De waarheid over Vera: hoe mijn dochter de pestkop van de klas werd

12.02.2025 10:36

Er zijn van die dingen waarvan je hoopt dat je ze als moeder nooit hoeft te horen. Dat je kind gepest wordt, bijvoorbeeld. Of dat het stiekem vieze sokken onder het bed verzamelt tot het biologisch gevaarlijk wordt. Maar er is nog iets, iets waar ik nooit rekening mee had gehouden: dat mijn kind de pestkop zou zijn.

En toch zat ik daar, tegenover de juf, terwijl ze me aankeek met die blik. Je weet wel, die blik die zegt: dit wordt geen leuk gesprek.

Een telefoontje dat alles veranderde

Ik was net bezig met de eeuwige strijd om een wasmand leeg te krijgen (een verloren zaak, maar goed, hoop doet leven), toen mijn telefoon ging. School.

‘Hallo, met juf Monique. Ik wil even praten over Vera.’

Nou, prima. Altijd in voor een gezellig kletspraatje over mijn dochter. Misschien had ze iets briljants gezegd. Of een tekening gemaakt die in het schoolblad moest. Maar nee.

‘We maken ons een beetje zorgen. Vera is niet zo lief voor haar klasgenoten.’

Pardon? Mijn Vera? Mijn lieve, knuffelige, koekjes-etende dochter die nog steeds met haar knuffel slaapt? Niet zo lief?

‘Ik weet niet hoe ik het anders moet zeggen,’ ging de juf verder. ‘Ze pest.’

En daar was het. Het woord waarvan ik hoopte dat het nooit in verband zou worden gebracht met mijn kind.

Confrontatie op kinderformaat

Die middag zat ik met Vera aan tafel, een bakje druiven tussen ons in als soort neutrale vredesaanbieder.

‘Lieverd, ik heb vandaag met juf Monique gepraat.’

Ze keek op met een gezicht alsof ik zojuist had aangekondigd dat Sinterklaas officieel was afgeschaft.

‘Over wat?’

‘Over jou. En hoe je met andere kinderen omgaat.’

Er trok iets over haar gezicht. Een glimp van herkenning, maar vooral van “shit, ik ben betrapt”.

‘Wat bedoel je?’ vroeg ze, terwijl ze overdreven onschuldig een druif in haar mond stopte.

‘Juf zegt dat je niet zo aardig bent in de klas. Dat je andere kinderen plaagt. Is dat waar?’

Vera keek naar haar druiven, alsof ze daar het antwoord kon vinden. ‘Soms,’ mompelde ze uiteindelijk.

En daar had ik het. De erkenning. Mijn dochter was de pestkop.

Hoe het zover kwam

We praatten. Of nou ja, ik praatte en Vera probeerde er zo min mogelijk over te zeggen. Maar langzaam kwam het eruit. Ze vond het ‘grappig’ als kinderen gingen huilen. Ze vond dat sommige klasgenoten ‘dom’ waren. En, misschien wel het pijnlijkste, ze zei:

‘Als ik het niet doe, doen ze het bij mij.’

En toen snapte ik het. Het was geen puur gemeen gedrag. Het was overleven. Niet om het goed te praten, maar ik begreep opeens waarom mijn lieve meisje zich als een klein rotkind gedroeg.

Wat doe je als je kind de pestkop is?

Geen idee. Echt niet. Ik heb geen handleiding voor dit soort dingen. Maar ik wist wel dat ik er niet in ging berusten. Dus we spraken af:

  • Geen gemeen gedrag meer, punt. Geen smoesjes. Geen “maar hij begon!”.
  • Samen sorry zeggen tegen de kinderen die ze had gepest. Ja, samen.
  • Praten. Over waarom ze zich zo voelde en wat ze anders kon doen.

Het was geen magische oplossing. De volgende dag was ze niet opeens het meest empathische kind van de klas. Maar ze probeerde. En ik ook.

Want het moederschap is niet alleen je kind leren hoe je veters strikt of hoe je netjes moet vragen om een snoepje. Soms is het ook keihard geconfronteerd worden met hun mindere kanten – en daar samen iets aan doen.