8 x zo plezier je een kind (maar stiekem vooral jezelf)
Soms hoor je jezelf dingen toezeggen die je kind hysterisch blij maken. Gevolgd door een: ‘Maar alleen voor deze éne keer dan.’ Want stiekem doe je dit natuurlijk vooral voor jezelf.
1. ‘Je mag op de bank eten, voor de televisie.’
Feest voor de kleine, die dankbaar zijn monkeyplatter wegknabbelt terwijl hij zijn favoriete Netflixserie kijkt. Eigenlijk doe je dit omdat je echt even geen puf hebt om te koken en straks, als ukkepuk op bed ligt, een ordinaire kapsalon wilt laten bezorgen. Om die te verorberen terwijl je jouw wijnglas tegen het biertje van je man tikt om te proosten op een avondje degelijke quality time samen. Lees: in slaap vallen op de bank. Het idee was leuk.
2. ‘Kom maar in ons bed slapen.’
Toegegeven: een kind in je bed staat niet bepaald garant voor een goede nachtrust. Maar alles beter dan nog tig keer naar zijn kamertje te moeten slaapwandelen omdat er monsters zijn. Of omdat er een speentje is gevallen, er dringend een slokje water nodig is of omdat er snottebellen neerdalen uit haar neus. Zeer Belangrijke redenen om heel hard mama te roepen in het holst van de nacht natuurlijk. Maar voor jou voelt die oversteek naar de kinderkamer alsof je blootsvoets in de kou de Chinese Muur af moet lopen. En dus mag de kleine, hiephoi, in het grote bed.
3. ‘Zeg, wil je niet even op de iPad?’
Kindlief kijkt je vertwijfeld aan, knippert een paar keer met grote ogen en zegt dan: ‘Eh, ja?’ Te verbouwereerd omdat jij hier zelf mee komt, pakt hij de iPad aan en doet vervolgens een vreugdedansje voordat hij neerstrijkt met zijn lievelingsapparaat. ‘Dankjewel mama!’, klinkt het vanaf de bank. Zo, kun jij tenminste even rustig (meerdere antwoorden mogelijk): plassen/poepen/koken/zitten/telefoneren/een powernapje doen/stiekem iets lekkers snaaien terwijl je kind totale focus heeft op iets anders.
4. ‘Je hoeft vandaag geen tanden te poetsen, hoor.’
Die werkdag was echt té lang, de kinderen zijn vervelend en je snakt te hard naar r.u.s.t. Dus bonjour je de melkgebitjes ongepoetst naar bed, want strijd voeren en deze of gene in de houdgreep nemen om een gebitje te schrobben: nu-even-niet. Krijgen ze vast niet meteen een mond vol gaten van. Hoop je.
5. ‘Zullen we je vriendje vragen om te komen spelen?’
Het huis mag na afloop van zo’n speeldate dan wel een strand na een tsunami lijken, maar je hebt in elk geval anderhalf uur geen kind aan je kind. Je moet er hooguit een keer ‘samen spelen, samen delen’ tegenaan gooien, maar verder kun jij even chillen. Of koffie drinken met die leuke moeder die je er toevallig dan bij krijgt. Zie je ook nog eens iemand anders dan de caissière uit de dichtstbijzijnde supermarkt. En: op je knieën spelen met de autogarage is best een half uurtje grappig om te doen, maar het is toch fijn als je dat even kunt overlaten aan een leeftijdsgenoot van je nageslacht. Die levelen toch een stuk beter.
6. ‘Dat speelgoedje mag je wel kopen.’
Je voorziet weer een good old woedeaanval op de vloer van de winkel waar je even snel wat wilde kopen, en daar heb je nu een keer echt geen zin in. Je bent al blij dat je ‘m bij drie schappen weg hebt weten te lokken zonder overstag te gaan, maar die vierde poging geef je vliegensvlug toe. Dat doorzettingsvermogen van die kleine mag best eens beloond worden, toch? En dan nu als een speer naar huis.
7. ‘Ja hoor, al je acht Barbiepoppen mogen best mee naar bed.’
Even de kleine schoentjes uit zodat er geen verstikking of verslikking kan optreden, en dan liggen die chickies wel prima daar in dat bed van de dochter. Scheelt een heel stuk in Operatie Naar Bed Brengen, én je hebt meteen een waardevolle onderhandelingspositie zodat ze ook echt in bed blijft liggen (want anders….).
8. ‘Hier kijk eens, een lekker koekje!’
Zielsgelukkig snoept je kind van zijn biscuitje. Terwijl hij wegsjokt met nog een paar happen te gaan, sla jij je slag in de koektrommel voor grote mensen. Zo’n roze koek past met een beetje aanduwen heus wel in je mond, dus zodra de hummel zich omdraait en vraagt wat je eet kun je met een gerust hart kruimelfluiten: ‘Biscuitje, hmmm.’
Lees ook: 25 Regels over opvoeden en kinderen (die je niet uit de boekjes haalt!)