Het bedritueel van de peuter in vijf dagelijks terugkerende fasen

28.04.2020 00:10


Ahhh, bedtijd… Dat heerlijke moment dat de dag voorbij is, alles gedaan is en je onder de wol kunt kruipen. Voor menig volwassene iedere dag weer een moment om naar uit te kijken. Voor een peuter is het echter altijd weer een moment van diepgaande rouw. En rouw verloopt doorgaans in 5 fasen. Te weten:

LEES OOK: 18 Fantastische dingen die gaan gebeuren als je kind drie is.

  1. Ontkenning.
    Zodra de aftiteling van de Sesamstraat-dvd over het scherm rolt, wordt de peuter spontaan Oost-Indisch doof en tijdelijk dement. Het doet er niet toe dat je al vanaf 17.00 uur die middag hebt lopen aankondigen dat hij met Pino op stok gaat, de peuter kan zich plotsklaps niets meer herinneren van wat je gezegd hebt en hoort je bovendien ook niet als je hem roept. Luid zingend en iedere vorm van oogcontact vermijdend marcheert hij naar zijn kast met speelgoed en begint stoïcijns pontificaal midden in de kamer een puzzel van 300 stukjes te leggen (terwijl je hem eerder die dag met geen stok aan het puzzelen kreeg). De peuter wijzen op de klok, of het feit dat het inmiddels buiten pikdonker is biedt geen soelaas. Opmerkingen als “Het is al laat”, of “Bedtijd!” worden steevast beantwoord met een koppig “Nee!”, of “Nietes!” De peuter heeft afstand genomen van de werkelijkheid.
  2. Protest.
    Wanneer je de peuter dan ten lange leste maar bij kop en kont hebt gepakt en halverwege de trap bent, ontsteekt hij in blinde woede. Schreeuwen en huilen zijn in deze fase gemeengoed. De woede van de peuter richt zich helaas meestal tot de brenger van het onheil (jij dus). Er schieten gedachten door het peuterhoofd als “Waarom ik?” en “Wat een onrecht!” Het vertrouwen in de goedheid van de mensheid en de wereld in het algemeen wordt door de peuter in deze fase doorgaans ernstig in twijfel getrokken, wat kan leiden tot dramatisch huilen en epileptisch aandoende spasmen (vooral lastig bij peuters boven de +1 lijn op de groeicurve van het Consultatiebureau en steile trappen). Ook kan het voorkomen dat de peuter de schuld van zijn leed buiten zichzelf probeert te leggen (bij jou dus).
  3. Onderhandelen en verzet.
    Wanneer de peuter merkt dat emotioneel uit zijn slof schieten niet het gewenste effect teweeg brengt, zal hij het over een andere boeg gooien en proberen het op een akkoordje te gooien. Door te beloven voortaan zijn groenten op te eten bijvoorbeeld. Of geen snot meer aan de poten van de dure eetkamerstoelen te smeren. Een ander alternatief is het inzetten van een tegenoffensief, wat vaak betekent dat de peuter het op een lopen zet, of zich verschanst achter de wasmand en met badeendjes begint te gooien. De mogelijkheid bestaat dat zowel de peuter als de ouder deze fase niet overleeft zonder krab en/of bijtwonden. Verstandig is dan ook rond bedtijd altijd een reisverpakking Betadinepleisters in de achterzak te hebben.
  4. Depressie.
    De peuter komt tot de realisatie dat bovengenoemde tactieken geen resultaat opleveren en wordt overmand door diepe droefenis. De peuter voelt zich machteloos en trekt zich terug in zijn eigen wereld. Contact maken is vrijwel onmogelijk, daar de peuter verzonken is in hemeltergende zielenpijn en intens verdriet. Peuter overweegt een overdosis Sinaspril te nemen om de pijn te verzachten. Het leven heeft tenslotte toch geen zin meer.
  5. Acceptatie.
    Uiteindelijk komt de peuter tot de conclusie er niets anders op zit dan de harde waarheid onder ogen te zien en aanvaardt zijn tragisch lot. De peuter is in staat zichzelf te herpakken en afscheid te nemen van de dag en al het goede dat die heeft gebracht. Hij is ook bereid aan te nemen dat er morgen weer een nieuwe dag zal komen waarop hij zijn bezigheden zal kunnen voortzetten. In deze fase is het ook weer mogelijk de peuter fysiek te benaderen. De kans is groot dat er nu sprake is van verregaande uitputting (zowel bij de peuter als bij jou). De kans is eveneens groot dat het inmiddels 23.00 uur ‘s avonds is.

LEES OOK: 25 Heel langzame dingen die sneller zijn dan een peuter.