Wat te doen als je baby verlatingsangst heeft (de eenkennig-fase!)
Als je eventjes de kamer uitloopt om de voordeur open te doen, gaat plassen of je gewoonweg drie tellen uit het zicht van je baby bent – en hij het vervolgens op een brullen zet, dan weet je: dit is verlatingsangst, je baby wordt eenkennig. Frustrerend, want je hebt het idee werkelijk geen seconde even weg te kunnen lopen. Maar ook best zielig, zeker als je kind hartverscheurend begint te huilen zodra jij hem achterlaat bij het kdv.
Lees ook: Kom hier met die waterpokken!
Wanneer je baby rond de 6 maanden oud is begint hij te snappen dat de afstand tussen dingen of mensen kunnen veranderen. En dat mama dus dicht bij hem kan zijn of weg kan lopen. Omdat je kind zich zelf nog niet kan verplaatsen, en dus niet achter je aan kan kruipen/lopen, zet hij het op een brullen om te laten merken dat hij zich angstig voelt of het gewoon niet prettig vindt dat jij uit het zicht verdwijnt. Daarnaast zul je merken dat je baby nu ook meer aan de ouder gaat hangen die het meest bij hem is. Hij raakt nog meer aan je gehecht dan voorheen en wil het liefst de hele dag bij je zijn, of je in het zicht hebben. Eén stap richting de deur kan al genoeg zijn om ervoor te zorgen dat je kind gaat huilen. Hij snapt namelijk dat wanneer je door die deur loopt, je weg bent. Ongeacht of je misschien binnen een tel weer voor zijn neus zal staan.
De mate van verlatingsangst hangt af van het karakter van je kind en hoe je met hem omgaat. En het ene kind is nou eenmaal eenkenniger dan een ander. De piek ligt vaak rond de 9 maanden en daarna neemt de verlatingsangst geleidelijk weer af. Om rond de leeftijd van anderhalf jaar nog een keertje terug te komen. Met drie jaar is je kind meestal over de verlatingsangst heen.
Het is overigens alleen maar positief dat je kind op een gegeven moment verlatingsangst krijgt of eenkennig wordt. Hij beseft dan namelijk dat jij af en toe weg kunt gaan en wat de consequenties daarvan zijn. Een grote sprong vooruit in zijn ontwikkeling.
Hoe kun je het best met verlatingsangst omgaan?
– het is een fase, het is een fase, het is een fase… hou dit mantra voor!
– word niet boos als je kind begint te brullen, maar probeer rustig te blijven en desnoods tot tien te tellen. Neem zijn verlatingsangst/eenkennigheid serieus.
– je kunt je kind natuurlijk meenemen naar de voordeur/keuken/wc, maar als je die twintig seconden even alleen wil plassen of gauw iets uit de keuken moet pakken, zorg dan dat hij je stem hoort zodat hij weet dat je in de buurt bent.
– ga nooit (!) stiekem weg als je baby eventjes niet kijkt. Op de crèche zeg je altijd gedag, ook al eindigt dat steevast in een brulpartij. Zeg rustig dat je nu gaat, maar dat je straks ook weer terugkomt.
– neem een oppas die je kind al een paar keer heeft gezien.
– door kiekeboe-spelletjes te spelen, leer je je kind dat iets wat ze niet zien er nog wel kan zijn.
– vaders kunnen zich nogal buitengesloten voelen als je baby opeens 24/7 aan jou wil hangen en papa niks mag doen. De baby kiest geen partij hoor en je vent heeft heus niks verkeerd gedaan. Ook hier geldt: het is een fase.
Lees ook: baby’s en berg; wat kun je eraan doen?
Niet iedere moeder kan of wil borstvoeding geven. En dit doet absoluut niet af aan degenen die het wél doen. Wij spraken vier vrouwen die hun kind(eren) geen borstvoeding hebben gegeven, bewust of omdat het gewoon echt niet lukte. In deze video doen ze hun verhaal.