De roze hel – als je dochter een prinsessenmeisje is
Vala droomde altijd van een dochter. Een echt roze meisje-meisje. Haar eerste dochter was totaal het tegenovergestelde, maar met de tweede kwam haar droom uit. Maar toen haar dochter kleuter werd, vroeg ze zich af of ze daar nog wel zo blij mee moest zijn…
Mijn oudste dochter werd als stoere chick geboren. “Nee! Ik wil geen jurrek aan!” gilde ze als piepklein peutertje al, als ik het ook maar waagde naar een jurkje te wijzen. Roze was een verboden kleur en met poppen, Barbies of ander meidenspeelgoed hoefde ik niet aan te komen. Vreselijk jammer vond ik dat, want ik had zo graag een girly-girl gehad. Waarschijnlijk omdat mijn eigen moeder wars was van alles dat stereotype meisjesachtig was en mij dat dus verbood. Barbies vond ze seksistisch, mijn felbegeerde lakschoentjes mocht ik niet, ik heb jarenlang in spijkertuinbroek, met een bloempotkapsel rondgelopen en mensen complimenteerden mijn ouders regelmatig met hun leuke zoon. Ik vermoed dat ik daarvan een jeugdtrauma heb opgelopen dat ik op mijn dochter heb geprojecteerd. Zonder resultaat dus, want alles wat meisjesachtig was, vond ze stom. En nog steeds. Mijn oudste dochter is een immer jeans dragende, in bomen klimmende tomboy. Maar gelukkig kreeg ze nog een zusje. Vier jaar na haar baarde ik dan eindelijk een prinsesje. En inmiddels komen al het roze, de glitters en de unicorns mijn neus uit.
LEES OOK: Een roze jurkje betekent niet dat mijn dochter een ‘schattig mooi meisje’ is.
OOTD
Al sinds dit kind enigszins kan verbaliseren wat ze wil, maakt ze één ding heel duidelijk: een dag geen roze glittertutu aan, is een dag niet geleefd. Iedere ochtend moet ik een hevige discussie met haar aan over de outfit van de dag (#ootd), want alles wat geen jurk is weigert ze. Ook als de regen met bakken uit de hemel plenst, of de ijsbloemen op de ruiten staan; een broek is een no go. Daarnaast zijn kleur en print van groot belang. Als het dan niet roze kan zijn, moet er wel minstens een eenhoorn op staan, of bloemen, of vlinders. Glitter en pailletten zijn een pré, een overdaad van beiden is het ideaal. Het haar mag alleen gedaan worden met roze elastiekjes en dito speldjes en als het even kan combineert madame het met bijpassende juwelen uit het laatje van haar, uiteraard, roze kaptafeltje. “Ik ben een prinses, mama!” is het verontwaardigde commentaar als ik een poging doe tot kleding die niet aan haar voorschriften voldoet. En daarmee is de kous dan af.
Disneyprinses op steroïden
Het gaat zelfs zover dat ook mijn eigen kledingkeuze aan grondige inspectie wordt onderworpen door mijn dochter. “Je doet toch wel een jurk aan, mama?” krijg ik te horen als ik voor mijn kast sta. En als ik aan dat dringende verzoek dan geen gehoor geef, wil ze de rest van de dag niet met me gezien worden. Na schooltijd duikt ze meteen in haar verkleedkist, om daaruit vervolgens op te rijzen als een soort glitterende Disneyprinses op steroïden. Als je haar kamer binnenkomt spat van de mierzoete inrichting en het prinsessenspeelgoed het glazuur spontaan van je tanden. Het lijkt allemaal zo lieflijk. Maar wie een roze dochter heeft, weet al snel beter. Soms word ik in mijn dromen achtervolgd door een reusachtige roze glittereenhoorn, die me aan haar roze glitterhoorn probeert te spiesen, terwijl mijn dochter in een roze glitterjurk kakelend van het lachen op haar rug zit. De prinsessendoctrine is real. En denk maar niet dat je eraan kunt ontsnappen.
Roze wurggreep
Be careful what you wish for, zeggen ze weleens. Because it might come true. Had ik geweten dat we jaren zouden moeten leven in de roze wurggreep van een zelfbenoemde prinses, dan had ik misschien toch een tweede stoere bomenklimmer gewenst. Mijn roze meisje is inmiddels vier jaar en ik begin me af te vragen hoe lang ik nog moet leven in deze suikerzoete glitterbubbel. En wanneer ik weer een broek aan mag. Tot die tijd troost ik me maar met de gedachte dat als ik een prinses heb voortgebracht, ikzelf dus wel een koningin moet zijn. #yaaasssqueen.
LEES OOK: Nee, je zoon hoeft niet in een jurk naar school. Hij is namelijk geen meisje.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.