Als je peuter verandert in een puber (lees: kleuter)
Heb je net de twee-is-nee-fase doorstaan en de zelluf-doen-perikelen in het derde levensjaar weten te managen, denk je even rustig te kunnen ademhalen voordat je kleinegrote peuter straks naar de basisschool gaat. Brenda weet nu: niks geen ademhalen, want zo’n bijna-kleuter doet niet onder voor een hormonale puber van vijftien.
Ineens ben ik hem even kwijt, mijn oudste van bijna vier. De buitendeuren zijn altijd dicht dus hij moet ergens in huis zijn. Zodra ik de gang op loop, komt een smerige geur me al tegemoet. ‘Ik ben even aan het poepen!’, wordt me door de openstaande wc-deur toegeroepen. ‘Dat doe ik a.l.l.e.e.n’, komt er met nadruk achteraan. Ik taai af en wacht op het sein. ‘Ik ben klahaaaar, wil je mijn billen afvegen?’ Ha, ik mag komen opdraven om poepresten te verwijderen. Ik kijk toe hoe hij vervolgens zijn boxershort omhoog trekt, zijn broek eroverheen sjort en weg wil lopen om te spelen. ‘Even handen wassen’, zeg ik moederlijk. Twee jongensogen van drie jaar en negen maanden kijken me aan, ietwat geïrriteerd. ‘Waarom?’, vraagt hij. ‘Dat doen we toch altijd na het plassen of poepen, dan maak je je handen schoon.’ Een zucht terwijl hij zich omdraait en de kraan opendraait. ‘Maar: waaróhom?’
Eigenwijze betweters
Ik vind het een ontwapenende leeftijd, dat 3,5 en verder. Ieniemienie hartjes, ontzettend lief, wijs en steeds zelfstandiger. Doen alsof de wereld ze niet bang maakt, alsof ze precies weten hoe het leven werkt, maar vervolgens met een duimpje in de mond bij mama op schoot klimmen omdat alles toch wel een beetje spannend is. Maar hoe dichterbij de kleuterfase komt, hoe puberaler ook het gedrag. Ik zie het niet alleen bij mijn eigen zoon, ook zijn vriendjes veranderen in eigenwijze betweters die tegelijkertijd bij alles willen weten waarom. Van moeders met net schoolgaande kinderen hoor ik dat ze na een week al zo brutaal zijn geworden, en ineens kan ik me daar van alles bij voorstellen. Het lijkt niet alleen aan het schoolgaan te liggen, het is ook de leeftijd. Zitten we na een dag crèche bijvoorbeeld gezellig met z’n vijven aan tafel en vraag ik de bijna-kleuter of hij lekker heeft gespeeld vandaag, kijkt hij geërgerd op van zijn bord en zegt hij met volle mond op boze toon: ‘Jahaaaaa.’ Alsof hij wil zeggen: jij met je domme vragen, ik doe niet anders, mijn leven ís leuk spelen, nu zit ik te eten.
Baardgroei
Kon ik eerder nog wegkomen met een vluchtige blik op zijn ‘kijk eens mama’, ondertussen één klimmende baby van de salontafel afplukkend en de ander van de bankleuning, nu hoor ik dan: ‘Je zegt wel “ja” maar je kijkt helemaal niet!’ Spelen we samen en doe ik trucjes met de superheld, krijg ik voor mijn kiezen: ‘Jij zegt de hele tijd superheld, maar het is superHELPT.’ Ik vind het heerlijk dat wijsneuzengedrag, maar moet echt af en toe even met mijn ogen knipperen om te checken of hij niet toevallig baardgroei blijkt te hebben en met een slungelig puberlijf boven me uitgroeit. Nee, het is toch echt nog mijn kleine jochie in maat 104, met kaplaarzen onder een korte broek, een Paw Patrol zonnebril met barsten in de glazen en een Mickey Mouse-pet die over z’n ogen valt. Wat gebeurt hier?!
Mannetje
Een rondje Googlen en een paar blikken in mijn oude studieboeken Ontwikkelingspsychologie leveren op dat mijn kind gewoon typisch kleutergedrag vertoont. Met verbazing en vertedering kijk ik naar deze nieuwe ontwikkelingsfase. Hij heeft, zoals het een echte kleuter betaamt, moeite met tijd: ‘Maar dat duurt zo lahang!’, hoor ik de hele dag. Hij doet veel meer zelf, wil alles weten en heeft overal een passende oplossing voor. Stoot ik snoeihard, tot huilens toe mijn hoofd, dan pakt meneer een icepack uit de vriezer en duwt die lukraak ergens op mijn schedel. Vliegt de ketting van de bakfiets af, blijkt hij een speelgoedhamer bij zich te hebben en kan hij de boel wel even repareren. Probeert zijn kleine broertje uit de kinderstoel te ontsnappen, hoor ik hem zeggen: ‘Nee, op je billen! In de stoel zit je op je billen!’ Ja, hij heeft een zorgzaam karakter maar is ook ineens echt een mannetje aan het worden.
Bouwhoek
Straks komt hij in een klas met allemaal van die mannetjes en vrouwtjes die denken dat ze bijna rijp zijn voor hun rijbewijs, maar die ondertussen in hun broek plassen als ze te lang geconcentreerd in de bouwhoek bezig zijn. Die heel dapper ‘Stop hou op’ naar een ander kind roepen, maar onbedaarlijk huilen als hun favoriete bellenblaas is omgevallen. Het is echt steeds schakelen, met kinderen op deze leeftijd. Respect voor al die kleuterjuffen en -meesters die twintig stuks onder hun hoede hebben, iedere dag opnieuw. Ze willen zo graag groot zijn, die kleuters, en doen ook heel groot. Maar och, wat zijn ze klein en kwetsbaar! Soms denk ik ineens een glimpje op te vangen van de kerel die hij ooit zal zijn, en steek ik nog maar even gauw mijn neus tussen zijn teentjes omdat het kan. Niks lekkerders dan de zachte, onschuldige voetjes van je eigen kinderen. Snuiven die hap! Totdat ze écht vijftien zijn, met stinksokken, eeltplekken en schoenmaat 42.
Lees ook: Deze 10 regels helpen je de peuterpuberteit door