Wat je denkt tijdens het zoveelste rondje achter de kinderwagen
Een baby in slaap krijgen kan een ware heksentoer zijn. Ook Vala’s baby vindt slapen voor mietjes, vooral in de vooravond. Daarom sjokt Vala nu iedere avond minstens twee uur achter de kinderwagen door het park, in de hoop dat haar dochter het uiteindelijk opgeeft en in slaap valt. En dit denkt ze dan:
Lees ook: Slaap mama, slaap… (Of ehm, niet dus).
- Godsamme, loop ik hier alwéér. Nu weet ik niet hoe het verder gaat met Barbie en Michael in ‘Enkeltje Torremolinos’.
- Ik wil gewoon op de bank met een wijntje.
- Wat doen al die ouwe kerels op skeelers hier ineens?
- Misschien had ik gympen aan moeten trekken ipv hakken.
- Ik voel namelijk een blaar opkomen.
- Waarom zijn die oogjes nog steeds open?
- Weet je wat, ik hang een doek over de wagen. Minder prikkels enzo.
- Oh, daar word ze boos van. Beetje jammer.
- Nou ja, gewoon doorlopen maar. De aanhouder wint.
- Alhoewel het goed zou kunnen dat zij de aanhouder blijkt te zijn.
- Allemachtig, hoe lang kan een baby wakker blijven?!
- Ik krijg een minderwaardigheidscomplex van al die strakke 25-jarige meiden hier.
- Misschien moet ik ook skeelers.
- Maar wel goed voor de zwangerschapskilo’s dit.
- Ja, eigenlijk is het gewoon gratis sport. Zo moet ik het zien.
- Als ik nu nog een uur doorloop, mag ik op de terugweg een ijsje halen.
- Of misschien beter nu, want dan train ik het er ook gelijk weer af.
- Zal ik een joggingwagen kopen? En van die hippe schoenen?
- Je kan tenslotte beter van de nood een deugd maken.
- En rennen is vet hip tegenwoordig.
- Maar eigenlijk train ik hiermee natuurlijk vooral mijn benen.
- En het gaat om die buik.
- Want ik heb al best goeie benen, al zeg ik het zelf.
- Jemig, tuft ze weer die speen uit.
- Wat nou als het straks winter wordt? Dan moet ik zeker in de regen gaan lopen?
- Ja, daaag, dat vertik ik. Ben gekke Henkie niet.
- Oh kijk, een andere moeder met een kinderwagen. Even begrijpend knikken.
- I feel you, sister.
- Maar mijn kinderwagen is mooier.
- Mijn baby ook trouwens.
- Ik krijg pijn aan mijn hamstrings.
- Kind! GA SLAPEN!
- Het maakt niet uit. Ik ben er Zen over.
- Heerlijk, die buitenlucht.
- Je moet maar denken: deze tijd komt nooit meer terug.
- En later lachen we erom.
- Ik moet wel op tijd terug zijn voor de voeding. Anders is heel Het Schema naar de klote.
- En dan hebben we helemaal de poppen aan het dansen.
- Kunnen die vogeltjes niet wat minder hard fluiten? Met al dat lawaai gaat dat kind natuurlijk nooit slapen.
- Morgen heb ik echt enorme spierpijn.
- Het schijnt wel dat je een goeie kont krijgt van wandelen.
- Oke, ik kan dus niet sturen en appen tegelijk.
- Oh god, het wordt donker.
- Nu komen de potloodventers achter de bosjes vandaan natuurlijk.
- Was er laatst niet een bijlmoordenaar in dit park gesignaleerd?
- Ik trek even een sprintje, denk ik.
- Ja! Victorie! Ze slaapt!
- Maar nu moet ik nog drie kwartier terug lopen.
Lees ook: Hoe je dag er ongeveer uitziet, als je baby nooit wil slapen.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.