12 Dingen die je denkt over baby’s als je nog geen baby hebt
Als je nog geen kinderen hebt, denk je gek genoeg toch te weten hoe het ouderschap werkt. En vooral: dat het peanuts is. Want hoe moeilijk kan het nou zijn, zo’n lief klein baby’tje? Tja…
Lees ook: Wat ze je niet vertellen over het moederschap.
1. Zwangerschapverlof is een soort vakantie
Want, drie maanden niks doen, hoe relaxed is dat?! Maar dan wil je halverwege het hele huil-voed-poep-slaap-gedoe maar wat graag weer aan het werk en ruilen met je echtgenoot, die iedere ochtend het pand mag verlaten, de lucky bastard.
2. Een baby slaapt de hele dag
Dat zeggen ze. In boekjes en op websites. Dus zie je jezelf al hele dagen heerlijk op de bank zitten met cappuccino’s en Netflix. Totdat je erachter komt dat het leven met een pasgeboren baby drukker is dan het schema van de CEO van een multinational. Waarom vertelt niemand je dat je in principe de HELE DAG aan het voeden en verschonen en wiegen bent?
3. De baby neem je gewoon overal mee naar toe
Ja, zo’n baby is klein, maar hij heeft grootse bagage nodig als je deur uit gaat. Luiers, billendoekjes, schone kleren, flesjes, voeding, speeltjes, speelkleed, slabbetjes, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Voor je het weet heb je drie tassen vol met spul aan die, trouwens enorme, kinderwagen hangen en kun je dus sowieso eigenlijk geen winkel of cafeetje meer in. Daarnaast: je zult altijd zien dat je kind het op een krijsen zet op het moment dat je de deur uit stapt, of z’n luier vol kakt precies als je met je vriendinnen een tafel in dat leuke tentje hebt gevonden en de high tea geserveerd wordt.
4. Een kraamhulp is overbodige luxe
Theoretisch gezien zou je dat kunnen beargumenteren, zeker als je man thuis is, of je je moeder kunt inzetten, maar in de praktijk kun je de kraamverzorgster beter zoveel mogelijk benutten. Die eerste dagen ben je zo kapot (zowel letterlijk als figuurlijk) dat de kraamverzorgster een waar godsgeschenk is. Pak alle hulp en slaap die je kunt krijgen. Echt. En bovendien moet er toch iemand zijn die je hechtingen checkt en die klus wil je echt niet aan je vent overlaten.
5. Je houdt meteen ontzettend veel van je kind
Dat is namelijk wat je altijd hoort: ‘Toen mijn baby op mijn buik gelegd werd, was ik meteen verliefd’. Maar, dat is dus geen gegeven. Soms denk je alleen: ‘Oh. Een baby’, of ‘Ieuw, glibberig.’ Zoiets. Soms moet het gevoel echt groeien en dat kan best eventjes duren. Maar dat is niet erg.
6. Babyblues en kraamtranen zijn onzin
Ehm, tja. Wacht maar tot dag vier van de kraamweek.
7. Het zal allemaal wel meevallen met die moeheid
HAHAHA. Succes.
8. Na de bevalling zorg ik dat ik meteen weer in shape ben
Schrik niet als je na drie maanden nog steeds in je zwangerschapsjeans rondloopt. Want je kúnt inderdaad daags na de bevalling achter je joggingkinderwagen springen en met die baby door het park sprinten, maar wáárom zou je dat doen als je ook lekker op de bank kunt zitten met je kind tegen je aan en een dubbele latte macchiato?
9. Ik laat me niet opfokken
Een nobel streven. En een illusie. Want reken maar dat je heel snel midden in de nacht hysterisch zit te Googlen waarom je kind van die rare geluiden maakt en wat dat ene vlekje op z’n wang betekent en of z’n poep wel de juiste kleur heeft en of het normaal is dat-ie nog niet rolt na een week en, en, en…
10. Ik ben heel goed met kinderen, dus dat opvoeden wordt een makkie
Ook al heb je op een heel weeshuis aan kinderen gepast toen je zestien was, ook al heb je een peloton jongere broertjes en zusjes waar je een soort tweede moeder voor was, het is toch anders dan met je eigen kind. Je zult het gevoel hebben dat je geen flauw idee hebt waar je mee bezig bent en je zult enorm aan jezelf twijfelen. En het zal allemaal anders zijn en gaan dan je van tevoren had gedacht
11. Ik word niet zo’n moederkloek
Je hebt je vast voorgenomen om je niet te laten opslokken door het moederschap. Om niet je hele leven om je kind te laten draaien. En dan is de baby er en overweeg je op staande voet ontslag te nemen op je werk omdat je niks anders meer wilt dan luiers verschonen en knuffelen met je kind. Lijkt er niks anders meer zo belangrijk als je baby en moeder zijn. Wil je eigenlijk ook nergens anders meer over praten. Uiteindelijk wordt je wereld echt wel weer iets groter. Maar dat duurt even (en zeg tot die tijd je baan toch nog maar niet op).
12. Ik trek me niks aan van andere mensen
En dan vraagt op dag twee buurvrouw Beppie tijdens de kraamvisite waarom je je kind niet gewoon boven in z’n wiegje te slapen legt, ipv hem de hele tijd in je armen te houden. Zegt je moeder dat je hem best even kunt laten huilen. En overvalt je een enorme onzekerheid. Want wat als ze een punt hebben? Doe je het eigenlijk wel goed? Het antwoord is: ja. Maar het kan wel even duren voor je daar zelf ook van overtuigd bent.
Niets meer missen?
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.