Stop met straffen. Met deze 5 tips bereik je veel meer!
Soms kan je er echt niks aan doen: ze halen het bloed onder je nagels vandaan. En dan ga je schreeuwen. Tegen de kinderen, ook al weet je dat het niet helpt. Maar ja, wat moet je dan? Dit zijn de alternatieven.
Soms zijn er van die dagen waarop ik Kai (3), die midden in de peuterpubertijd zit en dus zo’n beetje honderd keer per dag strontvervelend is, alleen maar aan het straffen ben. Althans, zo voelt het. En straf betekent: de gang op. Dreigen (“Als je nu niet ophoudt krijg je nooit meer een ijsje”). Of schreeuwen (“Stop daarmee. Laat me met rust. Dat mag niet.”) Zonder effect overigens. Negen van de tien keer geeft meneer de symbolische middelvinger door gniffelend de gang op te lopen. Noemt me “Dikbil.” Of verkoopt me een mep. Wat nou ouderlijk gezag?!
Lees ook: Wat te doen als je baby transformeert naar peuterpuber.
Hmm, misschien moest ik het eens over een andere boeg gooien? De boeg van Alfie Kohn wellicht? Deze Amerikaanse academicus schreef de controversiële bestseller Unconditional Parenting waarin hij pleit voor opvoeden zonder belonen en straffen. Je hoeft het niet volledig met zijn filosofie eens te zijn (zoals ik), maar de beste man heeft een paar tips die het proberen waard zijn:
1. Adem in, adem uit
Als je kind voor de derde keer zijn chocomelk tegen de muur kwakt, is het verleidelijk om te gaan gillen. Toch? Niet doen. In plaats daarvan tel je langzaam tot tien en adem je rustig in en uit. Klinkt simpel, maar ik kan je uit eigen ervaring vertellen: het werkt! Bij elke ademhaling voel je de woede wegzakken.
2. Maak contact
Vaak heb je het zelf niet eens door dat je vanaf een afstand aan het schreeuwen bent tegen je kind. Ik in ieder geval niet. En dat is volgens meneer Kohn niet goed. Dit is wat hij adviseert:
Buk, kijk je kind aan en zeg: “Je bent boos. Vertel me wat je wilt.”
Leg je hand op de schouders van je kind: “Je bent bang om mij te vertellen over het koekje.”
Maak oogcontact: “Ik zie dat je overstuur bent.”
3. Zet je smartphone uit
Al is het maar voor 20 minuten. Geef je kind de leiding en vraag wat hij wil doen. Schooltje spelen? Paardje rijden? Prima, dan doen we dat. Dat je hier een godsgruwelijke hekel aan hebt, doet er even niet toe. De komende 20 minuten is jouw kind de baas. Het geeft hun zelfvertrouwen een boost en ze leren hun emoties te uiten.
4. Ja!
Zeg eens ja in plaats van nee. Volgens Kohn zullen kinderen bijna alles doen wat je van ze vraagt zo lang je het maar op een beetje aardige manier doet. Ook als je je grenzen aangeeft. Zeg niet: “Nee , je mag niet meer spelen want je gaat in bad.” Maar: “Ja, het is tijd om in bad te gaan en ja, ik help je met het opruimen van je speelgoed.
5. Neem gevoelens serieus
Blijft je kind hangen in een emotionele driftbui? Denk aan: krijsen, gillen, niet meer voor rede vatbaar. Pak hem vast en laat hem uitrazen in plaats van te schreeuwen dat-ie stil moet zijn. Zo help je hem om zijn emoties zelf weer onder controle te krijgen.
Succes!
Lees ook: Let op! Jonge ouders, doe dit niet (want anders draai je dooorrrr)