Help, opvoedingsrichtlijn over scheetjes laten gezocht!
Net als menig peuter en kleuter moet Brenda altijd smakelijk lachen als het over scheetjes gaat. Of: als iemand er eentje laat (zo lang zij het maar niet is). Maar wat wil ze haar kinderen hier eigenlijk over leren?
Afgelopen week hoorde ik een paar radiomakers grollen om een persbericht over scheetjes laten. Het ging weer eens over de vraag of het slecht is om windjes binnen te houden. Net als bij mijn 3,5-jarige rollen de tranen bij dit onderwerp al snel over mijn wangen van het lachen. Laat mij een onderzoek lezen waarin staat dat windensnuiven goed voor je is, en ik laat acuut mijn plas lopen. Mijn beste vriend gaf mijn zoon een scheetkussen, maar wist natuurlijk stiekem dat vooral ík daar helemaal stuk om ging. De dj’s in de radioshow kwamen uiteraard ook uit op de eeuwige kwestie: wel of niet ruften waar je partner bij is? De ene deed het na jaren nog steeds liever niet (oepsies uitgezonderd), de ander wel maar die moest van zijn vrouw achteraf netjes ‘sorry’ zeggen. Hi-la-risch, je kon me wegdragen! Maar het zette me ook aan het denken.
Broekmitrailleur
Er gaat onder ons knusse dekentje wel eens een broekmitrailleur naast me af als ik met mijn bijna-kleuter op de bank televisie zit te kijken. De ene keer zit hij zo in de buis dat hij het zelf niet door lijkt te hebben, de andere keer kijkt hij semi-trots, grijnzend naar me op. Ik kan het niet helpen, maar ik moet er altijd om schateren. Hoe harder of gekker, hoe groter mijn lol. Houden de twins een knalconcert terwijl ze hun broodje zitten te eten in de kinderstoel, onnozele blik op standje ‘hee, wat hoor ik nou toch?’, dan barst de oudste ook in lachen uit. Je neus dichtknijpen omdat ze al dan niet ranzig ruiken of veel te lang blijven hangen: ik heb er dolle pret om. Scheetjes zijn grappig, dat lijkt universeel.
Scheetjesopvoeding
Totdat manlief aan tafel niet zo subtiel een bil optilt om met veel kabaal iets te laten ontsnappen. Als ik eet, vind ik windjes vies. Om te horen, maar vooral om te ruiken. Plus: ik vind het niet netjes om darm- of maagdampen vrij te laten tijdens het eten, en dat wil ik mijn kinderen ook graag meegeven. Maar dat brengt me ook bij de vraag: hoe moet onze scheetjesopvoeding er dan eigenlijk uit zien? Echtgenoot en ik hebben principes en normen over een hoop pedagogische onderwerpen, maar dit thema is eigenlijk nog nooit besproken. Welk voorbeeld willen wij zelf geven, wind-technisch?
Op het toilet
Liefst unleash ik ze op het toilet, maar als me er thuis eentje dwars zit dan wil ik die ook nog wel eens ter plekke laten waaien. Gewoon, omdat ik geen zin heb in buikpijn door ‘m binnen te houden maar ook wil blijven staan/zitten/liggen waar ik op dat moment ben. Ik heb er achteraf geen spijt van, dus ik zeg geen ‘sorry’. Laat ik een boer, dan doe ik dat wel. Gewoon, voor de net. Of omdat ik dat zo geleerd heb? Waarom heb ik dat dan niet geleerd bij scheten? Natuurlijk doe je dat wel als er een keer, oh-de-ongemakkelijkheid, per ongeluk iets uitfloept op een niet gepast moment waar andere mensen bij zijn, maar thuis? Ik weet het niet; ik mis een stukje houvast.
Bubbelbad
Er is natuurlijk helemaal geen richtlijn voor, er bestaat geen scheetetiquette voor binnen het gezin. Die moet iedereen voor zich bepalen. Als de oudste met een vriendje speelt, knettert er -door hen zelf vaak niet opgemerkt- heel wat geurigs in de rondte. Die onbevangenheid: hoe heerlijk! Maar wanneer en waar moet dit stoppen? Wil ik dat mijn zoon straks op de basisschool rondloopt als een knallende diesel met startproblemen? Dat hij tijdens zwemles zijn eigen bubbelbad creëert? Dat het hele voetbalelftal de kleedkamers ontvlucht als hij weer onbeschaamd wat gassen loost? Of: zouden ze dat allemaal doen en daar de slappe lach om hebben? En wat dan als ik hem geleerd heb dat hij alleen op de wc mag winden?
Ruftgeweld
Meteen vraag ik me ook af of dit bij mijn dochter anders zal zijn, en wat ik daar dan weer in moet. Wil ik dat zij niet beter weet dan dat haar broers en vader ongegeneerd scheten laten, of er nou visite is of niet? Wil ik haar opjutten om lekker feministisch aan te tonen dat vrouwenwindjes helemáál niet naar rozen ruiken? Een front met haar vormen tegen al dat mannelijke ruftgeweld? Of wil ik haar leren dat ze zich even keurig moet terugtrekken als haar een scheet moet ontglippen? Shit zeg, ik vind het allemaal nogal ingewikkeld. De komende tijd ga ik me over deze onderschatte, doch niet onbelangrijke opvoedkwestie buigen. En totdat ik eruit ben, geniet ik lekker gniffelend van iedere pffft of ratatatataaat die ik in dit huis hoor.