Is je kind verlegen? 7 tips om hiermee om te gaan!

22.07.2016 00:10


Ach die verlegen kindertjes. Je kan je er een hoop zorgen over maken. Maar pedagoog en ontwikkelingspsycholoog Krista Okma (en moeder van 3 kinderen) weet dat het echt niet iets ergs hoeft te zijn. Zó help je een verlegen kind!

Het geven van een spreekbeurt is een gruwel. Maar ook van een kamer vol verjaardagvisite krijgt je kind enorme rode blossen op de wangen. Laat staan dat jouw verlegen kind ooit mee zal doen aan een talentenjacht. Ouders van verlegen kinderen maken zich vaak zorgen of het blozen, stotteren en dicht klappen ooit nog wel goed gaat komen, of dat hun kind later bij sollicitatiegesprekken nog steeds niet uit zijn woorden zal komen. Ze zijn bang dat hun verlegen kind zich te vaak de kaas van het brood laat eten. Of door hun verlegenheid veel mooie en leerzame ervaringen zal missen.

Hieronder 7 tips om hiermee om te gaan.

  1. Het hoort er een beetje bij…

Bij peuters zie je regelmatig dat ze zich eerst achter mama’s been verstoppen, om een paar minuten later alsnog de brutale boef uit te hangen. Met het ontdekken van hun eigen ‘ik’ komen ze maar wat graag voor hun mening uit. Tegelijkertijd gaan ze zich ook realiseren hoe klein die ‘ik’ is in die grote wereld om hen heen. Stoer en verlegen tegelijk dus, waarbij het stoer zijn vooral thuis al heel goed lukt. Basisschoolkinderen worden vaak weer opnieuw verlegen, omdat zij zich steeds meer gaan bezig houden met leeftijdsgenootjes. Zij worden zich steeds meer bewust van het oordeel van anderen en wat die allemaal al kunnen (en zij niet). Dat maakt onzeker en… verlegen! Kinderen die hier echt last van hebben, kunnen jouw hulp als ouder goed gebruiken. Want nee, in dat geval groeien ze er niet vanzelf overheen.

  1. Noem je kind niet verlegen

‘O, zo doet ze altijd. Ze is een beetje verlegen.’ Als er iets vervelend is voor kind, is het wel je kind verlegen noemen in het bijzijn van anderen. Bovendien heeft het een averechts effect: als je het maar blijft benoemen gaat je kind zichzelf alleen nog maar als ‘verlegen kind’ zien, in plaats van een kind dat ‘soms de kat uit de boom kijkt in lastige situaties’.

  1. Thuis oefenen

There’s no place like home. Dat geldt ook voor het oefenen van dingen die je lastig vindt. Thuis is lekker veilig, je kunt er een potje breken en dan wordt er toch nog (veel!) van je gehouden. Door met je kind te praten over situaties die lastig zijn, kun je samen ook oplossingen bedenken. Soms kun je een situatie ook letterlijk oefenen, zoals een spreekbeurt of het samen zingen van een verjaardagslied. Geef zelf het goede voorbeeld waar het gaat om sociale regels zoals alsjeblieft en dankjewel zeggen, of even glimlachen als iemand iets aardigs zegt. De positieve reactie die anderen daar vaak weer op geven, kunnen je kind stimuleren om dit zelf ook zo te doen. Laat het initiatief daartoe wel uit henzelf komen. Met ‘Wat zeg je dan…?’ zet je verlegen kinderen teveel voor het blok. Ook dat werkt juist averechts.

  1. Tafelregels

In Nederland wordt veel aan tafel gegeten en gepraat. Dit is een uitgelezen kans voor je verlegen kind om te oefenen met het vertellen van verhalen. Maar dat lukt alleen als niet iedereen door elkaar tettert en je ook echt aandacht hebt voor elkaar. Je kunt je verlegen kind helpen door tafelregels af te spreken. Bijvoorbeeld: er praat een iemand tegelijk (en de rest luistert); iedereen komt aan de beurt (stillere kinderen krijgen ook een kans); ook ‘gewone’ verhalen zijn de moeite waard; en: praten doen we hardop (geen gefluister of geheimen).

  1. Niet teveel pushen (maar ook niet alles vermijden)

Als je een verlegen kind gaat dwingen om Grote Dingen te doen, is de kans klein dat dit een positieve ervaring op zal leveren (en dus ook dat je kind het daarna nóg een keer gaat doen). Tegelijkertijd blijft het wel belangrijk dat je kind de kans krijgt om nieuwe dingen uit te proberen, daarvan te genieten en zo uiteindelijk zelfs over zijn verlegenheid heen te komen. Want dat laatste gaat niet vanzelf, daar moet je je kind wel bij helpen. Kijk waar je kind wel aan toe is, praat erover, geef je kind de informatie die hij nodig heeft, laat je kind zoveel mogelijk kiezen wat jullie gaan doen, en ga de eerste keer (waar dat kan) samen.

  1. Praat over wat goed gaat

Praat er na afloop samen over, en benadruk dan vooral de dingen die goed zijn gegaan. Daarna kun je altijd nog kijken of er tips te bedenken zijn voor de dingen die minder goed zijn verlopen. Ditzelfde geldt ook in het algemeen: zeg regelmatig iets positiefs over de dingen waar je verlegen kind goed in is, dit helpt bij het opbouwen van meer zelfvertrouwen. Richt je ook als ouder op de positieve dingen, zodat je je niet onnodig veel zorgen maakt en de focus teveel op de verlegenheid komt te liggen.

  1. Het is niet alleen maar negatief

Bovendien: verlegen zijn is niet alleen maar negatief. Bescheidenheid, voorzichtig zijn, wikken en wegen, de tijd nemen om situaties in te schatten en erover nadenken. Daar is allemaal niets mis mee. We vinden assertiviteit en voor jezelf op kunnen komen al snel heel erg belangrijk, maar een klas vol kinderen die allemaal ‘haantje de voorste’ willen zijn is niet perse beter. Zodra je kind echter worstelt met zijn verlegenheid, en het in allerlei situaties in de weg komt te staan, is het altijd goed om er actief iets aan te doen. Met of zonder hulp van buitenaf.

Meer lezen? Zie ook https://www.ouders.nl/artikelen/hoe-help-je-een-verlegen-kind (hierboven als bron gebruikt), het boek ‘De verlegenheid voorbij’ van Bernardo Carducci (Mom/Unieboek, ISBN 90 269 2901 3), en over het onderwerp zijn ook verschillende kinderboeken geschreven.

 

Krista Okma is al ruim vijftien jaar pedagoog en ontwikkelingspsycholoog, moeder van drie kinderen (8, 7 en 4 jaar) en auteur van diverse opvoedboeken. Haar meest recente boek is Minipubers! – een survivalgids voor ouders van kinderen van 6-12 jaar. www.kristaokma.nl.

 

UU1788_Minipubers_COV 2.indd