Wat je niet moet zeggen tegen de moeder van een huilbaby
Baby’s huilen. Dat is een feit. Zeker in het begin. Maar sómmige baby’s, die huilen wel heel erg veel. En een huilende baby, dat kan je als ouder tot wanhoop drijven. Vala weet er alles van. Haar jongste huilde 8 maanden lang, de héle dag. En ‘s nachts ook. En dan komen de opmerkingen en adviezen. Naïef en goedbedoeld, maar echt, soms kun je beter gewoon je mond houden. Dit wil je namelijk gewoon niet horen:
Lees ook: Deze kinderarts laat zien hoe je een huilende baby binnen 1 seconde stil krijgt!
- “Heb je geprobeerd hem te voeden?” Néé, daar was ik nou echt zelf nóóit op gekomen…! Dat zal het zijn, melk erin, baby stil. Jij hebt echt de babycode gekraakt, chapeau!
- “Jemig, ik ben zó moe, maar zes uurtjes geslapen vannacht.” Ik kan me niet eens meer herinneren wanneer ik zes uur achter elkaar geslapen heb. Dat klinkt als een luxe vakantie in een kuuroord. Nee inderdaad, jij hebt een ontzéttend zwaar leven.
- “Sorry hoor, maar kunt u uw baby misschien stil houden?” (in een restaurant/winkel/vliegtuig, als je eindelijk eens de moed hebt gevonden om je kleine schreeuwlelijk naar buiten te gaan). Nee, dat kan ik dus niet. Dat is nou juist het probleem.
- “Heb je de laatste aflevering van House of Cards gezien?” Eh, nee. Onze tv staat namelijk standaard op zo’n kanaal waarop niks anders te zien is dan ruis, in de hoop dat de baby in slaap valt door de ‘white noise’. Dat hebben we namelijk gelezen in de babybijbels. En voor de rest hebben we sowieso geen tijd om tv te kijken, want we moeten de hele avond door de woonkamer hupsen met de baby in de draagdoek.
- “Gaat het wel goed? Je ziet een beetje bleek.” Goed? Goed is sowieso een relatief begrip als je net een baby hebt, maar heb je een huilbaby, dan kun je beter alleen vragen: “Gaat het?” en een potje dure concealer aanreiken.
- “Voor je het weet is het voorbij.” Wannéér dan? Echt, alsjeblieft, geef me een datum op de kalender.
- “Wacht maar tot ‘ie 2 is. Dan verlang je terug naar de babytijd.” Wacht maar tot ‘ie 2 is inderdaad. Dan heb ik weer energie genoeg om jou te slaan. Hard.
- “Je moet ook geen zuivel eten. Daar komt het door.” Oh oke, dus het is mijn schuld dat ik een krijser heb gekregen? Bedankt voor die assesment. En by the way, ik heb al zo ongeveer álles uit mijn dieet geschrapt, dus ik eet momenteel alleen nog maar Cracottes met komkommer. Maar hij huilt nog steeds.
- “Poeh nou, ‘k ben blij dat die van mij nooit zo gehuild heeft!” Ja inderdaad, ik ben ook heel blij voor je. Geniet er met terugwerkende kracht nog maar even van. Maar eh…wat moet ik met die informatie?
- “Weet je zeker dat ‘ie niet ziek is?” Ja. Dat weet ik zeker. Maar anders ga jij nog een keer met hem naar de dokter. Waar we inmiddels al zo’n 10 keer geweest zijn.
- “Je moet met hem naar een osteopaat.” Ten eerste: ik moet helemaal niks. Ten tweede: waarom? Die kan mijn baby op magische wijze laten ophouden met huilen? Sorry, maar een beetje knijpen in mijn baby, dat kan ik zelf ook nog wel.
- “Hij heeft een trauma van de bevalling.” We hebben het hier over een baby. Die weet van voren niet day ‘ie van achteren leeft. Dat ‘ie ooit geboren is, weet hij dus ook niet meer. Laat staan dat de beelden van zijn reis door het geboortekanaal nu nog iedere dag voor zijn geestesoog voorbij trekken. Hij heeft geen trauma. Hij krijst gewoon.
- “Probeer je er niet aan te ergeren.” Echt, ik doe mijn best. Maar ga jij maar eens 20 uur per dag naast een loeiende misthoorn zitten. Gegarandeerd dat dat een irritatiepuntje wordt.
- “Ja, ik weet hoe het is. Mijn baby huilde ook weleens een een hele nacht.” Weleens? Anders neem jij deze baby een weekje. Daarná kunnen we praten.
- “Je moet gewoon ‘s nachts afwisselen met je man.” Echt, die ideeën van jou, Albert Einstein kan er nog een puntje aan zuigen. Natuurlijk wisselen we af. Maar eh…dat gekrijs, dat hoor je gewoon ook nog in de logeerkamer, hoor.
- “Je moet er vaker uit. Uit eten, filmpje pakken. Daar krijg je energie van.” Weet je waar je ook energie van krijgt? Slapen. Als dat eindelijk een keer kan.
- “Alle baby’s huilen. Dat hoort erbij.” Oh oke, dus ik ben een mietje? Dat zal het zijn inderdaad. Ik kan gewoon nergens tegen. Jij bent tenminste een bikkel.
- “Het komt omdat jij gestresst bent. Dat voelt ‘ie.” Gek, want hij kwam ook al jankend uit de baarmoeder. Terwijl ik toch enorm relaxed was tijdens de zwangerschap. Kun je me dat even uitleggen dan?
- “Je zit er teveel bovenop. Je moet het loslaten.” Wat precies? De baby? En dan?
- “Je moet hem gewoon laten huilen. Hij houdt vanzelf wel op.” Nou, nee dus. Hij houdt niet op. Gewoon echt niet. Geloof me maar, ook niet als ik hem 20 meter verderop in de kinderwagen in de tuin heb geparkeerd en zelf met een festivalkoptelefoon op Netflix ga zitten kijken. You name it, I’ve tried it.
- “Toch gek, als ik hem vasthoud, huilt ‘ie niet.” Weet je wat, dan mag jij hem hebben. Ga ik even op vakantie. Goed?
Lees ook: Hoe mijn huilbaby me een klein trauma bezorgde.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.