Natuurlijk lust je wel pindakaas! Je eet elke dag pindakaas!!
Een kort, maar krachtig verhaal: Barbara heeft ochtendstress en Felix wil zijn ontbijt niet eten.
‘Wat wil je op je brood? … Wat wil je op brood? … WAT WIL JE OP BROOD? Als je nu geen antwoord geeft, krijg je pindakaas! Geen antwoord? Okee. Pindakaas. Ik doe het brood nu in de rooster. En ik doe er dus pindakaas op. Kom naar beneden, we moeten over een half uur op school zijn. Kom je? KOM JE? Okee daar ben je. Hier is je brood. Wat? Natuurlijk lust je wel pindakaas, je eet elke dag pindakaas, wat is er opeens mis met pindakaas? Wat? Niet geroosterd? Ik zei toch dat ik het ging roosteren? Had je maar moeten reageren. Ja, Morris houdt niet van geroosterd, daarom krijgt hij gewoon brood. Hij kan nog niet praten. Morris houd op met gillen! O, wil je het brood van Felix? Nou Felix, dan heb je mazzel. Krijg je het gewone brood van Morris. Wat maakt het nou uit dat het in kleine stukjes is gesneden? Eet op. Als je het niet opeet, krijg je vanavond geen toetje. Kan je niet schelen? Okee: geen toetje. Eet op. Godverdomme, het is bijna acht uur! Als je niet voor acht uur je boterham op hebt mag je de hele week niet op de iPad. Ik wil nu verder mijn MIJN leven, ja!?’
Voornemen 1: nooit meer vragen wat ze op hun brood willen.
Voornemen 2: al om kwart voor acht beginnen met dreigen. (Geprobeerd, werkt ook niet.)
Voornemen 2: een rooster met 5 dagen aan de koelkast hangen met daarop wat ze op hun brood krijgen. Eten ze het op, verdubbel ik hun zakgeld. (Goed idee, nooit van gekomen.)
Lees ook: Dit meisje legt haarfijn uit waarom ze geen vlees meer wil eten.