Hoe overleef ik een peuter? (De Survivalgids)
Heel veel peuters zijn pittig. Ze zoeken de grenzen op en zijn extreem bezig met hun onafhankelijkheidsgevoel. Zozeer, dat ze jou soms het bloed onder de nagels vandaan halen. Maar gelukkig zijn er dingen die het leven van peuterouders kunnen verzachten…
Een paar jaar geleden zei ik tegen mijn man Reinier: ‘als Max uit deze peuterperiode is, dan heb ik het idee dat we een oorlog overleefd hebben.’ Zo voelde het soms namelijk. Alsof we met onze zoon in een constante strijd verwikkeld waren. Hij wilde consequent niet wat wij wilden en als hij een uurtje rustig speelde of een stukje groente in zijn mond stopte waren we ontzettend blij, maar ook beducht op het moment dat hij weer ging smijten, gooien en gillen. Niks ging makkelijk (slapen, verschonen, spelen, eten, naar buiten gaan, samenspelen met andere kinderen) en dat kostte ons enorm veel energie. Aan de andere kant was Max als peuter ook zo ontzettend schattig dat het hem allemaal in een oogwenk vergeven is. Handvatten zijn echter altijd welkom, dus daarom voor jullie vast mijn handvatten (als jullie aanvullingen hebben, hoor ik het graag)
1. Het is niet erg als ze kattenvoer eten.
Er is überhaupt heel weinig echt erg. De zoon van mijn vriendin stopte een opgedroogde kattendrol in zijn mond en heeft ook dat overleefd. Zijn moeder kreeg echter een hartaanval.
2. Klei is de Bomb
Maar je moet er wel bij blijven zitten, want ook dat stoppen ze in hun mond.
LEES OOK: Waarom peuters op dronken mensen lijken
3. Peuters moeten uitgelaten worden, zoals je dat ook met honden doet.
Dus ook als jij het liefst de hele dag op de bank wil hangen… doe het niet! Een uitgelaten peuter is een tevreden peuter. Hij slaapt en eet beter en zal ook een stuk minder snel gaan smijten met dingen.
4. Peuters hebben bizarre eetgewoonten
De ene dag eten ze een volwassen portie, de volgende drie dagen eten ze helemaal niks. Of ze willen alleen maar tosti’s of ze eten slechts witte rijst of droge penne. Zonder saus, zonder groenten. En jij maar stressen. Maar besef. Er zijn zat volwassenen die als peuter net zo aten en nu full monty aan de quinoa zitten.
5. Ze lopen weg, maar ze lopen niet echt weg
Ze willen gewoon heel graag dat je achter ze aanrent. Natuurlijk heb jij het idee dat je maar even niet hoeft te kijken en ze voorgoed verdwenen zijn, maar vaak helpt het enorm als je zegt: ‘Dan gaat mamma alleen naar huis’…zachtjes jankend komen ze achter je aan. Victorie!
6. Stel jezelf voortdurend gerust: ‘deze rommel kan worden opgeruimd. Het is niet blijvend.’
Je hebt soms het idee dat je de hele dag op een grote vuilnisbelt woont. Het lukt peuters gewoon niet om alleen met hun doos duplo te spelen. De hele speelgoedkist moet eerst door de kamer gesmeten worden, voordat ze kunnen kiezen waarmee ze spelen. Let it go. Aan het einde van de dag ruim je het weer op. Je moet gewoon leren leven met een andere realiteit.
7. Er is geen volgorde in hun ontwikkeling
Dus als het zoontje van je vriendin al met anderhalf jaar kan tellen dan betekent dat niet dat die van jou dat ook gaat doen. Vergelijken heeft geen enkele zin (ook al doen we het de hele dag!)
8. Andere ouders van peuters zijn je beste vrienden
Ook al denk je dat je al vrienden genoeg hebt…het is heel fijn om bevriend te zijn met mensen die het snappen als je een eetafspraak vijf minuten van tevoren afzegt omdat de oppas ziek werd. Ook is het heerlijk als je op een zonnige dag in het park afspreekt en de peuters lekker kunnen uitrazen met elkaar. Ok, soms trekken ze aan elkaars haren, maar dat hoort erbij.
9. Leef in het nu (en leef toe naar de avonden)
Buiten de drama’s die een peuter met zich meebrengt, zijn ze vaak ook ontzettend schattig. Zelden zoveel warme gevoelens op een dag gedurende het hele ouderschap als tijdens die allereerste jaren. En als je er helemaal doorheen zit tijdens een terrorattack… denk dan aan die reep chocolade die je vanavond in je eentje gaat oppeuzelen.
10. Peuters willen niet in bad en ze willen er niet uit
Ze willen gewoon überhaupt niet wat jij vraagt, dus ga vooral je gang om ze uit te kleden, want zodra ze in bad zitten, vinden ze het geweldig en willen ze er niet uit. Je moet je stoïcijns door die strijd heen battelen of besluiten ze alleen in bad te doen als ze zo vuil zijn dat je er niet meer omheen kunt.
11. Je kunt tegen ze liegen
Dat moet je natuurlijk niet te vaak doen, maar als ze naar de speeltuin willen op een moment dat het jou helemaal niet goed uitkomt is het prima om te zeggen dat de speeltuin dicht is. Jouw realiteit is hun realiteit…en zolang ze zich nog zo onmogelijk gedragen, mag je jezelf best een beetje ontlasten met leugentjes om bestwil.
12. Consequent in de hoek zetten werkt dus echt
Het opvoeden wordt in deze leeftijdsfase wel echt een dingetje. Ook al ben je niet zo van het straffen, probeer toch eens je kind in de hoek te zetten als hij je drie keer in het gezicht heeft geslagen. Blijft hij eruit komen? Toch weer terugzetten! Uiteindelijk is hij als was in je handen. Soms.
LEES OOK: 6 gouden tips: zó deal je met woede-aanvallen van je peuter/kleuter
Foto: Thinkstock