Hoppa! Binnen een jaar is mijn dochter zindelijk
Annemieke heeft Baby Zindelijkheids Communicatie (BZC) ontdekt en vraagt zich af waarom niet iedere ouder hun baby op het potje zet.
Toen Zoë net kon zitten zonder meteen weer om te vallen, zette ik haar tijdens een luierwissel voor de gein op het potje. Leuk voor de foto. De telefoon ging en toen ik vijf minuten later mijn dochter weer optilde, bleek dat ze geplast had. Ik dacht dat ik door slaapgebrek hallucineerde, maar er lag toch echt een miniplasje op de bodem van het potje. WTF? Zwaar toeval natuurlijk. Of niet?
Binnen een jaar zindelijk
Als je Christine Gross-Low, schrijfster van ‘The Diaper Free Baby’, mag geloven, is het geen toeval. In haar boek heeft ze het over Elimination Communication (EC) en stelt ze dat baby’s vanaf de geboorte al duidelijk kunnen maken wanneer ze moeten poepen of plassen, net zoals ze aan kunnen geven wanneer ze honger hebben. Als de ouders leren op deze signalen te reageren door hun kind gelijk boven de WC te hangen of op een potje te zetten, zijn luiers eigenlijk overbodig. In het Nederlands heet deze methode Baby Zindelijkheids Communicatie (BZC). Dacht ik eerst dat een jaar of twee vroeg genoeg was om over zindelijkheid te praten, nu blijkt dat ik al rijkelijk laat ben – beter is om je pasgeboren baby gelijk boven de wasbak te houden. Geen grap.
Het gaat allemaal om signalen. Heb je eenmaal door welk signaal jouw kind geeft voordat ze ontlast, dan kun je cue’s geven en iedere keer dat ze plast bijvoorbeeld ‘psssst’ zeggen. Zo leert baby welk geluid bij de daad hoort. De volgende stap is uiteraard ‘pssssst’ zeggen als ze op het potje zit. Even simpel als eenvoudig – een kind kan de plas doen. Aangezien wij in het westen de instincten van onze kinderen negeren en ze meteen in een luier wikkelen, leren we baby’s aan dat je je behoefte in de luier moet doen. Om ze dit vervolgens na een paar jaar weer af te leren en de WC te introduceren. Als je er zo over nadenkt, is het inderdaad belachelijk. Hoe meer ik las, des te meer ik overtuigd was dat onze dochter en potje de beste vriendjes zouden worden. Hoppa! Binnen een jaar zou ze zindelijk zijn!
BZC is géén zindelijkheidstraining
Oh nee, wacht, zo werkt het niet. Baby Zindelijkheids Communicatie is absoluut géén zindelijkheidstraining. En ook geen manier om ervoor te zorgen dat je peuter zo snel mogelijk uit de luiers is. Het laat zich beter omschrijven als ‘een leefwijze’ en ‘reageren op de signalen van je baby’. Niets mis daarmee hoor, maar voor mij is het wel de bedoeling dat Zoë zo snel mogelijk niet meer in haar luiers plast en poept. Duh. En training is het eigenlijk ook wel. Niet dat ik met stickercharts of beloningskaarten ga werken, maar uiteindelijk hoop ik haar wel deze goede gewoonte aan te leren. Dan ben ik maar een nep-BZC’er.
Om de signalen van jouw kind te leren kennen, moet je je baby eerst naakt observeren. Twee dagen later heb ik een lijst van drie kantjes met gedrag dat Zoë vertoont net voordat ze plast of poept. Van ‘gewoon spelen’ tot ‘gewoon liggen’ en van ‘eigenlijk weinig’ tot ‘helemaal fokking niets gezien, volgens mij had ze niet eens door dat ze plaste’. Ook loop ik ongelooflijk achter met mijn werk. En stinkt onze vloer. Niet zozeer door de baby, maar meer omdat Dribbel de hond nu denkt dat ‘ie heel snel zijn territorium moet hermarkeren. Voordat de baby dat gedaan heeft…
Draagbaar toilet
Dat met reageren op signalen lukt nog niet helemaal. Liever gezegd: helemaal niet. Zoë is een stealth-plasser. Of ze is haar natuurlijke instincten vergeten omdat wij haar aangeleerd hebben dat de luier een draagbaar toilet is. Het naakt observeren hebben wij inmiddels opgegeven, nu zetten we haar na ieder slaapje en iedere voeding op het potje en zeggen dan ‘plasje’. Of het wat oplevert? Reken maar van yes! Ik schat dat we in de afgelopen drie weken al minimaal 40 plasjes opgevangen hebben. Wat, nu we thuis overdag wasbare luiers gebruiken, een hele lading was minder is.
Mijn ouders waren nogal sceptisch, totdat we met potje en al op visite kwamen en ze Het Grote Plaswonder met eigen ogen zagen. (Voordat het lijkt alsof mijn baby op commando kan plassen – dit was bij het derde bezoek, na in totaal zes natte luiers en droge potjes. Meestal missen we haar niet-als-zodanig-herkenbare signalen compleet). K.’s ouders vonden het niet meer dan logisch dat onze baby soms op een potje plast. “Dat deden wij vroeger ook. Toen hadden we gewoon lappen als luiers en waren kinderen al met twee jaar zindelijk.” Ze hebben gelijk. Tegenwoordig zijn er kinderen die al naar de basisschool gaan en nog steeds regelmatig in hun broek plassen. Eigenlijk best raar. Een kind dat al wel kan lopen, praten, luisteren en kringgesprekken kan houden, maar nog niet aanvoelt wanneer ‘ie zijn behoefte moet doen.
Leuker dan in haar eigen stront zitten
Inmiddels heeft Zoë ook al een paar keer op het potje gepoept en vraag ik me af waarom niet iedere ouder aan BZC doet. (OK, je houdt geen tijd voor jezelf meer over doordat je om het halfuur denkt een signaal te zien en je baby dus maar 10 minuten lang tevergeefs op dat potje zet. Goede reden. Maar toch.) Ik ben veranderd in een randdebiel die plasjes opvangen als een ware sport ziet en zwaar aan het trainen is voor de Olympische Spelen. Mijn baby vind het potje, waarbij ze één-op-één aandacht krijgt en we samen liedjes zingen, leuker dan de box, waarin ze zichzelf moet vermaken. En mis ik het moment en heeft ze al in de luier geplast? Nouja, dan verschonen we die toch gewoon.
Helemaal enthousiast bel ik schoonzus A. en maak de kolossale fout te vragen of BZC niet ook wat voor haar is. Erg dom natuurlijk, want mijn vraag valt in de categorie ‘ongevraagd bemoeiallerig opvoedadvies’. A. zegt dat ze wel wat beters te doen heeft met haar tijd. Na een ietwat stroef gesprek hangt ze op en mailt me vervolgens allerlei artikelen waarin experts vertellen over de gevaren van te vroege zindelijkheidstraining. Het heeft geen zin en brengt frustraties met zich mee als het kind er nog niet aan toe is. Ook kan het zelfs schadelijk zijn en tot urineweginfecties en dysfunctioneel toiletgedrag leiden. “Moet ik het potje weer opbergen?” vraagt K. die over mijn schouder meeleest. No way! Zo’n 12 keer per dag op een potje zitten zingen, lijkt me leuker voor onze baby dan in de box in haar eigen stront liggen.
Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., baby Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.
Lees ook: Waarom ik er niks aan doe om mijn kind zindelijk te krijgen