Spelen op eigen risico… Als je hond niet zo kindvriendelijk is

28.05.2022 18:00


Op zich is het niet zo handig als je hond naar andermans kinderen gromt. Annemieke ziet juist het voordeel in van haar kindonvriendelijke ex-straathond.

Dribbel, onze ex-straathond, gaat prima samen met Zoë. Aangezien mijn peuter een van de luidste en baldadigste exemplaren is die ik ken, gaat de hond automatisch ook prima samen met andere peuters. Dacht ik. Niet dus.

Territorium bewaken

Aan het kind lag het niet. Dat deed super zijn best om niet over de pootjes van de hond te loopfietsen en trok ‘m ook niet aan z’n staart. Het jongetje staarde niet, sloeg niet en kwam niet eens in de buurt van Dribbel’s mand of voerbak. Het lag echt 100% aan onze hond. Die moest het niet hebben, een andere peuter op zijn terrein. De eerste paar minuten was alles nog OK, maar daarna zag je die oogjes  heen en weer flitsen. Onze hond verstarde, legde z’n oren plat en trok z’n lippen op; hij voelde zich niet op z’n gemak. Nerveus lag ‘ie onder de tafel, de kleine schreeuwende etterbakjes in de gaten te houden en zijn territorium te bewaken. Toen het rennende kindje iets te dichtbij kwam en Dribbel begon te grommen, vond ik het wel welletjes en sloot ik ‘m op in de slaapkamer (de hond hè, niet het jongetje). Zodra Zoë’s speelkameraadje en z’n moeder weer naar huis waren, veranderde Dribbel weer terug in z’n relaxte zelf. Zou het dan toch aan het jochie gelegen hebben?

(Geen) deel van het roedel

Nee, helaas. Iedere koter krijgt dezelfde behandeling. Ook peuters die thuis een hond hebben en die ons harige mormel dus gewoon negeren in plaats van er rakelings langs rennen. Dribbel vindt kinderen echt niet leuk. Met Zoë gaat het super; de keren dat ‘ie naar haar gegromd heeft zijn op één hand te tellen. Doet ze iets wat niet door de beugel kan, dan kijkt Dribbel ons aan met een ‘Ik-ben-zielig’ gezicht en is het aan K. of mij om het kleine monster subiet duidelijk te maken dat je geen stickers op de hond mag plakken en dat zo’n hondentong weliswaar superinteressant is, maar dat je daar toch echt af moet blijven.

Dribbel snapt dat de peuterdictator deel uitmaakt van het roedel, met al haar goede (kan zelf de koelkast openmaken en verstrekt dan onbeperkte hoeveelheden kaas, worst en ander voedsel) en slechte (gaat nog wel eens per ongeluk op een pootje staan) eigenschappen. En dat ‘ie haar dus moet accepteren. Maar wat voor Zoë geldt, geldt in de ogen van de hond niet voor andere kinderen. Die maken absoluut geen deel uit van het roedel en moeten, als het aan onze viervoeter ligt, opzouten en snel een beetje.

Kindvrije zone

Nadat het bezoek van kindje nummer vier, die nota bene thuis drie ex-straathonden heeft rondlopen, ook gegrom veroorzaakte, verklaarde ik ons huis tot kindvrije zone. Want wat als de situatie bij de volgende playdate verslechtert? Ik schiet bij de gedachte alleen al in de stress, wat ertoe leidt dat de hond mijn stress overneemt en dat het dadelijk echt fout gaat. Wat als Dribbel denkt dat ‘ie Zoë moet beschermen? Peuters geven elkaar regelmatig een klap en hoewel ik de hond gelijk geef dat niemand onze kleine schatje mag slaan, vind ik het een beetje drastisch om het desbetreffende etterbakje dan gelijk te verscheuren. Zelfs al zet ‘ie ook maar één enkele keer zijn tanden in een peutervingertje, dan zou ik nooit meer kunnen relaxen wanneer mijn hond en mijn eigen kind in dezelfde ruimte zijn. Want stel dat zo’n hapje peuter naar meer smaakt?!

Pas wanneer de koters een jaar of tien zijn, accepteert Dribbel ze als hoger in rangorde. Zoë is weliswaar heel wijs voor d’r leeftijd, maar om haar nou alleen met pubers te laten spelen, is ook weer zowat. En iedere keer dat we bezoek krijgen de hond in de slaapkamer opsluiten, vind ik zielig. “Ik zal Dribbel nooit mee kunnen nemen naar playdates! Ons kind heeft geen sociaal leven meer door de hond! Zoë kan nooit vriendjes op bezoek krijgen en wordt later een kluizenaar!” jammer ik.

Excuus-hond

Totdat ik het grote voordeel van de situatie inzie: geen houten blokken in het opblaaszwembadje, geen pisongelukjes op onze bank, geen kindergegil in huis. Plus alle pluspunten op lange termijn: geen kinderprogramma’s op TV, geen voetballen die door onze ramen geschopt worden, geen geruzie over wie er valsspeelt met Memory en geen chocoladehandjes die aan onze witte gordijnen afgeveegd worden. Dribbel is hét excuus om ons huis enigzins schoon en rustig (lees: kindvrij) te houden. Bovendien is een grommende hond een hele geldige reden: als verantwoordelijke ouder wil ik natuurlijk niet het risico lopen dat ons blafbeest een ander kindje aanvalt.

Oftewel: de eerstkomende tien jaar zijn wij verlost van irritante vriendjes en vriendinnetjes die bij Zoë willen spelen. Ideaal, zo’n onbetrouwbare viervoeter! Als beloning geef ik onze excuus-hond nog maar een worstje. Oefen ik op een ‘Jammer-maar-helaas’ gezicht in plaats van een ‘YES!!! Geen vervelende koters in ons huis!’-gezicht. En de woorden: “Wil jouw kind bij Zoë spelen? Jammer, maar dat gaat helaas niet lukken. Onze hond is niet zo kindvriendelijk, dus wij komen wel naar jullie toe. Als troost neem ik de wijn mee.”

Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., peuter Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.