Brief aan die moeder in de speeltuin die haar kinderen over die van mij heen laat tuimelen
Barbara ging met haar zoon naar de speeltuin. Dat mag volgens de maatregelen, zolang kinderen zo veel mogelijk afstand houden. Maar dat bleek in de praktijk onmogelijk.
‘Hee jij, ja jij daar, moeder die staat te bellen in de speeltuin. Ik probeer hier de boel een beetje onder controle te houden. Je kinderen blokkeren het klimrek – wat normaal helemaal niet erg is, dat heet spelen, maar nu wil mijn zoontje erlangs, en ik heb hem geleerd om anderhalve meter afstand te houden.
Ik vroeg je kinderen aan de kant te gaan, maar dat willen ze niet. Dat snap ik, want normaal doen kinderen dat ook niet. Het is de bedoeling dat je over elkaar heen klautert en tuimelt en dat vind ik normaal ook echt een heerlijk gezicht.
Maar nu dus niet.
Ik merk dat ik steeds bozer op je word. Want elke keer als ik bij je de buurt ben, loop je met je rug naar me toe weg. Je hebt vast een heel belangrijk telefoontje, en normaal moet het wel een keer kunnen maar nu dus even niet.
Je kinderen luisteren niet naar me, ze zijn klein, maar volgens mij hebben ze niet geleerd dat je even anderhalve meter afstand moet proberen te houden. Dus nu haal ik mijn kind uit de speeltuin, hij snapt niet dat hij niet meer in het klimrek mag, omdat jij je kinderen niet meeneent in de collectieve inspanningen van ons allemaal.
Nu zit ik thuis met een boos kind en loop jij nog door de speeltuin te bellen, terwijl je kinderen het voor die van ons verpesten zonder dat ze daar iets aan kunnen doen. Ik had je aan moeten spreken, maar je liep weg, en ik wil geen hysterisch zeikwijf zijn. Daar heb ik nu spijt van dus schrijf ik je deze brief.
Vertel het je kinderen, juist als je naar de speeltuin gaat. En let op, lieve mensen, let op elkaar.
Lees ook: Ziekenhuisseries doneren mondkapjes en handschoenen aan ziekenhuizen