Labeltjes, naadjes, boorden en sokken. De kinderhel die kleding heet.
De lange zomer met korte mouwen, blote benen, voeten in slippers is nu echt voorbij. En dat betekent bij Vinca thuis stress! De omslag van de seizoenen zorgt voor een ware kledinghel bij haar kinderen. Regelmatig zit ze ’s morgens met de handen in het haar en kinderen in tranen door de lange broeken, sokken, winterjassen, sjaals en handschoenen die weer aan moeten.
LEES OOK: 11 dingen die echt heel gek zijn aan kinderkleren
Mijn tante breide ooit een trui voor mij. Snoopy zou er op komen, ik had het plaatje zelf uitgekozen en was in de zevende hemel. Totdat de trui klaar was en ze hem trots kwam laten zien. Nee!! De trui had een kol! Een hele strakke, kriebelende wollen kol! Toen mijn tante weg was kon ik mijn beleefde grimas loslaten en kwamen de tranen. Dikke tranen van paniek. Mijn moeder was meedogenloos. Tante had hier weken op gewerkt, die trui ging gewoon aan! Wat haatte ik mijn moeder hierom. Op mijn kamer trok en sjorde ik aan de kriebelkol tot de trui volledig uit gelubberd was.
Nu heb ik zelf drie kinderen en sta ik regelmatig, net als mijn moeder, tegenover een opstandig kind met kledingissues. De oudste is door zijn syndroom sensorisch behoorlijk overprikkeld door van alles, waaronder kleding. Labeltjes, naden in sokken, capuchons, koltruien. Het is voor hem de hel en ik denk voor veel kinderen, ook zonder syndroom. En echt, ik herken het, ik kan me er persoonlijk in vinden, maar wat is het vaak irritant en mega onpraktisch.
Regelmatig staan we, meestal middenin de ochtendstress, in wederzijdse paniek. Mijn kind in tranen op de grond, tussen alle kleren die hij uit zijn kast heeft getrokken. Niks ervan zit lekker. Hij is buiten zinnen en niet te kalmeren. Ikzelf vecht ook tegen de tranen, want úren heb ik besteed aan het zoeken naar de perfecte zachte kleding. Alle labeltjes zijn zorgvuldig verwijderd, soms helaas met gaten in de kleding tot gevolg. (Serieus kledingfabrikanten, ga die maten er eens in drukken ipv hele boekwerken in de kleding naaien!) De ene keer zijn het de shirts die hem irriteren. Zitten die weer lekker, dan wil hij geen onderbroeken meer aan. Heb ik hem daar weer zover mee, dan irriteren de sokken hem weer. Het is een worsteling.
De ergotherapeut sprak me ooit streng toe, toen ik weer eens klagend met mijn zoon bij haar zat. “Hij-kan-hier-niks-aan-doen! Onthoud dat, echt!” Sensorisch overprikkeling of zintuiglijke overprikkeling betekent dat alle informatie die zijn zintuigen naar de hersenen sturen, niet of slecht gefilterd worden. Voor hem voelt zo’n sok dan echt letterlijk als schuurpapier.
Ik ben inmiddels een expert geworden in welke kleding ik wel en niet voor hem koop. Geen zakken op shirts, knoopjes uit den boze en strakke boorden en mouwen, daar wordt aan getrokken tot ze uit gelubberd zijn. Ik heb er (meestal) vrede mee. Samen maken we er het beste van en proberen met veel lol, uren te shoppen tot we de beste (jogging)broek gevonden hebben. En al vraag ik in het pashok honderd keer of het écht lekker zit, ook dan blijft de kleding nog regelmatig ongedragen in de kast. Ik neem mijn verlies en maak de jongensmoeders in mijn omgeving er blij mee.
Maar niet alleen zoonlief heeft er een kop op zitten wat betreft kleding. Ook die beide meiden kunnen we wat van. Sokken met figuurtjes (en dus draadjes aan de binnenkant) zijn in het hele huis in de ban. Via soft&sensory kopen we inmiddels dure, maar fantastische naadloze en zachte sokken. De jongste van 18 maanden wordt hysterisch als ik haar een superschattig jurkje of tutu aan probeer te trekken. De middelste vertikt iedere broek en draagt enkel leggings.
Ach, so be it, zoals Elsa het als geen ander kan zeggen (en die kan het weten want die móet altijd handschoenen aan!) LAAT HET LOS, LAAT HET GAAN! Het wordt vanzelf weer zomer.
LEES OOK: 11 Dingen die ik mijn kinderen verwijt, maar stiekem zelf ook deed als kind.