“Fuck!” Als je schattige peuter de woordenschat van Ma Tokkie blijkt te hebben
De eerste keer was het hilarisch, zo’n kleine dreumes die luidkeels ‘FUCK!’ riep. Alle andere keren daarna vond Annemieke het niet meer zo grappig.
Eigen schuld, dikke bult natuurlijk. Zelf scheld ik ieder uur wel een keer; omdat ik bijna over de hond struikel, omdat mijn computer opeens zichzelf uitschakelt of omdat de wijn op is. Of om tig andere domme redenen.
Kleine papegaai
Niet dat ik volop met enge ziektes, de naam des Heeres, of geslachtsdelen rondstrooi hoor; mijn favoriet is ‘fuck’. Kort, krachtig en in het Engels klinkt het toch een stukje minder ordinair. Althans, dat was zo totdat mijn dochter het ging zeggen. De de kleine papegaai probeert momenteel alles na te praten, dus de hele dag door hoor je “COOL”, “KO-FI”, en “WIJN”. Haar favoriete woordje is “OEN!”. Dat is overigens geen gescheld; ze kan het woord ‘schoen’ nog niet correct uitspreken. Maar ‘fuck’, dat lukt haar helaas al wel (al klinkt het meer als ‘VUCK’).
Mag het niet? Nog veel grappiger
Aangezien ik de eerste keer keihard moest lachen, denkt Zoë logischerwijze dat het erg grappig is als ze ‘fuck’ zegt. Ik heb mijn les geleerd: lach NOOIT om iets wat je peuter doet, tenzij je wilt dat ze het twintigduizend keer per dag doet. Eigenlijk had ik dit al kunnen weten (toen mijn dochter een keertje haar water uitspuugde in plaats van het op te drinken en ik helemaal dubbel lag, heb ik twee weken lang waterplasjes in huis moeten opdweilen), maar naast schuttingtaal-gebruikster ben ik blijkbaar ook hardleers. Inmiddels begrijpt onze dreumes dat het eigenlijk niet mag wat ze doet. Dat maakt het helaas nog veel grappiger – nu kijkt ze me eerst ondeugend aan en roept dan heel hard “VUCK!”
Geen excuus voor scheldende peuter
Ik schaam me een beetje hiervoor. Vooral omdat Zoë niet naar de kinderopvang gaat, dus dit alleen van ons afgekeken kan hebben. (OK, van mij – K. vloekt nooit). Bij een kleuter kun je misschien nog als excuus aanvoeren dat ‘ie in de vieze-woorden-fase zit en gaan ze eenmaal naar school dan geef je gewoon de ordinaire aso-klasgenootjes de schuld, maar een peuter met grof taalgebruik komt toch echt door de ouders. Gaat dit zo door, dan denkt mijn dochter dadelijk dat schelden normaal is. Staan wij bekend als de Tokkies van de buurt. En roept Zoë over een paar jaar dat haar gore kutmoeder verdomme de tering kan krijgen als ze geen pony mag…
Retroschelden
Overdreven? Nee hoor, volgens de Amerikaanse Association for Psychological Science begint gescheld al op tweejarige leeftijd. Tegen de tijd dat ze naar school gaan, gebruiken kinderen tussen de 30 en 40 woorden die niet door de beugel kunnen en wanneer ze met schooltas achterop de bagagedrager naar de middelbare fietsen, vloeken ze als volwassenen. Gelukkig snapt Zoë nog niet wat ze precies zegt en aapt ze me alleen na. Ik probeer het goede voorbeeld te geven door ‘grutjes’ te zeggen in plaats van ‘fuck’ als ik mijn teen stoot. Misschien dat de Bond tegen het Vloeken gelukkig wordt van deze respectvollere uiting van ongenoegen, maar ik voel me een domme doos. De oud Hollandse vloekwoorden van Het Nieuwe Vloeken zijn leuker, maar ook ‘dekzwabber’ en ‘verdulleme’ werken voor geen meter: Zoë heeft een nieuw favoriet woordje en dat is ‘fuck’.
Let op je woorden mam
Helaas snapt ze nog niet dat dit in sommige situaties nogal ongepast is. “Wil je een koekje?” vraagt mijn moeder als we op visite komen. “VUCK!” antwoordt mijn dochter trots. Mijn moeder kijkt me verwijtend aan en schudt haar hoofd: “Ik heb je hier al meerdere malen voor gewaarschuwd Annemieke; dat eeuwige gescheld van jou gaat ze een keer nadoen. Met een peuter in de buurt moet je toch echt eens beter op je woorden gaan letten!” Drie keer raden wie een kwartiertje later haar niet-luisterende hond ‘Klojo’ noemt in plaats van ‘Rocky’ (inderdaad, mijn moeder) en wie daarna de hele wandeling vrolijk “KOJO! KOJO!” roept (alweer goed, mijn dochter). Je wordt bedankt hè, mam.
Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., baby Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.
Lees ook: ‘Ik heb geen regels en nee gebruik ik niet’