Maken ze weer ruzie? Dan is het soms beter om niet in te grijpen
Natuurlijk hoort ruziemaken erbij, en is het leerzaam. Maar soms vliegen je kinderen elkaar om het minste of geringste in de haren, en verpesten ze net iets te vaak de sfeer in huis. Dit zijn de do’s en don’ts om in te grijpen (of juist niet).
DO
* Sta ruzie toe
Waar moeten ze anders leren hoe ze met hun boosheid of frustraties moeten omgaan, gevoelens kunnen uiten, en compromissen kunnen sluiten? Het gezin is de meest veilige omgeving om dit te doen. Alleen als ze elkaar fysiek te lijf gaan, of je ziet dat de een bijvoorbeeld heel doelbewust een pot verf over de tekening van de ander gaat gooien, is het goed tussenbeide te komen.
* Zoek achterliggende patronen
Als er echt vaak ruzie wordt gemaakt, kan het schelen de achterliggende oorzaken te kennen. Soms is er sprake van jaloezie. Ook kan het een manier van aandacht vragen zijn die eerder gewerkt heeft. Of je kind heeft buitenhuis problemen en reageert zich thuis af. Als je de achterliggende oorzaak kunt oplossen, zal dat zeker tot minder ruzie leiden.
* Erken hun gevoelens
Ook als het nergens over gaat, of jij denkt dat het onzin is dat de een zich buitengesloten voelt, of de ander vindt dat zijn broertje altijd wordt voorgetrokken, luister naar wat ze je vertellen en toon begrip voor wat ze voelen. Dat werkt altijd de-escalerend.
* Geef het goede voorbeeld
Je kunt nog zo overtuigend zeggen dat ruziemaken erbij hoort, of juist niet goed is. Wat je voorleeft is vele malen krachtiger. Je mag dus best ruziemaken waar de kinderen bij zijn, zolang het servies niet door de kamer vliegt, of jullie elkaar naar het leven staan. Zien dat een ruzie zonder geweld kan plaatsvinden, en ook weer wordt bijgelegd zonder dat de boel escaleert, heeft veel invloed op hoe je kinderen het zelf (gaan) doen.
DON’T
* Meteen ingrijpen
Zolang ze elkaar niet echt pijn doen, kun je ze het beste laten. Kinderen leren nu eenmaal het meest van een ruzie als ze ook zelf de oplossing bedenken. Als de rest van het gezin er te veel last van heeft, laat ze het dan in een andere ruimte uitvechten. En ook als de oplossing niet de meest logische is, kun je die toch het beste accepteren.
* Altijd opkomen voor die ene
Of het nu voor de oudste is omdat de jongste fysiek wordt, of voor de jongste omdat die nu eenmaal kleiner is, kies geen partij. Probeer neutraal naar de verhalen van beide te luisteren.
* De ruzie analyseren
Een driejarige kan meestal nog niet uitleggen waarom hij boos is. Tot een jaar of vijf overvalt woede een kind, en heeft hij soms geen idee wat het veroorzaakte. Ook zijn kinderen niet bezig met wie wanneer wat deed, en wie de schuldige is. Ze zijn resultaat gericht. Wie mag nu uiteindelijk bepalen welk programma het wordt?
* Compassie verwachten
Natuurlijk moet je blijven uitleggen dat pijn doen niet mag, of dat je kind een ander verdrietig maakt als hij zijn toren kapotmaakt. Maar verwacht niet te veel compassie. Pas vanaf acht jaar kan een kind zich echt verplaatsen in de gevoelens van een ander.
Pssst: Luisteren ze niet? Schrijf een brief!