Man met griep? Marcel zegt: doe voor de grap eens lief tegen hem

11.04.2017 18:30


Marcel is 44. Hij is journalist, getrouwd met Carlijn en heeft een baard, alsmede een elf maanden oude dochter die Sammie heet. Op Me-to-We.nl vertelt hij hoe het zover heeft kunnen komen. En over hoe het nu verder moet.

Het was onlangs tijd voor mijn jaarlijkse griep. Gedoe natuurlijk, want ik heb een vrij grondige hekel aan ziek zijn. Dat gezeik van dan weer warm en dan weer koud, gehossel met thermometers en van met zweet doordrenkte lakens; ik kan wel iets leukers bedenken.

Lees ook: Kinderen zijn narcistische rukkertjes – zeker als het op verjaardagen aankomt.

Het grootste deel van mijn ziektedagen gaat dan ook op aan het klagen over die ziekte. Waarom ik? Waarom nu? Waar blijven mijn partjes sinaasappel zonder witte sliertjes? Dat soort vragen. Verder draag ik mijn griep als een man. Ik bibber in stilte. Ik grijp het snot bij de strot.

Althans, dat vind ik zelf. Carlijn vindt van niet. Die vindt dat ik zeur. Zoals vrijwel alle vrouwen vinden dat hun mannen zeuren bij ziekte. Dat is oneerlijk. Ik bedoel: mogen we alsjeblieft een keertje janken over het ons toebedeelde leed? De rest van het jaar staan we met rechte rug en in de sportschool tot in perfectie getunede uithuilschouder voor jullie klaar. We werken, we staan in de file, we zijn full blown vader, we maken de tuin zomerklaar, we wassen de auto, we doen boodschappen, we zijn – excusez le motfucking geweldenaren.

Net als jullie, trouwens, onze vrouwen. Want jullie zijn ook geweldenaren. Jullie zijn sprookjesprinsessen. Allemaal. Jullie zijn knap en fantastisch. En jullie ruiken naar bloemetjes. Echt. Behalve als jullie mannen ziek zijn. Dan hoopt er zich een volstrekt onlogische berg woede op in jullie fitgirllichaampjes. Onlogisch, want we doen heus niet alsof. We faken geen koortsaanval als jij tot aan je nek in de spuitluiers staat. En die Aziatische keeltyfus is ook oprecht, zelfs als jij toevallig het kleuterfeestje-met-kardashian-thema van de kleine Machteld draaiende probeert te houden. We doen het niet expres. Wij kunnen ook wel iets leukers verzinnen dan rochelend in ons bed liggen. We zouden je graag helpen met die poep en Machtelds dertig van de snoep gestoorde vriendjes. Maar we zijn ziek. Echt ziek.

Het is de enige periode in het jaar dat wij – jullie rotsen in de branding – onze zwakte kunnen tonen. Dat we aangeven: hé, schatje, ik kan stuk. Dat we zeggen: ik heb ook angsten. Voor pijn, ontslag en eenzaamheid, voor een aanval van flatulentie in een volle lift. Dus doe voor de grap eens lief. Geef ons een knuffel, een aai over onze bezwete bol en breng die kloterige sinaasappelpartjes. Dan staan we in no time weer spuitluiers te verschonen.

Lees ook: Vaders weten niks. Ook al beweren ze het tegenovergestelde.