Waar gáát dit liedje over? Een diepte-analyse van In de maneschijn…
Julie zingt regelmatig liedjes voor haar baby. Vandaag staat ze stil bij de onzin die ze daarbij uitkraamt.
Lees even met me mee:
In de maaaaneschijn, in de maaaneschijn
Klom ik op een trapje naar het raamkozijn
Ok, so far, so good. Het is nacht, de maan schijnt en we klimmen op een ouderwets trapje om in het raamkozijn te kunnen zitten. Yes, kom maar op met dit liedje.
En je raadt het niet, en je raadt het niet
Zo doet de vogel, zo doet de vis
Wait, whut? Die vogel snap ik nog wel, die zie je vliegen terwijl je naar buiten naar de maaaaaneschijn kijkt, maar waar komt die vis opeens vandaag? Zitten we aan een meer, bij een aquarium, in een restaurant? Is het een metafoor?
Zo doet de duizendpoot die schoenenpoetser is
Dit gaat echt een heel vreemde kant op. Welke duizendpoot? En schoenenpoetser? Duizendpoten dragen niet eens schoenen, laat staan gepoetste.
En dat is één, en dat is twéé
Twee wat? Twee vogels, vissen? Twee duizendpoten-die-schoenenpoetsers zijn? Of is dit het gedeelte dat we niet gingen raden?
En van je dikke, dikke, dikke tante Kee
Arme tante Kee, waarom wordt zij er opeens bijgesleept? (En wie is ze? En waarom zien we haar terwijl we uit het raamkozijn naar de maaaaneschijn kijken? En waarom wordt er drie keer benadrukt dat ze dik is?) Wie heeft dit liedje überhaupt geschreven en in welke gemoedstoestand? Zoveel vragen!
En dat is recht, en dat is krom. En zo draaien we het het wieltje nog eens om
WELK WIELTJE? WAT IS RECHT? WAT IS KROM?
Rom-bom.
Rom-bom?
Whatever.
Lees ook: Barbara’s jongens doen een poging ‘Let me go’ te zingen