15 Redenen waarom onze kinderen slimmer zijn dan wij
Wij als volwassenen, als ouders, zijn vaak van mening dat we alles beter weten, dat we slimmer zijn dan onze kinderen. Maar, is dat eigenlijk wel zo? Toegegeven, de gemiddelde peuter maakt regelmatig dubieuze keuzes (want drinken uit het toilet, of in je blootje in de kattenbak gaan zitten ís gewoon bad judgement), maar als je erover nadenkt doen kinderen een heleboel dingen eigenlijk een stuk beter dan wij. Zoals:
Lees ook: Wat ik mijn kinderen meer wens dan ‘gelukkig zijn’.
* Bewegen om het leuk is. Leuk dus, ja. De meeste volwassenen bewegen alleen omdat het moet. Om de weegschaal en Instagram tevreden te houden. Wanneer zijn we toch vergeten hoe fijn het is om je ledematen in werking te stellen? Hoe heerlijk het is om zomaar in het rond te dansen, te rennen, te springen? Kinderen weten dat een lichaam bedoeld is om mee te bewegen. En dat dat goed voelt.
* Gek doen. Dat kunnen wij namelijk eigenlijk niet meer. Omdat we ons schamen, onzeker zijn, niet meer weten hoe het moet. Kinderen vinden het geen probleem om gekke dansjes te doen, rare geluiden te maken, de straat op te gaan in een outfit met 10 contrasterende kleuren. Omdat het ze vrolijk maakt. En er is tenslotte al genoeg serieus gedoe in de wereld.
* Zich verzetten tegen autoriteit. Oke, minder leuk voor ons, maar eigenlijk wel een goede eigenschap. Het is namelijk helemaal niet onverstandig om dingen niet zomaar klakkeloos te accepteren. Je afvragen waarom iets gaat zoals gaat, of moet zoals het moet, zorgt ervoor dat je jezelf blijft uitdagen om zélf na te denken. En hoewel volgen niet altijd slecht is, zou je het jezelf misschien vaker moeten gunnen om te leiden.
* Spelen is het belangrijkst. En dat zou het eigenlijk voor iedereen, jong en oud, moeten zijn. Het leven is namelijk leuk en daar moet je gebruik van maken. Er is tenslotte een reden dat we een lichaam hebben dat kan dansen, een brein dat mens-erger-je-niet kan spelen, een stem die liedjes kan zingen en handen die met Lego de mooiste bouwwerken kunnen maken. Ja, als je volwassen bent moet er ook gewerkt worden, maar all work and no play, dat kan nooit de bedoeling zijn.
* Fantaseren. Mijn kinderen kunnen op één dag zes verschillende identiteiten aannemen. Van prinses tot Pikachu, van koning van een magisch land tot brandweerman, welke droom het ook is, kinderen maken hem waar, zonder problemen. Ik zou willen dat ik me nog een prinses kon wanen, alleen omdat ik me op dat moment zo voel.
* Vertrouwen op je intuïtie. Volwassenen doen alles op hun verstand, op hun ratio. Ons gevoel, dat stoppen we vaak ver weg, we raken ons vertrouwen erin kwijt. Doodzonde, want juist je gevoel vertelt je heel vaak de waarheid, wijst je in de juiste richting. Kinderen luisteren naar eerst naar hun hart en dan pas naar hun hoofd. Willen ze tante Tiny geen kus geven, dan kríjgt tante Tiny dus geen kus.
* Dingen doen omdat JIJ het leuk vindt. Hoe vaak zijn we als volwassenen bezig om het vooral ánderen naar de zin te maken? Terwijl we zelf misschien wel iets heel anders willen. Toegegeven, kinderen zijn nogal egocentrisch en op zich hoef je niet meteen die me, myself and I mentaliteit helemaal over te nemen. Maar af en toe voor jezelf kiezen is helemaal zo slecht nog niet.
* Snoepen zonder schuldgevoel. Slaat een kind zich voor het hoofd na het eten van een bak ijs? Rent een kleuter linea recta richting de weegschaal na het verorberen van een zakje chips? Nee! Een kind wrijft eens voldaan over zijn buik en verheugt zich op de volgende portie. Hoe heerlijk is dat? Dat heet nou genieten.
* Van jezelf houden. Een gemiddeld kind vindt zichzelf een geschenk van God. Zo wil mijn dochter bijvoorbeeld regelmatig in de spiegel naar zichzelf kijken, om dan vervolgens gelukzalig te verzuchten: “Oh, wat ben ik toch mooi!” Ik zou een moord doen voor een dergelijke vorm van grootheidswaanzin. Dat scheelt weer heel wat tripjes naar de Weight Watchers en de plastisch chirurg.
* Knuffelen. Kinderen kunnen vol overgave knuffelen, veel beter dan volwassenen. Met heel hun lichaam, heel hun hart en ziel. En dat is heerlijk. Ik zou willen dat ik me nog zo kon overgeven.
* Kwetsbaar durven zijn. Het achterste van je tong laten zien, dat is voor menig volwassene nogal een ding. Kinderen hebben daar geen last van, die laten zich zien in al hun glorie. Of dat nou vrolijk is, of huilend, schuimbekkend, racekakkend, noem het maar op. No shame. Heerlijk.
* Kunnen vergeven. Kinderen kunnen elkaar het ene moment de hersens inslaan over een autootje, het volgende moment zijn ze weer de beste vrienden. Daar kunnen wij volwassenen nog war van leren. Met wrok en verbitterdheid schiet je namelijk weinig op, je krijgt er alleen maar rimpels van. Over je hart kunnen strijken, dat levert je veel meer op.
* Creatief durven zijn. Ik ga nog liever dood dan dat ik mijn mond opentrek om mee te zingen met de radio. het lijkt me leuk om te kunnen schilderen, maar ik doe het nooit, omdat ik bang ben dat mijn creaties met mikpunt zullen zijn van spot en hoon. Kinderen trekken zich er niks van aan of ze talent hebben of niet. Als een kind wil tekenen, dan tekent het. Als een kind wil zingen, dan zingt het, al barsten de ramen ervan. Kinderlijke creativiteit laat zich niet stoppen. En wat moet dat een fijne uitlaatklep zijn.
* Durven dansen. Ken je dat gevoel als je op een feestje bent waar gedanst wordt? Dat je je zó bewust bent van je eigen lichaam en dat je armen als sneue slierten langs je lichaam hangen? Het idee hebt dat iedereen je uitlacht zodra je één keer ongemakkelijk met je heupen hebt gewiegd? Kinderen hebben daar helemaal geen last van. Of ze nou moves hebben of niet, gedanst zal er worden.
* Snappen dat het leven geweldig is. Wij volwassenen hebben de neiging tot klagen. Veel klagen. Over ons leven dat zo zwáár is. En waarom is het zwáár? Voornamelijk omdat we vergeten dat het eigenlijk vooral leúk is. Kinderen vergeten dat nooit. Ja, er moet veel. Maar wat is het eigenlijk heerlijk dat je er bent om dat allemaal mee te maken. Toch?
Lees ook: 12 Vergissingen die alle jonge ouders maken.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.