De dag dat mijn dochter bijna stikte in een stuk fudge
Je kunt nog zo voorzichtig zijn als moeder, toch kan het zomaar gebeuren dat je kind zich op een dag verstikt in een stuk voedsel. Mijn dochter was acht toen het gebeurde en ik voel de paniek nu nóg.
Ik had al de hele dag een onrustig, onbestemd gevoel, maar dat wijdde ik aan hormonen. Nadat ik mijn twee dochters van acht uit school had gehaald, besloot ik om, samen met de jongste van twee nog even met iedereen in de bakfiets naar de bibliotheek te fietsen – een klein halfuurtje fietsen vanaf ons huis. Het zou eind van de middag zijn als we aan de terugweg zouden beginnen, dus ik zocht in de keuken naar iets te snacken om alvast in de tas te stoppen. De crackers waren op en het enige wat ik zo gauw zag, was een zakje fudge dat nog over was van hun partijtje. Nou, dat dan maar – het zou in elk geval werken om een opstandige peuter mee terug de fiets in te krijgen.
Ze stikte
We brachten de boeken terug en de meiden speelden beneden in de speelhoek terwijl ik een boek voor mezelf uitzocht. Ze waren verrukt toen ik iedereen een stuk fudge gaf voor we aan de terugweg zouden beginnen. Op de trap van de bibliotheek maakten we nog een vrolijke selfie. Vlak daarna ging het mis. Een van de twee oudsten begon ineens heftig te hoesten en, ik weet niet waarom, maar ik wist meteen dat het foute boel was. De fudge was in haar keel blijven steken en kwam er niet meer uit. Ik klopte op haar rug en vroeg of ze nog kon praten. Ze kon alleen nog een piepend geluid voortbrengen en ze greep met twee handen naar haar keel. De paniek in haar ogen zei genoeg.
Ik probeerde de Heimlich-greep een aantal keer, maar het stuk snoep kwam niet los. Haar tweelingzus raakte nu ook in paniek. Ik wist niet zeker of ik de greep goed deed – ik had ‘m nog nooit geoefend, en ik voelde de tijd wegtikken. Snel scande ik de omstanders en toen een vrouw me aankeek, vroeg ik of zij de heimlich kon doen. Ja, zei ze. Ze stond op en ook zij deed de heimlich. Na een keer of zeven schoot het stuk snoep eindelijk uit mijn dochters keel. Ik viel mijn dochter en onze reddende engel in de armen. Je hebt mijn dochters leven gered, zei ik. Nou, je hebt morgen wel een verhaal te vertellen op school, zei de vrouw tegen mijn dochter, die glimlachte door haar tranen heen.
De nasleep
Ik fietste naar huis met drie ontredderde kinderen in de bakfiets, mijn dochter zelf nog pips, haar zus in shock en de kleinste die niet kon stoppen met alsof-hoesten. Op de pont terug naar huis werd ik aangesproken door twee hipsters van een jaar of dertig die vonden dat ik met mijn bakfiets buiten in de regen op het voordek moest gaan staan in plaats van binnen onder het afdak. Ik ben net bijna een kind verloren, dacht ik, maar ik zei het niet hardop. Ook ik was nog in shock. Ik zei alleen nee, waarna ze mopperend zelf in de regen gingen staan. Ik huilde in stilte omdat ik zomaar bijna een kind kwijt was, op een doodgewone donderdagmiddag. Thuis ving mijn man ons op; mijn dochters en ik huilden nog meer en we hebben heel veel geknuffeld. Mijn dochter sliep die nacht naast me en hield de hele nacht mijn hand vast.
Het heeft nog even geduurd voordat we het voorval een plek konden geven. Ik keek EHBO filmpjes om te zien wat ik nou precies had moeten doen; het bleek dat ik ongeveer wel het juiste had gedaan, alleen had er metéén iemand 112 moeten bellen omdat als je daar te lang mee wacht, het al te laat kan zijn. Een EHBO-cursus volgen staat nu boven aan mijn prioriteitenlijst. Mijn dochter heeft nog een paar dagen moeite gehad met eten omdat dat het gevoel weer opriep dat er iets vastzat in haar keel. Veel erover praten hielp. Oók op school, waar ze in de kring vertelde dat je nóóit maar dan ook nooit een heel stuk fudge in één keer in je mond moet steken, maar er kleine hapjes van moet nemen.
Niet dat er hier ooit nog fudge in huis komt. Want hoewel ik bedacht was op kerstomaatjes en druiven, op lolly’s en op salmiakballen, had ik zo’n klef zacht stukje snoep nooit aangezien voor een potentieel dodelijk stuk voedsel. Nu dus wel. Bij deze een liefdevolle waarschuwing. Een ongeluk zit écht in een klein hoekje. Of, zoals mijn dochter de volgende ochtend zei: ‘Maar het geluk zit ook in een heel klein hoekje mama.’
Foto: Mylittledutchdiary
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.