Ik tel tot 3…!” – Als geduld niet je beste eigenschap is

03.08.2018 17:30


Haastige spoed is zelden goed. Het lijkt wel alsof dat de lijfspreuk is van alle kinderen. Want kinderen kunnen treuzelen als de beste en moeten alles minstens zes keer horen voor het tot ze doordringt. En geduld is een schone, maar voor sommige ouders helaas niet de makkelijkste, zaak.

Ik ben nooit de geduldigste geweest. Al van jongs af aan heb ik een sterke ‘niet lullen maar poetsen’ mentaliteit gehad en heb ik daardoor weinig coulance met mensen die minder vaart achter hun leven zetten. Ik had eigenlijk bij Nike moeten werken, want ‘Just do it’ is mijn credo en dan ook nog graag snel een beetje. Nou wil ik niet beweren dat dat per definitie een aimabele eigenschap is, want iedereen is anders en sommige mensen hebben gewoon wat meer tijd nodig voor dingen. Niet iedereen beslist en handelt snel en dat is prima. Je kunt bovendien beargumenteren dat al dat dwingelanden van mensen zoals ik gewoon best wel irritant is. Want hallo, waar is de brand ofzo? Gaat er iemand dood als het niet NU gebeurt? Nee, meestal niet. Dus rustig aan mens, take a chill pill. Terecht natuurlijk, maar ik kan het gewoon niet helpen, het zit in mijn natuur. Dat zou ook helemaal zo erg niet zijn als alleen ik zelf onderhevig was aan mijn gejakker. Echter, ben ik moeder van drie kinderen en die maken, zoals eigenlijk alle kinderen, doorgaans niet zo’n haast. En oh man, soms kan ik daardoor mijn haren wel uit mijn hoofd trekken van frustratie. Want kom op, mensen, allemachtig, komt er nog wat van?!

LEES OOK: Janneke kan het woord ‘sprongetje’ niet meer horen.

Toen ik nog geen kinderen had, had ik niet zoveel last van mijn eigen ongeduld. Sterker nog, het werkte heel vaak zelfs in mijn voordeel. Ik functioneer het best op de hoogste versnelling, krijg daardoor heel veel voor elkaar en aangezien ik mezelf nooit hoefde aan te sporen en er niemand anders was waarop ik hoefde te wachten was mijn ongedurigheid geen probleem. Maar nu ik moeder ben, word ik regelmatig keihard geconfronteerd met de andere kant van de eigenschap waar ik voorheen stiekem altijd best wel prat op ging. De slechte kant, de irritante kant. De kant van dat mens dat zuchtend met haar voet op het laminaat staat te tikken terwijl haar kroost zich in haar optiek weer eens tergend langzaam in jassen en schoenen hijst. Dat mens dat om de haverklap “Ik tel tot drie…!” roept tegen haar kinderen omdat het haar allemaal weer veel te traag gaat. En dat mens, daar worden kinderen dus horendol van. Met haar gedram en gejakker en geïrriteerde gezucht de hele tijd. “Jahaaa mam, ik heb je wel gehoord” is dan het verweer, met een dikke eyeroll erbij. En dan sla ik mezelf weer voor mijn kop. Want inderdaad zeg, doe ‘es effe relaxed joh!

Regelmatig ben ik jaloers op van die moeders die over engelengeduld lijken te beschikken. Die alles gewoon wel nemen zoals het komt en niet moeilijk doen over vijf minuten (of een half uurtje) meer. Die sereen glimlachend eindeloos hun verzoeken kunnen herhalen zonder dat de stoom na drie keer uit hun oren slaat. Als ik naar zulke moeders kijk is het bijna alsof ze zich in slow-motion bewegen, alsof ze in een ander universum leven waarin tijd een relatief begrip is. Hoe ze het voor elkaar krijgen hun geduld tot in den treure te bewaren, ook al doet hun kind er een uur over om de veters van een schoen te strikken is mij een raadsel, want ik denk dat ik zelf al lang zenuwinzinking nabij was geweest. Ik had die rottige veter al lang dan maar zelf gestrikt of mijn kind gewoon zonder schoenen aan met me mee gesleurd. Time is of the essence tenslotte. Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, we hebben ongelooflijke haast. Waarom precies, dat weet ik niet, maar rennen, springen, vliegen, duiken, vallen en weer opstaan zullen we.

Het ouderschap als je een ongeduldige aard hebt is met recht een uitdaging en houdt je een spiegel voor die niet altijd leuk is om in te kijken. Want natuurlijk wil ik geen ongeduldige moeder zijn, die mijn kinderen constant op hun nek zit. Ik snap ook wel dat dat rete-irritant is en dat mijn kinderen op zulke momenten net zo gek worden van mij als ik van hen. Dus iedere dag probeer ik weer uit alle macht mijn ongeduld te beteugelen. En het gaat ook iedere dag een stukje beter. Misschien is het daarom juist wel heel goed voor mij dat ik kinderen heb gekregen, omdat het me dwingt een soms toch wel lastige karaktertrek te veranderen. Want het is waar: het hoeft niet allemaal snel en nu meteen. En mijn kinderen hebben recht op hun eigen tempo en verdienen een flinke portie coulance van mijn kant. Omdat ze moeten leren en proberen en dat dus betekent dat niet alles altijd meteen gaat zoals ik dat wil. Dat het zelfs soms helemaal niet gaat zoals ik dat wil en dat ik dan degene ben die me aan moet passen aan mijn kinderen ipv zij aan mij. Makkelijk is het niet en soms floept er dus toch nog een “Schiet nou op!”, of een “Ik heb niet de hele dag de tijd” uit. Maar ik doe wel echt mijn best. En het heeft gewoon wat tijd nodig. Ik hoop dus dat mijn kinderen een beetje geduld met me zullen hebben.

LEES OOK: Waarom je vooral moet blijven twijfelen over de opvoeding.