26 dingen die tweelingbaby’s stiekem denken
Wat zijn ze schattig: tweelingbaby’s! Of ze nou identiek zijn of twee-eiïg, tweelingbaby’s doen menig hart smelten. Maar o wee, als ze zouden kunnen praten. Tweelingmoeder Brenda heeft wel een vermoeden wat twinbaby’s zoal denken.
- Net na de geboorte: ‘Ah, dus door jouw voet is mijn schedel een beetje scheef? Wacht maar, dat ga ik de komende negen maanden even rechtzetten zodra ze ons bij elkaar neerleggen.’
- ‘Zo, die baby heeft een rotkop!’ Jullie zijn één-eiïg, bro.
- ‘Hee, mag ik weer eens op jouw vingers zuigen? Oja, sorry, detail: ik heb intussen vlijmscherpe tandjes in mijn bakkes.’
- ‘Als ik nou net wat harder huil dan jij, zou mama mij dan als eerste optillen?’
- ‘Ik zet het gewoon midden in de nacht op een brullen, als jij slaapt. Heb ik eindelijk even quality time met MIJN moeder.’
- ‘Twinning is winning? Bwahaha, we liggen er gewoon weer voor lul bij vandaag.’
- ‘Hal-lo, jij was er als eerste uit dus nu mag ik de rest van mijn leven alles eerst doen.’
- ‘Nu we het toch over die bevalling hebben: waarom ging jij nou ineens? Ik zat nog heerlijk, in mijn eigen gesloten vruchtzakje. Maarja, toen kwamen ze mij dus ook halen…’
- ‘Ah, jij rolt al om? Prima, mama tevreden, kan ik nog even lekker als een zoutzak op mijn rug blijven liggen de komende tijd.’
- ‘Oeh lekker, een ananas-banaan-hapje, mijn favoriet! Ik hoop zo dat jij allergisch blijkt te zijn.’
- ‘Ik voel zo’n bijzondere band met jou. Maar ik ben ook een uniek individu, gesnopen?’
- ‘Zullen we later doen alsof ik jou ben en jij mij? Ik krijg spontaan een binnenpretje als ik denk aan de blinde paniek in papa’s ogen als mama een dagje niet thuis is.’
- ‘Zullen we samen hysterisch grienen, tegelijkertijd? Kijken hoe mama dát oplost!’
- ‘Even serieus: probeer jij nou te kruipen? Uitslover.’
- ‘Ik vind jou zo lief! Als je slaapt.’
- ‘Hee broer, staat je énig mijn roze slaapzak met bloemetjes! Love it als mama achterloopt met de was.’
- ‘Zullen we bij het babyzwemmen tegelijkertijd onze zwemluier volblaffen?’
- ‘Oeps, trek ik per ongeluk je broek uit. Máma, hij heeft zijn broek weer uitgedaan!’
- ‘Zo, dus jij was de zwaarste toen we geboren werden? Wist je dat een hoog BMI heel veel gezondheidsrisico’s met zich meebrengt?’
- ‘Hier met die speen! Ik bescherm je wel tegen al die beugels die je anders in de brugklas moet dragen. Hmmm, sabbel-sabbel-smak-smak.’
- ‘Kijk nou hoe hilarisch, mama past eigenlijk niet meer in de auto als wij en Grote Broer zijn ingeladen.’
- ‘Bij de eerstvolgende die zwijmelend zijn hoofd boven onze kinderwagen hangt, steken we een middelvinger op. Deal?’
- ‘Leuk hoor, samen op één kamer. Maar zus, wat een lúcht! Volgens mij ben je rot van binnen.’
- ‘Wij gaan nooit met elkaar concurreren, afgesproken? Je weet trouwens wel wat ze zeggen hè: lelijk in de luiers is knap in de sluiers. Maar dat terzijde.’
- ‘Mam, je kan grommen en snuiven wat je wilt, maar dat helpt niet om onze tweelingwagen-met-maxicosi’s erop door een deur te krijgen. Als je je een béétje had ingelezen, had je geweten dat het niet past.’
- ‘Jij daar, ukkie, kijk mij eens gaan: ik groei als een malle! Zou je ook eens moeten doen, acht maanden lang een nachtvoeding blijven eisen. Ook al houden papa en mama nu wel meer van jou dan van mij…
Lees ook: Waarom elke tweelingmoeder stiekem Superwoman is