“Niet doen!”, “Hou op!” – hoe positief opvoeden moeilijker is dan het lijkt

05.10.2018 18:30
Positief opvoeden is een leuk idee, tot je daadwerkelijk kinderen hebt


Moeder van drie-onder-drie Brenda houdt van positief opvoeden. Maar sinds de peuter is aangevuld met een babytweeling, is dat een hele uitdaging. Van: “Op de bank zitten we op onze billen” naar: “Niet springen of je mag je hele leven nooit meer op de bank!”

Positief opvoeden, het klinkt nogal pedagogisch verantwoord en dat is het stiekem ook. In plaats van de hele dag roepen wat er allemaal niet mag, benoem je steeds wat nou juist wél de bedoeling is. Een bewezen tactiek om strijd te voorkomen, duidelijkheid te scheppen voor de kleintjes en zelf niet te verzuipen in negativiteit. De hele dag roepen: ‘Niet doen!’ en ‘Hou op!’: dat maakt immers geen enkele moeder (en kind) blij. Maar: er zijn van die situaties waarin positief blijven even echt geen optie is en pure emotie regeert.

Lees ook: Ouders, hou maar op met opvoeden, het heeft toch geen zin.

Verstoppertje spelen
De peuter komt voldaan grijnzend op je afgerend om te vertellen dat hij de baby heeft verstopt. Het kind wil zo graag spelen met zijn kleine broertje, daar heb je als moeder natuurlijk alle begrip voor. Maar: verstopt? Een blik in de kinderwagen zegt genoeg: dit is geen spelletje, maar een brute moordaanslag. De baby ligt met zijn hoofd onder een heel dik dekentje! Hoor jij jezelf dan al roepen dat baby’tjes liever andere spelletjes spelen dan verstoppertje? Nee dus. Je gilt dat hij de baby noooooit meer mag verstoppen en hijgt dat baby’s daar een hele gekke kleur van krijgen. Om er aan toe te voegen dat hij de baby’s niet -ik herhaal: niet- meer mag aanraken. Nooit niet, dus.

Scherven
Twee huilende baby’s in de box. Wanhopig hang je over ze heen, spenen pluggend en sussend. Allebei tegelijk oppakken om te troosten lukt niet, dus dit is de eerste fase in het grote babykalmeringsproject. Vanuit je ooghoeken zie je de peuter twee glazen kaarsenhoudertjes bovenop een gammele toren auto’s stapelen. ‘Zet die maar even terug!’, roep je zijn kant uit. Hij heeft je vast niet gehoord door het oorverdovende gebrul van de tweeling, dus je gooit ‘m er nog een keer in. Het huilen zwelt aan. Met een klap spatten de kaarsenhouders kapot op de vloer, honderd splinters van glas schieten alle kanten uit. ‘Niet lopen! Je bent op je sokken!’, hoor je jezelf snauwen terwijl je met gevaar voor eigen voeten de oversteek waagt om de peuter weg te halen. Je parkeert hem op de bank, zegt nog snel dat hij niet mag opstaan en sprint terug naar de box. Woedend huilende baby’s intussen, koud zweet op je rug. ‘Bedenk een plan, bedenk een logische volgorde’, zeg je tegen jezelf om bij zinnen te blijven in deze chaos. Op dat moment klinkt een bedrukt ‘ojee’ vanaf de bank. De peuter heeft in zijn broek en op de kussens geplast, want hij mocht niet opstaan om naar zijn potje te lopen. Om het positief te bekijken: hij luisterde dus mooi wel naar je dit keer.

Kortom: een dikke ‘nee’ en een snauw horen er gewoon bij. Op zijn tijd dan. Als de rest van de wereld zich gedraagt en jij voldoende slaap krijgt voor minimaal vier nachten op rij, komt el positivo vanzelf wel weer een keertje terug.

Lees ook: Zullen we eens even lekker positief doen…