“Ahhh mam, mag ik een kat?” Eh… Dit is wat je dan zegt
Het is een steeds terugkerende vraag. Wat moet je doen als je kind een huisdier wil? Ze beloven natuurlijk de hond elke dag uit te laten – maar dat doen ze niet. Zo pak je het aan als die vraag weer opduikt.
“Ahhh mam, mag ik een hondje. De buurjongen heeft er ook eentje!” Om het plaatje compleet te maken zet je kind ook nog even zijn aller, állerliefste puppy oogjes op. En jij ziet de bui al hangen. Dat het net zo zal gaan als met die tablet, die er zogenaamd niet zou komen. De lang gewenste gitaar, die inmiddels ongebruikt in de hoek van de woonkamer staat. Of die Furby, dat harige en gillende beest, waar je na een paar dagen stiekem de batterijen hebt uitgetrokken. Maar op een huisdier zit geen uitknop (op een Furby ook niet, maar hardcore de batterijen eruit werkt prima) en je kunt hem niet in de hoek laten staan. Het is een echt levend wezen, dat eten en drinken nodig heeft, poept en plast en niet lang alleen gelaten kan worden. Tegelijkertijd zijn ze wel superschattig, vooral die pups, kittens en babykonijntjes, is het gezellig en leert je kind er misschien nog wel wat verantwoordelijkheid van ook. Dus wat is nou wijsheid? Wel of geen huisdier?
Tip 1 Wacht even
Als je kind de eerste keer om een huisdier vraagt, kun je rustig nog even wachten. Misschien heeft een vriendje net een nieuw huisdier, hebben ze net een vertelbeurt over poezen gehoord op school, of is er een leuk TV-programma over huisdieren voorbij gekomen. En gaat het meer om een bevlieging dan een serieuze wens. Daar kun je het best over hebben, maar je hoeft er niet gelijk actie op te ondernemen. Pas nadat mijn zoontje een half jaar zo’n beetje iedere dag om een poes had gevraagd, willekeurige poezen van straat mee naar huis had genomen (we hebben ze allemaal weer netjes buiten gezet) en we alle andere tips hieronder hadden afgewerkt, zijn we overstag gegaan. Heeft Tijgertje, een ondeugende rode kater, zijn intrek genomen. Mi case es su casa. Een groot succes, vindt ook hijzelf, want hij ligt hier tevreden in de vensterbank terwijl ik deze blog tik.
Tip 2 Welk huisdier?
Bij het kiezen van een huisdier speelt er van alles mee. Bijvoorbeeld hoeveel tijd je eraan kunt besteden. Een hondje moet iedere dag een paar keer uitgelaten worden, maar een kat is prima tevreden met een uitkijkpost bij het raam en een kattenluik om in en uit te lopen, en een konijn snuffelt helemaal zelf de dag door. Hoeveel ruimte je in huis hebt. Een Duitse dog neemt net ietsje pietsje meer ruimte in dan een goudvis, zeg maar. Hoeveel geld je eraan uit kunt geven. Denk inentingen, vlooienbehandelingen and so on. En hoe vaak jullie langere tijd van huis zijn. Een hond moet in dan naar bekenden of een dierenpension. Maar een konijntje kan ook wat eten krijgen van de buurvrouw die de plantjes water geeft. Op de site van de dierenbescherming vind je een lijst van vragen die je jezelf kunt stellen voordat je een huisdier neemt.
Tip 3 Wie doet wat?
Als de keuze voor een huisdier is gemaakt, kan het slim zijn een lijstje te maken van alle dingen die gedaan moeten gaan worden zodra Snuffel, Fifi of Tijgertje zijn intrek neemt. Bijvoorbeeld eten en drinken geven, hok verschonen, nagels knippen, aandacht geven bij Snuffel het konijntje; bij Fifi de hond of kat Tijgertje komen daar dingen als uitlaten en dierenartscontroles bij. Kijk daarna met elkaar wie wat kan doen. Het is goed om aan je kinderen uit te leggen dat dit geen klusjes zijn die maar voor een paar weekjes gelden. Een huisdier heb je tenslotte voor tig jaar. Hij is er ook nog als ‘ie groter wordt, en óók nog als dat nieuwe – veel interessantere – game op je Ipad staat.
Tip 3 Een oefendier
Voordat je die tig jaar aan gaat, kan het slim zijn eerst even te oefenen. Net zoals jij straks een oppas nodig hebt, ken je vast wel iemand die je een groot plezier doet door tijdens de vakantie op hun dier te passen. Sommige asiels maken ook gebruik van gastgezinnen, voor de tijdelijke opvang van dieren. Je kunt ernaar vragen bij het asiel bij jullie in de buurt.
Tip 4 Timing
Alles gecheckt en nog steeds enthousiast? Dan is het nog handig om naar de timing te kijken. Een buitenkonijn nemen in de winter kan wel, maar is minder gezellig dan wanneer je zomers toch al lekker vaak in de tuin zit. Pups, maar ook andere dieren, hebben tijd nodig om te wennen aan hun nieuwe baasje, dus die tijd moet je dan wel hebben. En als jullie volgende maand die avontuurlijke-ver-weg-gezinsvakantie hebben gepland, of het net superdruk is met school en werk, kan het nog even uitstellen van de nieuwe inwoner vast geen kwaad.
Overigens gaat dat van die huisdieren – net als bij kinderen eigenlijk – wel zo met zijn ups en downs. Want ik had geloof ik nog niet verteld van die keer dat Tijgertje het nodig vond om in mijn nog niet uitgepakte koffer te piesen. Als ‘wraak’ omdat ik een lang weekend weg was geweest voor mijn werk. Of de keren dat we op 8 uur ’s ochtends roepend de hele straat doorgaan, gewapend met een plakje worst, omdat meneer heeft besloten snel de voordeur uit te rennen (wij hebben nog geen kattenluik) terwijl we al aan de late kant zijn voor ons werk. Die momenten waarop hij alvast een voorschot neemt op ‘zijn portie’ van het avondeten. Moet je het maar niet onbeheerd in de keuken laten staan, toch? Enzovoort. Wij proberen om vooral van de ups (niets rustgevender dan een slapende kat op je schoot) te genieten en om de downs – achteraf – te lachen.
De keus is aan jullie. Veel succes!
s al ruim vijftien jaar pedagoog en ontwikkelingspsycholoog, moeder van drie kinderen (8, 7 en 4 jaar) en auteur van diverse opvoedboeken. Haar meest recente boek is Minipubers! – een survivalgids voor ouders van kinderen van 6-12 jaar. www.kristaokma.nl.
Lees hier haar vorige blog over goede voornemens…. en hier hoe de rangorde in het gezin het karakter van je (jongste, middelste, oudste) kinderen bepaalt.
Krista is pedagoog en ontwikkelingspsycholoog en moeder van 2 kinderen.