‘Ik vind het belangrijk dat onze kinderen opgroeien met het geloof’
Jessy (29) is getrouwd en moeder van drie zoons van 4, 2 en 2 maanden. Ze wil haar kinderen grootbrengen met het geloof.
‘Voor mij is het geloof iets heel logisch. Ik ben ermee opgegroeid, heb er nooit aan getwijfeld en heb er in het dagelijks leven veel houvast aan. Mijn man heb ik bij de kerk ontmoet, ik ben blij dat ik daar iemand tegenkwam op wie ik verliefd werd. Ik zou het moeilijk vinden om mijn leven te delen met iemand die niets met het geloof heeft. Elke zondagochtend zitten we in de kerk. De rest van de dag plan ik niets in. Niet dat we thuis zitten en uit de Bijbel lezen, maar ik vind het idee van een rustdag wel erg mooi. Soms gaan we naar het bos, of bij een van onze ouders langs. Maar ik zal niet snel naar een pretpark of winkel gaan, daarvoor vind ik de zondag toch te heilig.
Lees ook: Zo voed ik op: ‘We hebben afgesproken: jij doet jouw kind, ik het mijne’
Als ik twijfel in mijn leven, vraag ik vaak aan God advies. Natuurlijk krijg je geen rechtstreeks antwoord, maar ik heb toch het gevoel dat ik daardoor vaak weet wat ik moet doen. Toen ik mijn baan in een winkel niet meer leuk vond, vroeg ik aan God of ik toch mijn gevoel moest volgen. Dat zei dat ik het onderwijs in moest. Niet lang daarna kreeg ik van drie kanten te horen: als je de Pabo zou doen, zou ik je zo aannemen. Dat zag ik als een teken, en ik ging de opleiding doen. Nu werk ik als juf en daarmee heb ik mijn roeping gevonden. Ook met de opvoeding geeft het geloof me houvast. De Bijbel geeft richtlijnen, althans, zo zie ik het. Niet buitensluiten, niet afwijzen, respect hebben voor elkaar – grof gezegd komt het daarop neer. Dat vind ik mooi, ik wil mijn kinderen dat meegeven. En ik wil dat ze dankbaar zijn voor wat ze hebben. Daarom bidden we voor het eten en voor het slapengaan. Zelfs met de baby neem ik daarvoor al een momentje. Met die gewoonte kan je niet vroeg genoeg beginnen.
Mensen van buiten de kerk vinden het soms vreemd dat mijn religie voor mij belangrijk is. Niet van deze tijd, zeggen ze dan. Ook denken veel mensen dat wij onze kinderen niet hebben laten inenten. Onzin, zo streng in de leer zijn we echt niet. Wij zien ons geloof als een verrijking van ons leven, niet als een dogma.
We hebben nu drie kinderen, ik wil er sowieso nog eentje bij en misschien twee. Niet omdat het vanuit de kerk gepromoot wordt een groot gezin te hebben – die tijd is bij mijn kerk wel voorbij – maar mijn geloof speelt wel een rol. Ik zie de kinderen als een geschenk van God, en ik heb het gevoel dat ons plan nog niet voltrokken is. Dat het de bedoeling is dat wij meer kinderen ontvangen. Maar als dat niet zou gebeuren is het ook goed. Drie gezonde kinderen, we zijn gezegend.’
Lees ook: Zo voed ik op: ‘Ons kind krijgt geen televisie, geen iPad, niks. En ja, we leven nog’.