‘Ik was kraamverzorgster, maar toen ik moeder werd, was ik zo onzeker’
Sara-Lynn (28) werkte al drie jaar als kraamverzorgster. Toen ze moeder werd, dacht ze dat ze wel wist hoe alles moest. Maar dat viel tegen.
Lees ook: 17 dingen waar je heel erg onzeker van wordt als moeder
“Ik kon niet zeggen dat ik nooit een pasgeboren baby had vastgehouden. Toen ik Mees voor het eerst in mijn armen hield, voelde het meteen vertrouwd. Het kleine, het kwetsbare, het breekbare – allemaal dagelijks werk voor mij. Mees was een kleintje, maat 50 was voor hem aan de grote kant. Maar daar schrok ik niet van, ik had vaak genoeg met nog kleinere baby’s gewerkt. Ik voelde me, anders dan je vaak hoort van moeders, behoorlijk zelfverzekerd tijdens de eerste uren met mijn kind.
Dat had ik ook verwacht. Ik werkte al drie jaar als kraamverzorgster en wist precies hoe je pasgeboren baby’s moest verzorgen. Ik wist wat ze nodig hadden en ook wat ikzelf kon verwachten op het gebied van mijn eigen herstel, of het opstarten van borstvoeding. Daardoor had ik er vrij makkelijk over gedacht: het wordt gedoe, het is niet altijd makkelijk. Ik had niet echt stilgestaan bij wat het écht inhoudt.
Na die eerste uren met Mees, begon mijn gevoel te veranderen. Mijn zelfverzekerdheid verdween en maakte plaats voor duizend vragen waarop ik, ondanks mijn kennis, geen antwoord wist. Hoe ging ik dit allemaal doen? Het was wel iets anders dan acht uurtjes werken, naar huis, lekker slapen en de volgende dag weer acht uurtjes werken. Ik had een zware bevalling gehad en was ontzettend moe, maar van slapen kwam die eerste nacht weinig. Mees was onrustig, de borstvoeding lukte voor geen meter, ik had veel pijn, het bloedverlies viel me tegen – allemaal zaken waarvan ik wíst dat ze konden gebeuren, maar nu ik het zelf meemaakte, voelde ik me in niets meer de kraamverzorgster die alles in de hand had. Tegen de ochtend moest ik vreselijk huilen, mijn man begreep er niets van. Ik had het gevoel dat ik faalde.
Lees ook: 32 Dingen waar alle moeders van een pasgeborene last van hebben
‘Kraamtranen’, zei mijn eigen kraamverzorgster – een collega bij wie ik me op mijn gemak voelde – de volgende dag. Natuurlijk, ja, ook dát fenomeen kende ik. Rationeel gezien. Maar hormonen maken je niet rationeel, maar emotioneel. Dat merkte ik in de tijd daarna. Als Mees huilde en ik wist niet waarom, vond ik mezelf een moeder van niks. Toen ik na vier weken al met de borstvoeding stopte omdat het écht niet ging, vond ik mezelf mislukt. Dagenlang heb ik daarom gehuild. Als ik iets ‘fout’ deed – ik vond heel snel dat ik iets fout deed, ook al deed ik mijn best – dacht ik: kun je dan níks? Ik vond dat ik alles goed moest doen, veel beter dan anderen. Mijn man zei: ‘Jij hebt geleerd voor 49 uur in de eerste acht dagen, niet voor hogere babykunde.’ Daar had hij ook gelijk in, maar zo zag ik dat niet. Ik maakte het mezelf veel te moeilijk door perfectie te eisen. Het leverde niets anders op dan enorme onzekerheid.
Inmiddels is Mees vijf maanden en weet ik: niets, maar dan ook niets kan je voorbereiden op het moederschap. Hoeveel kennis je ook hebt, het is een overweldigende ervaring die je over je heen moet laten komen en waarin je niet te streng moet zijn voor jezelf. Dat meebewegen en niet oordelen, dat heb ik inmiddels geleerd. Ik doe het goed, al maak ik duizend fouten. Die les, die kun je alleen jezelf leren.’
Lees ook: 10 Doodenge momenten met een pasgeboren baby