Hoe je als moeder overleeft met een puber in huis

20.11.2024 11:00
moeder en tiener dochter die aan het knuffelen zijn


Pubers: ze zijn geweldig én vreselijk tegelijk. De ene dag wil je ze knuffelen, de volgende dag wil je ze achter het behang plakken. Hoe overleef je die fase? Met een flinke dosis humor, geduld en de wetenschap dat het ooit beter wordt.

Pubers zijn een categorie apart
Ze groeien sneller dan je bij kunt houden, hebben een mening over alles (meestal het tegenovergestelde van de jouwe) en begrijpen niet waarom je je druk maakt over iets simpels als huiswerk. Moeder zijn van een puber is alsof je permanent in een realityshow leeft – met een soundtrack vol zuchten en dichtslaande deuren.

Lees ook – Leuke uitjes met pubers: hoe je ze enthousiast krijgt (en houdt)

Het humeur verandert sneller dan het weer
“Goedemorgen!” zeg je vrolijk. “Waarom praat je tegen me?” bromt je puber. Het ene moment is alles prima, het volgende moment is de wereld een drama omdat hun favoriete hoodie in de was zit. Tip: neem het niet persoonlijk. Het ligt niet aan jou. (Oké, misschien een beetje.)

Ze denken dat ze alles weten
Je puber weet álles. Behalve hoe je een boterham smeert of een tas inpakt. Je hoeft je geen zorgen te maken over advies geven – dat willen ze namelijk niet. Maar wees gerust, als ze écht in de knoop zitten, komen ze alsnog naar je toe. Meestal midden in de nacht.

Hun kamer is een biohazard-zone
Denk niet dat je puber ooit uit zichzelf opruimt. Je kunt een archeologische expeditie organiseren in die stapel kleding, halflege blikjes energiedrank en de mysterieuze geur die je niet kunt thuisbrengen. Probeer af en toe diep te ademhalen (maar niet te diep in hun kamer).

Ze testen je grenzen, en je geduld
Regels? Belachelijk. Bedtijd? Kinderachtig. Bij elke grens die je stelt, krijg je een discussie cadeau. Het voelt soms alsof je een debatclub runt in plaats van een gezin. Maar die grenzen zijn juist belangrijk – ze leren er stiekem meer van dan ze laten merken.

Toch hebben ze je meer nodig dan ooit
Onder die grote mond en die air van zelfverzekerdheid zit nog steeds een kind dat jou nodig heeft. Voor een luisterend oor, voor een knuffel (al zullen ze dat nooit toegeven) en soms gewoon om te weten dat je er bent, wat er ook gebeurt.