Hoe zit het nou eigenlijk met die hechting?
Hechting. Het is een woord dat bijna iedere nieuwe moeder weleens voorbij heeft horen komen. En hoe belangrijk dat is. Want voor je het weet, heb je een ‘onveilig gehecht’ kind. De babybijbels staan vol met tips voor optimale hechting: samen slapen, voeden op verzoek, niet laten huilen, de waslijst is ellenlang. En houd je je er niet aan, dan kom je gegarandeerd met een ongelukkig probleemkind te zitten. Toch? Of ligt het genuanceerder? Hechten, hoe doe je dat nou eigenlijk?
Dat weten we dus eigenlijk gewoon niet, volgens Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie en psychotherapeut. Het woord ‘hechting’ valt te pas en te onpas bij ouders en het lijkt wel een soort trend om er zogenaamd expert in te zijn, maar in de praktijk zijn ouders veelal onwetend als het over dit fenomeen gaat. En ik kan niet anders dan toegeven dat hij best wel gelijk heeft. ‘Hechting’ was een soort paniekwoord voor mij, toen ik net moeder was. Overal had ik gelezen dat je kind bij het minste of geringste een hechtingsstoornis op zou lopen en dus was ik op een hysterische manier bezig om het maar goed te doen. Terwijl ik eigenlijk niet eens wist wat ‘goed’ nou eigenlijk was. Maar zenuwachtig werd ik er in ieder geval wel van.
Lees ook: 17 Dingen waar je heel erg onzeker van wordt als moeder.
Derksen pleit daarom voor hechtingslessen voor ouders. Want het is dus wel echt belangrijk, die hechting. Een goede, veilige band met de ouder leidt in het eerste levensjaar tot basisvertrouwen bij het kind. Het leert dan: de wereld is een fijne plek en de mensen om je heen houden van je en zullen er voor je zijn. Dat vertrouwen heeft vervolgens weer een positieve invloed op alle psychologische en fysiologische processen die komen kijken bij de ontwikkeling van een kind. De fundamenten voor het gezond kunnen omgaan met emoties wordt daardoor gelegd. Veel psychische aandoeningen, zoals bijvoorbeeld angststoornissen of depressies komen voort uit hechtingsproblemen. Krijgt een kind de kans zich in zijn eerste levensjaren veilig te hechten, dan is het risico op dergelijke problemen op latere leeftijd veel kleiner. Maar, hoe krijg je nou een veilig gehecht kind?
In ieder geval niet door in iedere behoefte van het kind te voorzien, zegt Derksen. Terwijl dat toch is wat je vaak hoort. Op iedere kik direct reageren, altijd je kind in alles volgen, als je de populaire meningen mag geloven kom je zonder twijfel met een gedragsgestoord kind te zitten als je er niet 24 uur per dag mee in een draagdoek rondloopt, voedt op verzoek en alles uit je handen laat vallen zodra je hartelapje van zich laat horen. Maar alhoewel wezenlijk contact maken en reageren op je kind van cruciaal belang is, is er verschil tussen hechten en verwennen. Veiligheid bieden betekent namelijk ook dat er grenzen gesteld moeten worden, dat je de signalen van je kind opvangt, maar er tegelijkertijd ook effectief op reageert. We leven tegenwoordig in een overleg,- en onderhandelcultuur met onze kinderen, ze hebben veel meer ruimte in het gezin gekregen dan er vroeger voor ze was. Dat levert een aantal voordelen op, zoals dat ze kritischer en zelfstandiger worden, maar aan de andere kant hebben ze ook minder oog voor anderen en kan het nog weleens lastig voor ze worden om later om te gaan met tegenslagen, als ze geleerd hebben altijd hun zin te krijgen. En niemand zit te wachten op een verwende, drammerige twintiger die bij het minste of geringste en plein public gaat staan stampvoeten. Die tijd zou tenslotte na de peuterperiode wel voorbij moeten zijn.
Tegenwoordig maken ruim 15.000 jongeren gebruik van antidepressiva, en zo’n 72.000 jongeren zitten thuis vanwege arbeidsongeschiktheid, veroorzaakt door stress of een burn-out. Ongekend hoge aantallen. En dat terwijl we juist het idee hebben dat we enorm goed bezig zijn met onze kinderen. Maar het tegendeel lijkt waar: we pamperen onze kroost zó erg, dat ze, als ze eenmaal uitvliegen, niet meer weten wat ze met zichzelf en de wereld aan moeten. Stimulatie én frustratie zijn nodig voor het kweken van een dynamische geest. Alles met de mantel der liefde bedekken gaat een kind geen goed doen. Kinderen moeten gewoon verdriet en boosheid kunnen voelen, dat hoort erbij. Net zoals hun zin niet krijgen en ouders die af en toe ouderwets kwaad op ze worden. Een rellende peuter die zijn broccoli smijt straffen is niet zielig, dat is gewoon opvoedkundig verantwoord. En van een half uur door de regen naar school fietsen smelten kinderen niet. Wij leven tenslotte toch ook nog steeds?
De relatie met je kind is essentieel voor hoe het zich later staande kan houden. Maar hechten is veel meer dan alleen borstvoeden en co-sleepen. Het gaat om contact maken, vertrouwen bieden en grenzen stellen. Maak je dus niet al teveel zorgen, je baby ontwikkelt niet meteen een hechtingsstoornis als hij een keertje vijf minuten ligt te jammeren in zijn wiegje. En ook niet als je niet zo’n fan bent van de draagdoek. Ja, hechten is belangrijk, hechten is goed, hechten moeten we willen. Maar hechten kan op veel verschillende manieren, zolang je er maar bént. Er écht bent. En dat is eigenlijk niet eens zo moeilijk.
Lees ook: Laten huilen is slecht, maar de hele nacht wakker zijn niet?!
(Bron: Trouw)
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.