25 dingen die je herkent als je een peutertweeling hebt

13.09.2022 05:00


Ik ben twee en ik zeg nee – en dat keer twee. Janneke weet er inmiddels alles van. Heb jij ook een peutertweeling? Dan herken je deze 25 dingen als geen ander.

LEES OOK: Hoe je als peutermoeder vóór 11 uur ’s morgens al 11 wijze lessen leert

  1. Je hoort de hele dag door ‘nee’ in stereo.
  2. Als je heel even niet oplet, zit er eentje op de kast.
    Of op tafel. Let je nog wat langer niet op, dan zitten ze er allebei, hebben ze je telefoon te pakken en zitten ze op de oordopjes van je headphone te kauwen. In hun blootje.
  3. Je bent heel vaak je sleutels kwijt.
    Meestal liggen ze A. In de kattenbak. B. In de magnetron van het kinderkeukentje. C. In de kattenbak. D. Je had ze eindelijk eens aan het haakje gehangen, maar daar zoek je tegenwoordig eigenlijk nooit meer.
  4. Het is een tweeling, dus willen ze altijd allebei hetzelfde.
    Bijvoorbeeld: allebei met hetzelfde speeltje spelen, allebei in het voorste zitje van de fiets, allebei precies tegelijk op je schoot (zonder dat de ander daar ook zit).
  5. Een en ander mondt regelmatig uit in een twin fight.
    De ernst varieert van duwen en trekken tot bijten, haren trekken en slaan – beetje afhankelijk van het temperament van je tweeling.
  6. Dat maken ze altijd weer goed. 
    Met de allerschattigste kusjes en knuffels.
  7. Is de een verdrietig, dan komt de ander een speentje of knuffel brengen.
  8. Zijn ze goedgemutst, dan delen ze hun eten en drinken met elkaar
    Ook de koekjes.
  9. Heb je er eentje voor straf op de gang gezet, dan doet de ander de deur open of gaat ernaast zitten.
  10. Je weet soms niet wat lawaaiiger is:
    Je spelende tweeling, of de deuntjes van Bumba en Bob de Bouwer.
  11. Als ze eindelijk in bed liggen, is de stilte in huis zo oorverdovend dat het bijna eng is.
  12. Het huis ziet er tegen die tijd uit alsof er een orkaan doorheen heeft geraasd.
  13. Ze steken elkaar aan, zowel positief als negatief.
    Bijvoorbeeld: gaat de een op het potje, dan wordt de ander ook nieuwsgierig. Maar ook: weigert de een te gaan slapen, kleine kans dat de ander dan braaf gaat liggen.
  14. Kunnen ze eenmaal uit bed klimmen, maak dan je borst helemaal maar nat.
    (Tip: doe hun slaapzak achterstevoren aan, dan kunnen ze ‘m zelf niet meer uitkrijgen en het maakt klimmen aanzienlijk lastiger.)
  15. Eten koken met een peutertweeling in de buurt is net zoiets als klunen over het asfalt.
    Je doet het, maar alleen omdat het echt niet anders kan.
  16. Een uitstapje met de kinderwagen of buggy wordt een uitdaging.
    Ze willen om de haverklap óf zelf lopen óf getild worden. Bij voorkeur tegelijkertijd uiteraard en als je net wilt oversteken.
  17. Er komt een moment in het leven van een peutertweelingmoeder dat het beter is voor alle partijen als ze haar boodschappen voortaan online doet.
  18. Soms durf je als peutertweelingmoeder überhaupt niet ergens in het openbaar te verschijnen met je tweeling.
    Want de kans is groot dat je vroeg of laat de controle over één kind kwijt bent. Waarop je iedereen alweer zuchtend met de ogen ziet rollen.
  19. Soms ben je jaloers op moeders met kinderen in verschillende leeftijden
    Die in elk geval één kind (baby of kleuter) hebben dat nog enigszins te temmen is.
  20. Aan de andere kant: er kan niks op tegen het stereo geschater van een tweeling die ergens pret om heeft.
  21. Wat er dan toch zo grappig is: niemand die het weet.
    Maar zij wel.
  22. Heb je het geluk zo’n moment op video te hebben, dan speel je het filmpje rustig 10x achter elkaar af.
  23. O, en ze maken elkaars liedjes af!
    Koddigheid van de bovenste plank.
  24. Er is niets zo interessant als elkaars poep.
    Wordt de een verschoond, dan is dat een gratis attractie voor de ander.
  25. Nog even geduld en dan vegen ze elkaars billen af.
    Kun jij als tweelingmoeder mooi even genieten van wat welverdiende rust.

LEES OOK: Waarom je een tweeling niet kunt vergelijken met twee eenlingen