Lief blijven terwijl je peuter je slaat, hoe doe je dat?
Na het zoveelste bijtincident, is Annemieke het even zat pedagogisch verantwoord te reageren op de driftbuien en woedeaanvallen van haar dochter.
Naar binnen gaan, niet naar buiten mogen, in de kinderstoel vastgeklikt worden, in het autostoeltje gezet worden, de verkeerde kleur lepel voorgeschoteld krijgen, überhaupt eten moeten. Allemaal heel geldige redenen om een woedeaanval van jewelste te krijgen. Voor mijn dochter dan hè.
Bonk maar lekker door, I don’t fucking care anymore.
Tot voor kort gooide Zoë zich ‘alleen maar’ op de grond en bonkte dan met haar hoofd tegen de vloer aan als ze boos was. Doodeng de eerste paar keren, maar op gegeven moment realiseer je je dat zo’n peuterhoofd blijkbaar veel harder is dan het lijkt en dat die stenen vloer ook wel tegen een stootje of 30 kan. Dus komen K. en ik niet meer meteen bezorgd aanrennen met de andere kleur lepel of de belofte de hele dag lang buiten te mogen spelen, maar laten we onze dochter met driftbui en al op de grond liggen uitrazen. Wat mij betreft bonkt het boze peutermonster nog maar lekker een half uurtje door, kan ik even rustig m’n koffie opdrinken. Oh, gaat ze erbij gillen? Doe maar, I don’t fucking care anymore. Zal wel een fase zijn.
Veldslag om de waterbak
Omdat hoofdbonken niet het gewenste resultaat oplevert, besluit mijn dochter helaas tot hardere maatregelen over te gaan: geweld. De grootste strijd in huis is momenteel de veldslag om de waterbak van de hond. Zoë wéét dat ze niet met Dribbel’s drinken mag kloten en toch doet ze het – minimaal 80 keer per dag. De bak buiten bereik van peuterhandjes op het aanrecht zetten kan natuurlijk, maarja, dan droogt die hond zo uit. ‘Nee, dat mag niet, ga maar lief een puzzel maken’ zeggen heeft geen zin. De furieuze feeks voorzichtig optillen en in het midden van de kamer terugzetten, staat garant voor een trap tegen je benen of een klap voor je hoofd krijgen. Mijn schenen zitten inmiddels onder de blauwe plekken, dus ik schreeuw heel hard: “BLIJFGODVERDEGODVER VAN DIE KLOTEWATERBAK VANDAAN!” Na de derde keer heeft mijn asociale gegil alleen nog maar tot gevolg dat Dribbel in elkaar krimpt van schrik. Dan maar dweilen; peuter heeft het conflict gewonnen.
Ronduit gemeen
Bevalt ons gedrag haar niet, dan slaat driftkopdreumes me in mijn gezicht en trapt ze K. in z’n ballen. Waren het eerst nog wild maaiende bewegingen, tegenwoordig lijkt het wel alsof ze gericht mikt met als doel ons pijn te doen. Bijten, krabben, knijpen: sinds een paar weken doet ze het allemaal. ‘Een beetje opstandig’ kun je het niet meer noemen, haar gedrag is gewoon ronduit gemeen. Het is oorlog. Vooral als ze haar boze buien afreageert door expres onze zelfgekweekte paprikazaailingen uit de potjes te trekken. “Zoë, niet doen, zo hebben de arme plantjes pijn!” probeer ik aan haar medegevoel te appelleren. Om de vrede te bewaren, laat ik haar één plantje compleet vernielen. Als ik de rest van de groente in veiligheid breng en zeg dat het zo wel genoeg is, slaat Zoë tegen mijn hoofd. Eerlijk gezegd zou ik haar het liefst een tik geven: als mijn dochter zich als een grote etterbak gedraagt, heb ik geen zin meer om lief te blijven. Maarja, je peuter een klap teruggeven mag niet.
Troosten en accepteren
Volgens de boekjes moet je rustig blijven als je kind compleet flipt. Ik doe ik mijn best. Adem in, adem uit, tel tot tien en lees nog meer advies over hoe te dealen met woeste peuterpubertjes. Hevige emoties uiten zijn een belangrijk deel van het ontwikkelingsproces aangezien peuters zich steeds meer bewust worden van hun eigen ‘ik’. Ik besluit heel pedagogisch verantwoord deze gouden tips op te volgen en neem me heilig voor mijn kind voortaan te troosten en haar gevoelens te accepteren. Verder probeer ik altijd kalm en beschikbaar te blijven voor mijn krijsende dochter. Dat ze me een blauw oog probeert te slaan, betekent vast dat ze mijn liefdevolle aanwezigheid als ouder het hardste nodig heeft.
Bekijk ‘t maar!
Totdat ik mezelf hoor praten, tegen een anderhalf jaar oude peuter die mijn sleutelbos uit mijn tas heeft gejat, ermee tegen het raam bonkt en volledig over de rooie gaat wanneer ik ‘Nee!’ zeg. “Goh liefje, wat jammer hè, dat dit niet mag. Ik begrijp dat je hierdoor erg teleurgesteld bent.” Wanneer ik haar oppak, probeert mijn dochter in mijn oor te bijten en slaat ze tegen mijn arm. “Geweld is geen oplossing Zoë, je doet mama pijn. Ik weet dat je je machteloos voelt en dit jouw manier is je boosheid te uiten, maar mama vindt het niet zo’n leuke manier. Zullen we samen even een blad papier volkrassen om je woede uit te laten razen?” De kleine rotzak pakt mijn sleutelbos weer af en mept ermee op het hoofd van de hond. Dat is de druppel; bij dierenmishandeling trek ik de grens. Ik zet mini-hooligan in haar box, ga zelf met Dribbel en een glas wijn buiten in de hangmat liggen en doe de deur dicht om het gegil niet te horen. Wel kalm, maar even niet beschikbaar. Jammer dan, ze bekijkt het maar!
Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., baby Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.