Als je een reflux-baby hebt…
Het is normaal dat een baby weleens ‘een mondje melk teruggeeft’, zoals dat zo mooi heet. Maar wat als die flessen er gewoon in z’n geheel weer uit komen? Of als je kind begint te gillen iedere keer als er een beetje melk in gaat? Klopt dat wel? Of is het….nee toch…reflux?
Vrienden van mij kregen een tijdje geleden hun eerste kind. Een heel lief klein jongetje. Alles was helemaal goed gegaan, de bevalling was er een uit het boekje. Kind was gezond, blozend en blakend. Dolgelukkig gingen de kersverse ouders diezelfde dag dus naar huis met hun zoon. En daar begon de ellende. Krijsen, krijsen, krijsen. Het kind hield maar niet op. En waarom? Ze hadden geen idee. Hij dronk zijn flesjes prima, dus honger was het niet. Hij groeide goed, zag er goed uit. Ontwikkelde zich een slag in de rondte. Helemaal volgens het boekje. Maar het huilen bleef. Ik hoorde het pas achteraf, maanden later, toen het ergste al voorbij was en mijn vriendin na wanhopig Googlen en rondvragen eindelijk een oorzaak had gevonden. Reflux, luidde het vonnis. En ik wilde dat ik het eerder had geweten. Want allebei mijn Terroristen hebben dat ook gehad en dus had ik haar misschien wel kunnen helpen. Maar, hoeveel informatie er ook beschikbaar is over babies, opvoeding en alles wat daarbij hoort. Over sommige dingen lees je gewoon nog steeds te weinig.
Lees ook: Hoe mijn huilbaby me een klein trauma bezorgde
Al eerder schreef ik een stukje over de huilbaby en over de Amerikaanse kinderarts Harvey Karp, die gelooft dat mensenbaby’s eigenlijk drie maanden te vroeg geboren worden en daarom nog niet helemaal ‘af’ zijn. Het lichaam van de vrouw is, anatomisch gezien, niet in staat om langer dan negen maanden een baby te dragen (moet je je voorstellen dat zo’n kind nog drie maanden langer doorgroeit en je het er dan nog uit moet persen… Horror!) en dus moet een kind er na die veertig weken gewoon uit. En dan zien ze er puntgaaf uit hoor, die baby’s, maar eigenlijk is er nog van alles mis mee. Ze kunnen zichzelf bijvoorbeeld vaak nog niet goed op temperatuur houden. De darmen zijn nog niet rijp en daarom krijgen zoveel baby’s last van kramp. En: het maagklepje is nog niet goed gesloten. En als je alleen maar vloeibaar voer te verstouwen krijgt en ook nog eens de hele dag alleen maar liggend op je Ikea speelkleed doorbrengt, levert dat best weleens problemen op. Die melk stroomt namelijk nogal makkelijk terug met zo’n open klep in je maag, dus voor je het weet ben je de halve dag Nutrilon aan het herkauwen.
Nou is het natuurlijk al smerig genoeg om de halve dag je eigen lauwe flessen weer op te boeren, maar het wordt nog erger als die melk dan ook nog eens vermengd is met een flinke sloot maagzuur, die ook door dat openstaande maagklepje mee omhoog komt. We weten allemaal vast wel hoe naar het is als je eens een zure oprisping krijgt, laat staan als dat vijf of zes keer per dag gebeurt, omdat je steeds zo’n 180 ml melk moet atten. Niet alleen is dat simpelweg heel vies, het doet ook nog eens pijn. Want dat maagzuur, dat brandt. Dus wat doe je dan als baby? Juist, janken. Heel hard janken. En spugen soms. Maar niet altijd. Onze Terrorist nr. 1 was een spuger. Gelukkig, zou ik bijna zeggen, want daardoor hadden we vrij snel door dat we hier te maken hadden met hetgeen waar zoveel babies mee te kampen hebben: reflux. Hele plassen melk kwamen er na zijn flessen weer naar buiten. En zuur! Mijn kind stonk uit z’n bek alsof ik hem azijn in plaats van melk gaf. Gelukkig zijn ze in Amerika erg van het ingrijpen en dus had ik mijn baby binnen no time aan een speciaal soort melk, die indikte in de maag, waardoor de boel niet meer omhoog kon komen. Problem solved.
Blijkbaar kan ik alleen maar kinderen afbakken met open kleppen, want ook Terrorist nr. 2 kon haar melk niet houden waar het hoorde: in haar maag. Probleem met haar was alleen dat zij niet aan spugen deed en het zuur dus gewoon weer inslikte. Dubbel zoveel pijn. Dubbel zo hard huilen. We zetten haar bedje in een hoek van 90 graden omhoog, droegen haar minstens drie kwartier rechtop na iedere fles en dikten ook haar melk in. Maar echt helpen deed het niet. Pas toen er vast voedsel in ging, werd het beter. Bananen stromen namelijk wat lastiger terug dan Nutrilon. Maar ja, dan ben je inmiddels wel zes maanden gekrijs verder.
Gelukkig zijn er best wat dingen die je kunt doen om ervoor te zorgen dat die melk de wetten van de zwaartekracht niet overtreedt. Bedje omhoog zetten (boeken als The Lord of the Rings, De Ontdekking van de Hemel en De Wereld van Sofie blijken dan na je eindexamen Nederlands ook nog een doel te hebben), baby zoveel mogelijk rechtop in een draagdoek houden, melk indikken, overwegen iets eerder met vast voedsel te beginnen, het kan allemaal verlichting geven. En blijft je kind ruiken alsof je hem in een badje zoutzuur hebt laten weken, dan zijn er altijd nog de maagzuurremmers. Niemand wil zijn baby aan de medicijnen hebben, maar als eten pijn doet, moet je op een gegeven moment toch wat. Het doel heiligt soms gewoon de middelen.
Ik ken inmiddels een klein leger moeders die allemaal een reflux-baby hadden. En daar graag van tevoren wat over gehoord of gelezen hadden. Want daar heb je gewoon meer aan dan al dat gewauwel op zoete babysites over hoe je hartelapje, recht uit je baarmoeder, zonder opstartproblemen, de ideale blozende baby is en hoeveel hydrofielen en neuspeertjes je dient aan te schaffen. Ik had drie van die dingen en heb er werkelijk nog nooit een flinter snot mee uit de neus van mijn kinderen weten te zuigen. Die honderdduizend hydrofielen heb ik gebruikt als theedoeken en om stof mee af te nemen. Maar die potten speciale voeding en de maagzuurremmers, daar had ik nou echt wat aan. En aan die kinderarts die me vertelde dat eigenlijk heel veel baby’s last hebben van reflux en dat dat gewoon godvergeten pijn doet. Dus dat het niet zo vreemd is dat je kind zo ligt te gillen. Ik denk dat mijn vriendin dat liever ook wat eerder geweten had. Ik had haar er in ieder geval graag wat eerder over willen vertellen.
Lees meer van Vala op haar eigen blog: Stadsmeisje op het platteland.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.