18 Leugentjes om eigen bestwil die iedere moeder weleens vertelt

20.02.2020 05:00


Een leugentje voor eigen bestwil. Hartstikke onschuldig. Zo ziet Renée het. Ze bekent dat ze deze 18 leugens (en stiekem nog veel meer) geregeld tegen haar kind vertelt, en adviseert jou om dat vooral ook te doen.

Lees ook: Waarom je altijd moet liegen tegen het Consultatiebureau.

Eerlijk duurt het langst. Ja, dat klopt. Dan duren de dagen met kinderen inderdaad héél erg lang. Dus is Renée niet vies van een leugentje op zijn tijd. Ze deelt haar meest succesvolle met jou, misschien helpt het jou ook de dagen door.

‘Het is al/nog dicht.’
Werkt vooral goed wanneer ze naar de McDonalds willen. Ik heb mijn oudste wijs gemaakt dat die alleen open is wanneer het donker is. En dat accepteert-ie. Eens kijken of dat ook werkt bij de snoepwinkel, indoor speeltuin en de bibliotheek.

‘Ik ben bijna klaar.’
Dit roep ik zodra een van mijn kinderen om me roept. Het is gewoon een manier om ze koest te houden tot ik echt klaar ben, wat meestal nog wel effe duurt.

‘Daar krijg je spierballen van.’
Werkt bij alles wat mijn kind niet wil eten. Vertel hem dat hij er spierballen van krijgt en hij begint als een gek zijn groente naar binnen te harken. Moet je daarna wel even voelen aan zijn kinderbicepjes en flink onder de indruk zijn.

‘Het is al 8 uur! Iedereen slaapt al.’
Dit zeg ik meestal al om 6 uur, wanneer ik ze naar boven wil hebben omdat ik er klaar mee ben voor vandaag. ‘Zachtjes op de trap,’ anders maak je iedereen wakker. Ze tuinen er met open ogen in.

‘Het water is bijna op.’
Mijn oudste is nogal van het douchen. Als ik deze leugen niet inzet, staat hij er zo een halfuur onder. Dus raakt het water in ons huis altijd vrij snel op. Moeten we inderdaad eens een Bob de Bouwer naar laten kijken, schat. Kom nu maar afdrogen.

‘Ik ben altijd dichtbij, schatje.’
Goede leugen om in te zetten wanneer je kind bang is. Ik ben helemaal niet altijd dichtbij. Soms ben ik zelfs niet eens in het huis wanneer hij slaapt. Zijn vader dan wel, hoor, geen zorgen. Het geeft hem een fijn en veilig gevoel. Whatever works. Als hij zijn ogen maar dicht doet.

‘Dieven en boeven wonen alleen in de grote stad, niet hier.’
Ze moeten op tv, in boeken en in de Donald Duck eens stoppen met al die slechteriken. Het komt me rond bedtijd zoveel tijd om al die onzin uit zijn hoofd te praten. Dus zeg ik dat boeven en dieven alleen in de grote stad wonen, niet in ons lieve dorpje. Daarna draai ik even de voordeur op slot zodat er niet ingebroken wordt, maar dat hoeft hij niet te weten.

‘Dat mag niet van de politie.’
Een lolly in je mond terwijl je rent. Zonder ontbijt naar school. Voor zes uur ‘s ochtends opstaan. Ja, die agenten die zijn me een partijtje streng. Rechtvaardig, dat wel, maar ook best streng.

‘Als we te laat komen wordt juf Ellen boos.’
Juf Ellen is zo lief, die wordt nooit boos. Des te indrukwekkender is het idee dat het wel eens zou gebeuren. Dan loopt ‘ie tenminste lekker door.

‘Ja, dat is kip. Lekker, hè?’
Of het nou zalm, tofoe of rundvlees is, wij noemen het allemaal kip. Want dat vindt hij lekker.

‘Het doet geen pijn.’
Oké, een beetje misschien, maar dat moet je vooral niet aankondigen want dan beginnen die van mij al te brullen voor ik ze überhaupt aanraak. Dan maar een leugentje en een deuk in het vertrouwen in mama. Ik ben nog meer geblèr niet aan.

‘Papa kan dat echt heel goed.’
Deze zin is inzetbaar bij alles waar ik geen zin in heb. Lego’en, knexxen, stickeren. Whatever. Hij rent meteen naar zijn papa toe.

‘Ik weet niet hoe dat werkt.’
Dit zeg ik bij alles met batterijen. Want ik heb geen zin om dat te maken of er nieuwe in te stoppen. Dus doe ik me achterlijker voor dan ik ben en wachten we met smart tot papa thuis is.

‘Die specifieke knuffel/shirt/dinopak zit in de was.’
In de was. Tja, daar kan niemand wat aan doen. Het is de enige manier om hem te doen accepteren die dat ene kledingstuk of die ene knuffel nu even geen optie is.

‘Als ik het niet doe, doet de papa het, maar dan veel harder.’

Sorry, lieverd. Ik weet het, het is niet eerlijk. Ik zeg dit bij het poetsen van gezichten en het verwijderen van snotneuzen. Dan toch maar liever dat mama het doet.

‘Dan ga ik wel zonder jou naar de winkel/school/speeltuin.’
Alsof ik hem echt alleen achter zou laten. Maar een indruk dat het maakt. Zeker wanneer ik de auto alvast start. Dan zijn die schoenen en jas opeens wél razendsnel aan.

‘Ik kom zo nog even bij je kijken.’
We knuffelen altijd even voor het slapen gaan. Soms val ik dan ook in slaap in zijn eenpersoonsbedje en dat vindt hij heerlijk. Heb ik daar geen zin of tijd voor, dan zeg ik altijd dat ik de kat écht eten moet geven, maar zo nog even bij hem kom kijken. Not! Hij slaapt dan toch al.

‘Ik hou van jou het allermeeste!’
Hij gloeit zo wanneer ik dit zeg. Opvoedkundig fout en onverantwoord, maar ach, fuck dat. Het geeft hem even dat gevoel dat hij voor mij nummer 1 is. En dat mag best.

Lees ook: 13 Doorzichtige smoezen die je gebruikt in de eerste 12 weken.