Lockdown met een peuter: ‘Nee, we gaan geen boodschappen doen. Aldi is op!’
Annemieke vraagt zich af hoe ze haar dochter van 17 maanden het beste uit kan leggen dat haar favoriete uitje, samen naar de supermarkt, even niet meer kan. En dat park, zwembad en strand helaas ook verboden zijn.
“AL-DI! AL-DI! AL-DIIIIIIIE!!” Mijn dochter staat jengelend bij de voordeur. Logisch, ze is al meer dan een week niet naar haar favoriete supermarkt geweest. Waar we eerst dagelijks een tripje naar de winkel ondernomen onder het mom van ‘bezigheidstherapie voor de driftkopdreumes’, zijn we sinds de nationale corona-lockdown al acht dagen niet wezen winkelen.
Uitje naar de supermarkt
Een beetje triest misschien, maar shoppen in de plaatselijke Aldi is het hoogtepunt van Zoë’s dag. De vakkenvullers geven haar high fives, de caissières nemen kirrend de briefjes in ontvangst wanneer mijn retetrotse dochter zelf mag betalen en de beveiligingsmeneer verstopt zich achter een schap om Kiekeboe te spelen. Daarnaast zijn er ananassen om te aaien, ritselende chipsverpakkingen om in het wagentje te gooien en natuurlijk de broodjes “BOOD, BOOD!” waar je van mama stiekem in de winkel al een hoekje uit mag knabbelen als je tenminste in dat karretje blijft zitten zonder te janken. Plus allemaal andere winkelende mensen waar je naar kan zwaaien en waarmee je hele conversaties kan houden die weliswaar niemand verstaat, maar die blijkbaar erg grappig zijn. Voor mijn dochter van bijna anderhalf staat een tripje naar de supermarkt gelijk aan een dagje Eurodisney.
Winkelwagentje ontsmetten
Helaas is dat nu niet meer het geval. Sowieso mag je door de corona-lockdown hier in Spanje nog maar met één persoon tegelijk boodschappen doen. Waarschijnlijk zouden ze een uitzondering maken voor moeder met kind, maar ik laat Zoë momenteel liever thuis. Ze zou niet snappen dat de vakkenvullers haar opeens geen high fives meer willen geven en de caissières nu liever hebben dat je met pin betaalt. De beveiligingsmeneer heeft wel wat beters te doen dan verstoppertje spelen; hij staat bij de deur om te controleren of iedereen in de rij voldoende afstand houdt en er niet te veel mensen tegelijk naar binnen komen. Bovendien is het volstrekt onmogelijk dat winkelwagentje zodanig te besmetten dat onze dochter geen corona oploopt als een van de vorige shoppers wel besmet was met Covid-19; mijn kind raakt alles aan en steekt daarna haar handen in d’r mond. De vorige keer likte ze serieus aan dat sleutelkettinkje van het muntslotje. Driewerf bah.
Haar wereld is kleiner geworden
Niet meer samen boodschappen doen dus. Ook niet in het grote winkelcentrum met die leuke dierenwinkel “VIS! VIIIIIIIS!” Niet meer naar het zwembad (daar ben ik persoonlijk niet zo rouwig om). Niet meer naar het park met het speeltuintje. Geen koffie meer drinken op het pleintje waar ze achter de grote kinderen aanhobbelt die straatvoetbal spelen. Het strand is inmiddels ook verboden terrein. Mijn dochter’s wereld is ineens een stuk kleiner geworden. Gelukkig mogen we nog wel met de hond wandelen en mijn ouders bezoeken onder het mom van ‘hulpbehoevende familieleden helpen’ (niet dat ze ook maar ergens hulp bij nodig hebben maar OK). Alle andere activiteiten buitenshuis zijn verboden en iedereen houdt netjes twee meter afstand van elkaar. Wat Zoë niet begrijpt. Waarom mag ze opeens niet meer naar dat kindje toe dat met zijn moeder ook de hond uitlaat? “BAL! BAAAAAAL!” krijst ze. Vrij vertaald: ‘Maar mama, laat me nou! Zie je dan niet dat dat jochie een bal heeft waarmee ik heel graag zou willen spelen?’
‘Aldi is op!’
Na meer dan een week voornamelijk binnen gezeten te hebben, wordt Zoë boos en opstandig. Ze interesseert zich nog geen halve minuut voor de Duplo, scheurt haar lievelingsboek kapot en wil telkens wat anders, vooral naar “BUI-TEN!”. Ik wil haar uitleggen waarom we thuis moeten blijven, maar weet niet hoe. Virus? Corona? Lockdown? Allemaal woorden die mijn dochter nog niet kent. De bubbly-doo poster is leuk voor kleuters, maar Zoë snapt het concept ‘afstand houden’ niet en herkent alleen de “KO-KO-KO” (krokodil). Wat haar zo’n 4 seconden bezig houdt. Daarna staat ze weer aan mijn arm te trekken. “AL-DI?” “Nee, kan niet. Aldi is op schatje. OP!” Ze begrijpt het eindelijk en kijkt beteuterd. Dan klaart haar gezicht op: “WAN-NU-NUH?” De ultrakorte aandachtsspanne van mijn dochter blijkt een geschenk uit de hemel. Superidee Zoë, we gaan wandelen. Voor de vierde keer vandaag. Dribbel de hond krijgt een retegoede conditie de komende weken…
Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., baby Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.
Lees ook: Lieve Mark Rutte, mogen de scholen na 6 april ALSJEBLIEFT weer open?