11 hobby’s van mijn kinderen waar ik hartstikke zen van word

14.06.2016 11:22
hobby's, zen


Terras hangen. Winkelen. Eindeloos lezen. Dat was ooit zo leuk, allemaal. Nu gewoon even wat minder. En dan kun je beter van de nood een deugd maken. Daarom zijn de hobby’s van mijn kids nu ook mijn nieuwe hobby’s. En ik vind ze nog fantastisch ook.

Lees ook: 13 Dingen die je terugkrijgt voor het moederschap

Och weet je nog? Dat je eindeloos op de bank zat met thee, koekjes en minstens zes tijdschriften? Dat je de winkelstraat met uiterste precisie uitkamde- en weer terug? Dat je gewoon drie keer per week in de kroeg kon zitten of twee uur op een terras voorbijgangers kon keuren zonder dat er iemand Fristi over het tafeltje heen spritste of krijste om een tosti? Ik niet. Dat was een ander leven. Een leven Heel Erg Ver Weg. Die hobby’s van mij, ik heb ze geparkeerd tot 2022. Ik schat in dat mijn grut tegen die tijd als volleerde pubers verveeld en puisterig (heer-lijk! Wat een rust!) op de bank ligt te zappen/appen/virtual reality-achtige dingen aan het doen is. En dat ik dan vanaf diezelfde bank roep: ‘Jongens, ga iets núttigs doen met je leven.’ Om vervolgens snel weer in mijn roddelblaadje te duiken.

Tot die tijd heb ik de hobby’s van de kinderen maar overgenomen. Je moet toch wat, hè? En toegegeven, deze dingen vind ik dus écht leuk om te doen. Dank, lieve kindertjes van mij, dat jullie het kind in mama hebben hervonden. Het kind in mama vindt het heerlijk om met jullie te keutelen. Behalve op verzoek Anna en Elsa’s tekenen. Hoe ik ook mijn best doe, ze blijven eruit zien als Gremlins. Geen talent voor. Maar da’s niet zo erg. Want er zijn zoveel dingen ik dus wèl De Bom vind:

  1. Kunst maken met krimpplastic. Zo’n velletje vol tekenen (lees: plaatjes overtrekken, want tekenen kan ik dus niet), in de oven gooien en wachten tot er een klein, hard dingetje uit getoverd komt: ik blijf dat dus ma-gisch vinden. En dus liggen er nu door het huis verstrooid zo’n 56 Hello Kitty/Dora/Nijntje-hangertjes (geloof me: simpele plaatjes werken ’t best).
  2. Toverdrankjes Love it! Gewoon een bak water waar je van alles in flikkert, en daar dan een toverspreuk bij zeggen. Super geinig. We hebben het laatste toverdrankje, een zonnedrank (voorzien van uiteraard zonnige dingen als bloemen, olijfolie, snufje kaneel en vanillepoeder) in de tuin gesprenkeld met de woorden: ‘Zon, zon, kom!’ Heeft nog niet bijster goed geholpen, maar ik heb mijn dochter wijsgemaakt dat het altijd even duurt voordat toverdrankjes gaan werken. We zullen zien.
  3. Alles met ballen. Tot nu toe rustgevend omdat ballenspelletjes tot een jaar of vijf geen duidelijk doel dienen. En aangezien ik het balgevoel van een natte krant heb, is daar voorlopig niks frustrerends aan. Gewoon een paar keer stuiteren, en dan zijn we het met zijn allen weer zat – prima.
  4. Bakken. En dan niet van het niveautje half-slappe muffins waar je alleen maar water aan hoeft te voegen en een prinses op plakt. Nee, als we bakken, gaan we los. Gelukkig is de dochter begenadigd met de genen van haar moeder als het aankomt op de competenties geduld en perfectionisme. En dus gaan we door tot we de per-fec-te macarons uit de oven krijgen. Met een op de milligram nauwkeurige hoeveelheid ei, toegevoegde suiker van precies 118 graden en de juiste kleurstoffen. Totale focus, en zo kicken als het lukt!
  5. Auto’s botsen met mijn dreumeszoon. Hartstikke makkelijk, want ik hoef alleen maar ‘Toetoe Boem!’ te roepen. En het helpt me allerlei frustraties te lozen. Wellicht pedagogisch niet helemaal verantwoord, maar wel lekker om even te rammen.
  6. Enzo Knol kijken. Vroeger had je Bob Ross, met zijn fluisterende stem, waarbij ik na tien minuten steevast in een soort meditatieve modus gleed die erg aangenaam was. Dat heb ik tegenwoordig dus met Enzo Knol. Even een filmpje van zijn guitige kop in een glijbaan (hoe vaak zit die gast in een glijbaan echt?!?!) en mama kan er weer tegenaan. Downside is dat dochterlief sinds kort regelmatig roept: ‘Whát Da Fuck’. Maar om daarvoor onze Enzo Knol-momentjes op te geven? Naahh….
  7. Bed springen. En daar bedoel ik mee: de kids springen. Ik lig ernaast. Met een half oogje toe.
  8. Spelen met de tuinslang. Twee vliegen in één klap, want: de kids plezier, de tuin wordt effe lekker schoongespoeld, die twee hoeven niet meer in bad én het is lekker verkoelend. Niks meer aan doen, dus.
  9. Even lekker los op muziekjes die we wegens het vele Kinderen voor Kinderen-geweld hier in huis niet al te vaak meer horen. Een vette Pharrell, Beyoncé of Justin en we zijn allemaal weer losgeschud en blij. Oké, niet zo tof als in een heuse disco staan, maar lekker is het wel. Which reminds me: we moeten onze discobol nog ophangen. Dat maakt de ervaring vast al méér hoe het kan zijn.
  10. Boeken voorlezen. En dan vooral de boeken ‘Fred het (heel erg eigenwijze) Hert’. ‘Pluis is het zat’. ‘Garage Gust’. Jongens, aanschaffen deze boeken want ze zijn zoooo mooi getekend én leuk om te lezen, ook voor de ouders. Krijg je geen spijt van. Niets zo lieflijk als twee hummeltjes op je schoot, met blote voetjes, die helemaal opgaan in het verhaal.
  11. Papieren bloemen vouwen. Men neme een ijzerdraadje, paar pakken crêpepapier en voilà: voor je het weet heb je een prachtige bloem gemaakt. Heel rustgevend werkje, vooral omdat het zo makkelijk is. Heer-lijk.

Dit waren ze. Zijn we er nog een paar vergeten? Laat het ons weten!

Lees ook: Lezen en rekenen op school? Misschien hebben we meer aan meditatie!