“Help, ik heb een puber in huis (en niemand heeft me hierop voorbereid)”

05.02.2025 10:46


Er is een speciale plek in de hemel voor moeders die een puber opvoeden. Echt, als we dit overleven zonder onszelf in te schrijven voor een retraite in een afgelegen klooster, verdienen we een medaille.

Want laten we eerlijk zijn: baby’s en peuters zijn vermoeiend, maar pubers? Dat is een heel ander soort uitputting. Niet fysiek – al krijg je soms een deur in je gezicht gesmeten – maar vooral mentaal. Eén opmerking kan de sfeer in huis veranderen van vredig naar een oorlogsgebied. En dat allemaal omdat jij het gore lef had om te vragen hoe hun dag was.

De fase van de zuchtende zombies

Ooit was er een schattig kind dat tegen je aan kroop, kletste over de meest willekeurige dingen en je zonder schaamte een knuffel gaf. Dat kind is weg. In plaats daarvan heb je nu een wezen in huis dat vooral communiceert via oogrollen, diepe zuchten en af en toe een onverstaanbare grunt.

Een paar universele puber-reacties op simpele vragen:

  • “Hoe was je dag?”“Weet ik niet.”
  • “Kun je even helpen met de vaatwasser?”Luid gekreun alsof je vroeg om een nier af te staan.
  • “Heb je huiswerk?”“Jezus mam, hou op!” (Terwijl de school-app schreeuwt dat er drie toetsen aankomen.)
  • “Misschien moet je eens eerder naar bed?”“Ik bén niet moe.” (Terwijl ze eruitzien alsof ze drie nachten doorgehaald hebben.)

De grenzeloze honger (en de mysterieuze verdwijning van eten)

Heb je een puber? Dan weet je dat eten nooit veilig is. Je doet boodschappen voor de hele week en binnen twee dagen is alles op.

Een kleine opsomming van dingen die pubers binnen no-time laten verdwijnen:

  • Brood (een heel brood. Op één dag.)
  • Kaas (gewoon, een complete plak van 500 gram.)
  • Alles met suiker (soms eet je zelf maar snel een koekje, want over een uur is er niks meer.)
  • “Jouw” snacks (die ze niet lustten… totdat ze ontdekten dat jij ze lekker vindt.)

En natuurlijk de klassieker: “Er is niks te eten!” – terwijl de koelkast uitpuilt.

De dramatische kledingcrisis

Pubers hebben twee soorten kleding: dingen die ze dag en nacht dragen (vaak zonder te wassen) en dingen die ze “NOOIT VAN MIJN LEVEN” aantrekken.

Het probleem? Dat laatste is meestal het enige wat schoon is.

Elke ochtend is een modeshow van zuchten, gekreun en kledingstukken die door de kamer vliegen. En als ze eenmaal hun perfecte outfit hebben? Vergeet het maar dat ze een jas aandoen. Liever bevriezen dan dat hun carefully curated stijl verpest wordt.

De kamerdeur = verboden terrein

De kamer van een puber is een mysterieuze zone. Ga er niet zomaar in, tenzij je bereid bent om:

  1. Een preek te krijgen over privacy.
  2. Een geur te ruiken die je niet kunt thuisbrengen.
  3. Een kamer aan te treffen die het decor lijkt van een apocalyptische film.

Het wordt pas een probleem als er ineens wél wordt opgeruimd. Want dan is er óf iets gaande, óf ze willen geld.

Hoe overleef je een puber zonder gek te worden?

  1. Kies je gevechten. Wil je echt de strijd aangaan over die vieze sokken op de grond? Soms is negeren de beste strategie.
  2. Onthoud dat het een fase is. Ze komen hier doorheen. Ooit worden ze weer menselijk. Ooit.
  3. Houd de humor erin. Soms is het beter om te lachen dan om te schreeuwen. Vooral als ze een woedeaanval krijgen omdat ze hun eigen oplader kwijt zijn (die al drie dagen in hun zak zit).
  4. Geef ze verantwoordelijkheid. Koken? Eigen was doen? Prima leeftijd om dat zelf te leren.
  5. Blijf ze knuffelen (als ze het toelaten). Ze vinden het misschien stom, maar ze hebben het nodig.

Ooit wordt het beter (zeggen ze)

Pubers opvoeden is een beproeving, maar ergens – heel diep van binnen – zijn het nog steeds die lieve kinderen van vroeger. Soms krijg je een onverwachte knuffel, een zeldzaam dankjewel of een korte glimlach tussen het zuchten door. En daar leef je op.

Tot die tijd? Sterkte. En koop extra snacks.