De roze wolk bestaat echt. Zelfs als je een vreselijke kinderhater bent
Annemieke dacht altijd de roze wolk haar over zou slaan. Tot de bevalling. Ze had haar kind nog niet uitgepoept of ze zat al vol met moedergevoelens. Wie had dat gedacht.
Er is niets anders dan Zoë. Ze is mijn hele wereld. De kraamverzorgster heeft het makkelijk, want ik weiger haar alleen te laten met mijn baby. Naaste familie wordt vrijwel genegeerd. E-mails worden totaal genegeerd, telefoontjes niet beantwoord en de geboortekaartjes blijven onverstuurd. Zelfs Dribbel ligt zielig te zijn in zijn mand omdat ‘ie geen aandacht krijgt. De wereld zou kunnen vergaan en het zou me geen donder uit kunnen maken, zolang ik mijn kleintje maar in mijn armen heb. Geen cynische, sarcastische of hormonale rotopmerkingen deze keer; ik voel alleen nog maar liefde. Hoewel Zoë slechts een paar dagen oud is, kan ik me niet voorstellen dat ik ooit zonder haar heb geleefd.
Ik sta versteld: waar komen die oermoeder-gevoelens vandaan? K. straalt, ook overgelukkig met ons gezinnetje, en zegt dat ‘ie wel wist dat ik een goede mama zou zijn. Vriendinnen lachen zich rot om Annemieke 2.0 en zeggen dat het me wonder boven wonder best goed staat, zo’n baby. Mijn moeder stelt vast dat de natuur dit nu eenmaal goed geregeld heeft, ook bij mij. Een vriendin die na 20 minuten mijn gezwijmel aanhoren over Zoë waagt te melden dat ze eindelijk na drie jaar haar langverwachte promotie heeft gekregen, onderbreek ik door te vertellen over hoe mijn baby’s poep zich ontwikkelt van een donkerbruine teerachtige substantie naar iets lichterbruinigs met korreltjes. (Ja, vijf minuten daarna was ze inderdaad vertrokken en kon ik weer ongestoord met mijn kleine hummeltje knuffelen, muhaha).
Iedere paar uur barst ik in janken uit. Gewoon, omdat ik zo gelukkig ben. Omdat ik zo ongelooflijk veel van haar houd. Omdat ze zo mooi is. En zo lekker ruikt. Onze baby. Omdat ik me realiseer dat ik nog even haar alles ben. Omdat ik weet hoe snel ze zich verandert (het kind van schoonzus A. en haar man is net drie weken oud en al echt een grote baby, terwijl Zoë nog zo’n klein babyhummeltje is) en geen moment van haar wil missen. Nog geen seconde. Eigenlijk wil ik deze ogenblikken met mijn pasgeboren baby allemaal bewaren, ergens heel veilig. Zodat ik ze kan koesteren en altijd weer terug kan halen en herbeleven, omdat ze de allermooiste momenten uit mijn hele leven zijn. Maar dat kan niet, dus ik wil er optimaal van genieten.
’s Nachts slaap ik maximaal twee uur en overdag helemaal niet. Zelfs niet als Zoë slaapt. Want waarom zou ik mijn tijd verdoen met zoiets nutteloos als slapen als ik ook haar kan knuffelen? Of haar kan ruiken? Of naar haar kan kijken? Naar haar perfecte mini-vingertjes met mini-nageltjes die eruitzien alsof ze een French manicure gehad heeft. Naar het ingedeukte plekje boven haar linkerwenkbrauw. Naar haar haartjes die nu al een klein beetje krullen, net als die van K.. Ben ik normaal gesproken al brak na één nacht doorhalen, hier verzin ik in de derde semi-slapeloze nacht enthousiast nieuwe liedjes, Zoë heen en weer wiegend in ons bed, terwijl K. zich gapend omdraait. De dag daarna negeer ik mijn pijnlijke hechtingen en de adviezen van de kraamverzorgster om ‘nu echt eens rust te nemen’ en gaan K., Dribbel en ik een rondje wandelen met onze baby.
Ik zit praktisch 24/7 met Zoë in mijn armen of aan mijn borst en geef haar alleen aan K. als ‘ie een luier mag verschonen. Ik had nooit verwacht dat ik dit zo geweldig zou vinden en wens nu al voor onze dochter dat zij dit ook eens mee mag maken in de toekomst, moeder worden. Want moeder zijn is het allermooiste van de hele wereld en ik wil niets anders meer. Nooit meer. Deze überroze wolk duurt precies vijf dagen. Dan stort ik in.
Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K. en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.
Lees ook: Annemieke’s baby krijgt straks haar achternaam – en dit is waarom