driftbuien en ze krijsen nooit meer een heel winkelcentrum bij elkaar. Dat is zomaar, helemaal vanzelf, gebeurd. Niet omdat ik opeens wel goed kan opvoeden, maar omdat ze ouder zijn geworden en hun emoties beter hebben leren reguleren. Zoals dat gaat met de meeste kinderen wiens temperament hun ouders ooit grijze haren bezorgde. Inmiddels staan ze samen met mij in de supermarkt geduldig te wachten tot hun zusje uitgegild is. Moeten we er met z’n drieën stiekem een beetje om lachen en pest ik ze door te zeggen dat zij vroeger ook zulke monsters waren. Verlang ik er zelfs weleens een beetje naar terug, want eigenlijk is het ook wel heel erg koddig, zo’n rood aangelopen, stampvoetende peuter die zich aan z’n tanden probeert op te trekken aan het koekjesschap. En voor je ‘t weet willen ze niet eens meer met je mee om boodschappen te doen.

Dus, ouders van temperamentvolle driftkoppen: wees gerust, het gaat heus over. Het ligt echt niet aan jou. Je doet het prima. Het is een fase. En tot die over is: een stel oordoppen en altijd een fles droge witte koud hebben liggen doen wonderen.

LEES OOK: Waarom het zo zwaar is om een baby en een peuter te hebben.