Waarom het niet zielig is om je kind vijf dagen per week naar de opvang te brengen
Fulltime werkende moeders kunnen in Nederland op nogal wat kritiek rekenen. Je kind vijf dagen naar de opvang brengen vinden we namelijk zielig. Maar is dat eigenlijk niet een nogal achterhaalde, ouderwetse opvatting?
De laatste tijd is er veel te doen over de haperende emancipatie van vrouwen in Nederland.
Op het gebied van arbeidsparticipatie scoren we het laagst van heel West-Europa. Onlangs kwam het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) naar buiten met een onderzoeksrapport waaruit bleek dat vier op de tien Nederlandse vrouwen niet economisch zelfstandig zijn en dat bovendien 60 procent van de vrouwen die wel werkt dat doet in een deeltijdfunctie. Ontwikkelingslanden als de Filipijnen en Rwanda zijn ons voorbij gestreefd op de emancipatieranglijst. Behoorlijk zorgwekkende cijfers, maar daar lijken we ons in Nederland zelf niet echt druk om te maken. Onze deeltijdcultuur is diep ingebed in de samenleving en die is voornamelijk gestoeld op de gedachte dat het gezinsleven en een fulltime baan niet te combineren zijn. Althans, niet voor vrouwen. Moeder zijn kan ons inziens namelijk alleen als je niet, of maximaal drie dagen per week werkt. Meer vinden we zielig voor de kinderen. Wat ons voor een patstelling stelt. Gaan er namelijk niet meer vrouwen meer werken dan verbetert hun maatschappelijke positie niet en blijven zij altijd op achterstand staan. Wat weer leidt tot economische afhankelijkheid, met alle gevolgen van dien. Een vicieuze cirkel dus, waar we op deze manier nooit uitkomen. Moeten we dan dus onze kinderen maar ‘opofferen’ ten faveure van onszelf? Het antwoord daarop is: ja. Want je kind naar de opvang brengen is dus helemaal niet zielig.
LEES OOK: Fuck die emancipatie, doe ons maar een leuk autootje (krijg je al een mommy-bonus?).
Ruben Fukkink, hoogleraar kinderopvang aan de Universiteit van Amsterdam zegt dat goede en betaalbare kinderopvang een grote bijdrage kan leveren aan de emancipatie van de vrouw.
“De achterstand die ontstaat wanneer een vrouw kinderen krijgt en minder gaat werken of daar zelfs mee ophoudt wordt niet meer ingehaald bij herintreden” zegt Fukkink in het Algemeen Dagblad. “Als er een stabiel overheidsbeleid komt en kinderopvang een structureel en vast onderdeel wordt van de opvoeding in de voorschoolse periode laten ouders misschien hun schroom varen om hun kinderen weg te brengen.” Katinka Reuling, bestuursvoorzitter van kinderopvang organisatie Partou, onderschrijft dit. “Je kind meer dan drie dagen per week in de opvang ‘stoppen’ is in Nederland eigenlijk onacceptabel. Maar vrouwen zouden elkaar meer moeten steunen. We moeten af van dat idee dat moeders die hun kinderen naar de opvang brengen niet zelf voor ze willen zorgen.” Bovendien, zegt Reuling, is de opvang veel meer dan alleen een plek om je kind te ‘stallen’. Kinderen doen er sociale en cognitieve vaardigheden op en zijn bovendien in het gezelschap van pedagogisch opgeleide professionals, die iedere dag bezig zijn de kinderen van alles te leren. “De opvang heeft een toegevoegde waarde waar ouders zich bewust van zouden moeten zijn.”
Als fulltime werkende moeder kan ik alleen maar zeggen: amen. Het is namelijk heel vervelend om je als moeder telkens te moeten verantwoorden omdat je fulltime werkt.
Hoe vaak ik niet heb moeten horen dat het toch eigenlijk wel egoïstisch is dat ik niet vaker bij mijn kinderen ben. Dat ik eigenlijk überhaupt geen kinderen had moet krijgen als ik ze ‘door iemand anders wil laten opvoeden’. Wat natuurlijk je reinste flauwekul is. Dat ik niet altijd bij mijn kinderen ben betekent niet dat ik ze dus niet zelf opvoed. Mijn eigen moeder heeft altijd fulltime gewerkt, maar ik zal echt nooit beweren dat ik ben opgevoed door de leidsters van het kinderdagverblijf of door mijn oppassen. Dat gevoel heb ik nooit gehad. En dat gevoel hebben mijn eigen kinderen ook niet. Moeder zijn betekent niet dat je 24 uur per dag bij je kinderen moet zijn. Het betekent dat je van ze houdt en voor ze door het vuur zou gaan. Ze normen, waarden en genoeg bagage meegeeft om het leven aan te kunnen. Ze troost als ze verdrietig of ziek zijn en ze een veilige omgeving geeft om in op te groeien. Bij die omgeving kan ook de opvang horen. Daar worden kinderen tenslotte met liefde en warmte opgevangen. En daar is niks zieligs aan.
Ik heb mijn persoonlijke mening over de arbeidsmentaliteit van Nederlandse vrouwen.
Ik vind dat we meer zouden moeten werken, omdat het echt zorgwekkend is hoe laag we onderaan de emancipatieladder bungelen en we onszelf daarmee geweld aandoen. Niet alleen onszelf als vrouwen, maar juist ook onze kinderen. Omdat we hen een voorbeeld geven dat mijns inziens weinig doet voor hun toekomst. Gelijkheid en onafhankelijkheid zijn belangrijk voor ieder individu en voor de samenleving als geheel. Om me heen zie ik wat voor moeilijkheden het kan veroorzaken als je als vrouw afhankelijk bent van je man, als je je niet zelf kan redden als het moet. En wat het nog steeds voor barricades en oneerlijke situaties opwerpt in de maatschappij. Daar moeten we vanaf en dat gebeurt alleen maar als we daar zélf wat aan doen en onze kinderen laten zien hoe het anders kan. Maar ik kan niet bepalen hoe een ander haar leven invult. Als je als vrouw thuis wilt zijn bij je kinderen, of minder wilt gaan werken, dan is dat nog steeds jouw keus. Ik kan daar van alles van vinden, maar wat ik in ieder geval níet vind, is dat dat zielig is voor je kinderen. En misschien is dát een goed uitgangspunt om mee te beginnen als het gaat om een cultuuromslag in Nederland: dat we in ieder geval ophouden die eeuwige ‘moeder-oorlog’ te voeren over de ruggen van ons kroost. Door elkaar niet te pakken op ons kwetsbaarste punt: onze kinderen. We kunnen de keuzes die een ander maakt en de opvattingen die zij heeft betwisten en misschien zelfs verwerpen, maar die kinderen van ons zijn absoluut niet zielig. Die van mij, die vijf dagen per week worden opgevangen, niet en die van jou, die misschien altijd bij jou thuis zijn, ook niet. Omdat we allemaal het beste met ze voor hebben en ze allemaal opgroeien in liefde en in veiligheid. En dat is uiteindelijk toch het enige waar het om gaat?
LEES OOK: Ja, ik ben moeder. Maar dat is niet mijn grootste ambitie.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.