Lust je kind geen groente? Deze 3 nieuwe tips gaan wél werken!

25.09.2016 00:10


Heb je net je stinkende best gedaan om een verantwoorde maaltijd op tafel te zetten, wordt je noeste arbeid begroet met een: ‘Getver! Niet weer van die vieze groene dingen!!!’ Onze opvoedingsdeskundige Krista Okma (en moeder van 3!) heeft 3 gouden tips voor moeders van vleesetende monstertjes.

Het startsein van de eeuwig durende strijd aan de eettafel: zure spruitjesgezichten, doperwtjes die verveeld worden lekgeprikt, wortels die van het bord worden afgekeken. Ellenlange discussies over wat de minimale voorwaarden zijn om toch nog een toetje te krijgen: hoeveel hapjes nog? Borden die woest van tafel worden geduwd. Of juist een stil verzet: het verstoppen van alles wat maar op groente lijkt in de dichtsbijzijnde krantenbak, speelgoedkist, of een andere plek waar je nooit kijkt. Om het daar maanden laten, samengeklonterd en beschimmeld, weer terug te vinden. Weg illusie dat jouw kind van de ene op de andere dag het grote licht heeft gezien, en tot het besluit is gekomen vanaf nu altijd gezond en verantwoord te eten. Hieronder 3 tips die er alsnog voor kunnen zorgen dat die illusie misschien wel werkelijkheid wordt.

Lees ook: De 39 dingen die je denkt als je met de kinderen boodschappen doet.

Tip 1 – De lust ik echt niet lijst

Onze hersenen doen eerst een uitgebreid warenonderzoekje om te beslissen of ze iets lekker vinden of niet. Iedere smaak moet tien keer geproefd worden, voordat er een eindoordeel uitrolt. Als zeer ervaren strijder aan de eettafel, bracht dit me op een ideetje. Ik heb met mijn zoon de ‘lust ik echt niet’ lijst gemaakt. Pas als hij iets tien keer geproefd had, kon het op die lijst terecht komen. Zo kreeg ik hem zover om toch dingen te proeven, terwijl hij nog steeds het recht had om uiteindelijk dingen echt niet lekker te vinden. Werkte als een speer! De meeste dingen lustte hij uiteindelijk alsnog. ‘Zo vies is het nu ook weer niet mam’ en de rest? Ach, ik ben zelf ook geen groot fan van aubergine of witlof.

Tip 2 – De beste strijd is… geen strijd

De volgende tip is een open deur, maar dat wil nog niet zeggen dat je er altijd gelijk doorheen loopt. Als je niet teveel aandacht aan het gemier, gedoe en gemaar besteedt, wordt het vanzelf ook een stuk minder interessant allemaal. Want zeg nou eerlijk: als iemand helemaal speciaal voor jou op zijn hoofd gaat staan en de hele wereld erbij haalt (‘Ik weet zeker dat kindertjes uit Afrika jouw witlof ook niet lusten, krijg je dan), is dat toch op zijn minst een zeer interessant effect. Ook boos worden werkt averechts. Het beste is om vooral aandacht te besteden aan wat wel lukt. ‘Fijn lieverd, dat je het toch hebt geproefd’.

Tip 3 – Je kind als kok

Kinderen hebben graag controle over hun leven. Net als volwassenen overigens. Bij jezelf kan de blijdschap over dat je partner heeft gekookt. ‘Wat fijn schat!’ Al snel omslaan in teleurstelling als die lekker pasta bolognese waar je zo’n zin in had (en dus de boodschappen al voor had gehaald) ineens is veranderd in een groenten-visschotel. Als je kind mag meehelpen met het maken van de maaltijd weten ze wat ze te wachten staat. Bovendien zijn ze dan te trots om vervolgens te gaan roepen dat ze het niet lusten. Een recent onderzoekje liet zien dat na het meehelpen 76% van de kinderen meer van de salade en 27% meer van de kip aten. Je kind als kok dus, al is het maar een spercieboon doormidden breken of een spruit in de pan gooien.

Krista Okma is al ruim vijftien jaar pedagoog en ontwikkelingspsycholoog, moeder van drie kinderen (8, 7 en 4 jaar) en auteur van diverse opvoedboeken. Haar meest recente boek is Minipubers! – een survivalgids voor ouders van kinderen van 6-12 jaar. www.kristaokma.nl.

Lees ook: Vriendschap tussen kinderen voorbij, vriendschap tussen moeders ook?

UU1788_Minipubers_COV 2.indd