Het kind van Marcel gaat naar een kinderdagverblijf en dat vindt hij best een dingetje…

10.10.2022 18:00
Het kind van Marcel gaat naar een kinderdagverblijf en dat vindt hij best een dingetje...


Marcel is 44. Hij is journalist, getrouwd met Carlijn en heeft een baard, alsmede een 1 jaar oude dochter die Sammie heet. Op Me-to-We.nl vertelt hij hoe het zover heeft kunnen komen. En over hoe het nu verder moet.

En dus gingen we op zoek naar een kinderdagverblijf. Ooit, zo’n honderd jaar geleden, toen wij nog kindvrij waren, dachten we altijd: joh, wat maakt het uit waar je baby kinderdagverblijft. Als ze maar veilig en warm is en als er maar wat te eten is en de mensen lief doen. Hoe moeilijk kan het zijn.

Dat dachten we altijd. En toen kregen we een baby.

We hielden het een mooi ruim jaar vol – ja, Sammie is inmiddels een jaar oud, bedankt allemaal, het was een magisch feest. Maar na dat jaar besloten we: een dagje op zo’n verblijf, dat is misschien wel leuk voor ons, als ouders. Dan heb je ook eens een dag zonder baby en heb je misschien eens tijd voor iets anders. Een beetje sporten, je baard trimmen, het gras verticuteren, je benen harsen, erotisch verpozen of gewoon zinloos voor je uit staren op de bank terwijl je een bak heel onverantwoord tot stand gekomen knakworsten burgemeester maakt.

En dus gingen we op zoek naar dat kinderdagverblijf.

Met dit onheilspellende aanloopje zou je misschien kunnen denken: dat wordt lachen. Die Marcel en die Carlijn zijn dat hele Amsterdam door gefietst op zoek naar het ultieme kinderdagverblijf, want het zijn natuurlijk van die zeikerds en het was vast een grote duffe put vol ellende.

Ik zeg je: dat viel dus reuze mee. We hadden er een stuk op vijf uitgekozen. Gewoon afgegaan op de websites, de foto’s en wat er over geschreven werd. En een beetje op gevoel, want wij zijn niet alleen zeikerds, maar ook heel gevoelig weetjewel.

De eerste deed een beetje denken aan een Noord-Koreaans heropvoedingskamp. In pasteltinten, maar toch. Er waren zo’n twaalf kinderdagverblijvers binnen en tien daarvan waren aan het huilen. Van sneu mopperen tot alarmerend gieren. Het was er oud en verdrietig en het rook er naar iets ondefinieerbaars en we bleven desalniettemin voor de rondleiding, want de mensen waren er superlief. Ze legden uit dat ze er aan zelftroosting en eigenverantwoordelijkheid deden. Daar leerden de rakkertjes het meest van. We knikten heel erg van ja, oké, en dat we het begrepen.

Eenmaal buiten twijfelden we aan ons gevoel, maar kijk aan, de tweede was gewoon raak. Geen enkel kind huilde, wat niks zegt, maar toch. Het rook er fris, we moesten van die plastic slofjes over onze schoenen aan, ze voerden er biologische hapjes enzo en de mevrouwen waren er ook nog eens superlief. We bleven er een uur en we wilden eigenlijk niet weg – want gezellig – en dat leek ons een goed teken.

Volgende week mag Sammie komen proefdraaien. Ik heb alvast knakworsten gehaald.

Lees ook: Hoe Marcel zijn ouders en bejaarden opnieuw ging waarderen