De waarheid over borstvoeding en alcohol drinken

Dat je tijdens je zwangerschap beter geen alcohol kunt drinken is algemeen bekend. Maar hoe zit het eigenlijk als je borstvoeding geeft?

Ik hoorde tijdens mijn kraamweek van de kraamhulp dat ik best een glas wijn kon drinken, als er maar minstens een paar uur tussen dat glas en de volgende voeding zat, maar er zijn ook mensen die beweren dat je helemaal geen alcohol mag drinken als je borstvoeding geeft. Daarom nu eens en voor altijd de waarheid over borstvoeding en alcohol.

Lesje biologie
We beginnen met een lesje biologie: als je een glas wijn of een biertje drinkt, komt de alcohol via je maag en darmen in je bloed terecht en moedermelk terecht. De concentratie alcohol in het bloed en in de moedermelk (deze concentraties zijn namelijk ongeveer gelijk aan elkaar) bereikt zijn piek na ongeveer drie kwartier, daarna breekt je lichaam de alcohol weer af.
Terwijl jij weer nuchter wordt, verdwijnt de alcohol dus ook uit je moedermelk!
Hoe snel dat gebeurt, is afhankelijk van je gewicht en het aantal glazen dat je gedronken hebt, maar een goede stelregel is dat je lever anderhalf uur nodig heeft om één glas wijn af te breken. Nergens voor nodig dus om krampachtig vier uur tussen dat ene glaasje en de volgende voeding aan te houden.

Maar wat nu als de alcohol nog niet is afgebroken en je baby wil drinken terwijl jij net een glaasje wijn hebt gedronken?
Laten we voorop stellen dat het natuurlijk altijd beter is om te voeden als er geen alcohol meer in je melk aanwezig is. Dat gezegd hebbende: als de alcohol nog niet helemaal is afgebroken, is er voor die ene keer ook geen man overboord. Ik kwam dit artikel tegen waarin de volgende rekensom werd uitgelegd. Stel nu dat je het echt heel bont maakt en vier glazen wijn in een tijdsbestek van anderhalf uur achterovergooit en dan onmiddellijk je baby aanlegt. Het alcoholpercentage van je moedermelk is dan zo’n 0,08%, dat is ongeveer hetzelfde percentage alcohol dat verse jus d’orange en andere vruchtensappen bevatten.

Tja. Wat nu?
Het lijkt dus niet zoveel kwaad te kunnen, als je het goed timed. Maar helemaal lekker voelt het ook niet hè? Iedereen moet het natuurlijk voor zichzelf beslissen. Maar wel fijn om te weten dat we er dus iets minder krampachtig mee om kunnen gaan.

Beeld: iStock