Amerika-correspondent en moeder Maartje: “Amerikanen zijn bemoeiallen”
‘Excuse me, is this your child?’ Maartje van Hoek (Amerika-correspondent en moeder van de 4-jarige Daantje en 3-jarige Flip) kan niet op twee handen tellen hoe vaak ze dat al van mijn New Yorkse stadsgenoten heeft gehoord. En ja, inderdaad, dat kind dat daar iets verderop aan de glijbaan staat te likken, is haar dochter….
[wysija_form id=”6″]
‘Ze likt aan de glijbaan’. ‘Ze heeft een te dunne jas aan’. ‘Waarom heb je geen plastic hoes om de kinderwagen, het waait.’ ‘Ze loopt los in de supermarkt.’ ‘Ze moet een hoedje op.’ ‘Ze loopt helemaal alleen door het park.’ ‘Je moet haar insmeren met zonnebrandcrème.’ Het zijn niet eens per se medemoeders die me op dit soort dingen wijzen. Het zijn allerlei soorten New Yorkers, maar vooral de soort 50-plus. De inwoners van New York zijn grote bemoeiallen. Zeker als het – volgens hen – in het belang is van het kind, bemoeit iedereen zich hier met iedereen. Als een ouder er volgens de Amerikanen een potje van maakt, dan zal die ouder dat horen.
Of zal de politie het horen, zo bleek toen ik voor het eerst met mijn babydochter in het fietszitje over straat ging. De sirenes van de politieauto achter mij loeiden, mijn dochter van tien maanden was volgens twee buurtbewoners die 311 belden (de niet-spoedeisende versie van 911) om mij, fietsende idioot, aan te geven, veel te klein om op een fietszitje te worden vervoerd. Ik mocht niet verder fietsen van de agent. Lopend (en zachtjes huilend) ging ik naar huis. Ik wist het nu zeker: ik was een in-en-in slechte moeder. Overigens dien ik hier te vermelden dat ik niet over Broadway fietste, of tussen de vrachtwagens op Fifth Avenue op Manhattan, maar over een afgeschermd fietspad in een stil en groen deel van Brooklyn.
Ook onze nanny – op de plek in New York waar ik woon was vier jaar geleden nog geen crèche te bekennen – liet soms aan ons weten dat we er weinig van bakten. Die gordijnrails, die zou in principe los kunnen komen en op het hoofd van mijn kruipende baby kunnen belanden. De glazen kerstballen in de boom zou ze kunnen opeten. En het afwasmiddel moest van een speciaal babymerk zijn. Zodat mijn kind niet zou worden vergiftigd als ze dronk uit de net met Ajax afgewassen fles.
Vorige week, toen ik een nieuw state-of-the-art kinderzitje op mijn fiets wilde laten monteren, zei de hipster fietsenmaker: ‘Dat ga ik niet doen. Je kind zal sterven als je haar hierop vervoert.’ Welja.
Na bijna vijf jaar in dit land weet ik dat een weerwoord geen zin heeft. Uitleggen dat ik het juist toejuich dat kinderen zelf door het park wandelen, terwijl ik vanaf een bankje een oogje in het zeil houd? Doe geen moeite. Zeggen dat mijn dochter heus goed is ingesmeerd, met factor vijftig-plus? Of aan de fietsenmaker beloven dat ik zeer voorzichtig zal fietsen? Laat maar. Daar zitten deze types helemaal niet op te wachten, aldus mijn wijze Amerikaanse vriendin die al haar hele leven in New York woont.
Maar wat moet ik dan zeggen? vroeg ik haar. ‘Je zegt gewoon ‘I know’, en je gaat verder met waar je mee bezig was. Jij weet toch zelf wel beter, je bent geen slechte moeder.’ Dat was natuurlijk zo.
En dus, toen mijn zoon laatst met een takje aan het roeren was in iets dat leek op een verdwaalde hondendrol, en iemand mij daar met verschrikte blik op wees, knikte ik en zei ik: I know.
Rookte ik maar, dacht ik even. Dan had ik nu, terwijl ik samen met hem zou verder roeren, een Belinda-sigaret opgestoken.
Lees ook: Waar je je echt geen zorgen over hoeft te maken als het om kinderen gaat
Niet iedere moeder kan of wil borstvoeding geven. En dit doet absoluut niet af aan degenen die het wél doen. Wij spraken vier vrouwen die hun kind(eren) geen borstvoeding hebben gegeven, bewust of omdat het gewoon echt niet lukte. In deze video doen ze hun verhaal.