Hoe het ouderschap je afbreekt en opbouwt (elke dag opnieuw!)
Bij Me-to-We werken nogal wat jonge meiden zonder kinderen. En stuk voor stuk zijn ze aan het twijfelen geslagen over of ze nu wel of niet ooit zwanger willen raken. Ja hoor, tuurlijk praten we hier ook wel eens over schattige baby’s, maar het gaat toch ook wel heel vaak over de realiteit/praktijk van het ouderschap… en die is niet altijd even rooskleurig (MAAR WE HOUDEN WEL VAN ZE)
Laatst bekeek ik met een vriendin foto’s van ons voor en na (drie jaar) kinderen en we vielen steil achterover van onszelf. Vóór hadden we strakke babyfaces en kon je ons misschien jonger schatten dan we waren, tegenwoordig geef je ons waarschijnlijk een paar jaartjes ouder dan we zijn. De slapeloze nachten, de wallen, de zorgen, de rimpels. Dat dus.
Lees ook: Dit filmpje geeft het moederschap weer in slechts 34 seconden
Het zijn de mooiste jaren, het zijn de zwaarste jaren. Volgens mij jat ik dat uit een boek, maar het is de waarheid, dus ik kan niet anders. Een baby krijgen, iets mooiers dan dat bestaat er niet. Ademloos heb ik maandenlang boven dat wiegje gehangen. Speurde ik het kleine gezichtje van Max af naar veranderingen, naar groei, interpreteerde ik elk geluidje, was ik blij met elk zuchtje en dreef ik de dagen door op adrenaline. Maar er kwamen ook slapeloze nachten, tepelkloven, gehuil waarvan ik helemaal gek werd, tandjes, koortsige nachten. Daarna arriveerde de dreumestijd, wat eigenlijk best als een verademing voelde, maar vervolgens was het de beurt aan de peuterfase, alwaar ik volgens mij nog steeds niet uit ben (terwijl mijn kind inmiddels ruimschoots kleuter is).
Er zijn dagen die ik pittiger dan pittig vind. Ze beginnen meestal om zes uur in de ochtend na een nacht waarin ik er honderd keer bent uitgegaan, omdat Max zijn knuffel niet kon vinden of gewoon om drie uur uit zijn bed wilde gaan. Vervolgens stapt hij om zes uur met zijn verkeerde been het bed uit en hebben we om 6.02 al ruzie als hij bij ons kruipt en me zo ongeveer mijn eigen bed uit probeert te trappen. Zelf spelen lukt op die dagen niet, er wordt teveel tv gekeken (en dat weten we allemaal: van de tv of ipad moet een kind een tijdje herstellen, wat ook niet zonder slag of stoot gaat), we gaan naar buiten, maar meneer heeft ineens geen zin om te lopen en gaat midden op straat liggen schreeuwen ’tilluhh tilluhhh’ en in de appie krijgen we een drama omdat hij per se then and there zijn chocolade croissant wil opeten, terwijl ik heb gezegd dat we dat thuis pas gaan doen.
In de speeltuin krijgt hij het met andere kindjes aan de stok, waardoor ik steeds als politieagent moet fungeren en me moet verontschuldigen tegenover andere ouders. Bah. Tijdens de lunch word er gesmeten met brood, zodat er een time-out op zijn kamer volgt en de middagactiviteit (het beschilderen van een ridderfiguur) valt in duigen, omdat Max het zwaard van het beeldje weet te breken (en daarna kan het ding natuurlijk niet meer beschilderd worden, wat denk ik wel niet???)….Ik kan nog doorgaan, maar dat doe ik even niet, want ik denk dat jullie mijn punt wel doorhebben…Dit soort dagen hollen me uit. Omdat alles wat ik er aan energie instop, er net zo hard weer uitvloeit en ik nergens goede respons op krijg. Nu weet ik dat Max een geval apart is, maar ik weet zeker dat er out there meerdere ouders zijn die het idee hebben dat ze toch best vaak op hun tandvlees lopen en dat er flink aan hun grondvesten gemord wordt door hun kinderen.
Maar er hoeft ook maar dít te gebeuren…en alles draait om. Laatst zei Max: “Spi – der – man, dat zijn drie lettergrepen” en toen vond ik hem zo ultiem lief en schattig en slim en knap. Toen hij vervolgens ook nog eens zijn armen om me heen sloeg, terwijl hij achterop mijn fiets zat en zijn gezichtje tegen mijn rug legde en mompelde “Ik vind mammie de allerliefste” steeg ik boven mezelf uit.
En zo gaat het elke keer als je kinderen heb. Je wordt afgebroken, je wordt opgebouwd. Je geniet, je haat het. Geluk, ellende.
We zullen het moeten omarmen, willen we er niet aan onderdoor gaan.
Lees ook: Waarom het moederschap soms zo lastig is als je prikkelgevoelig bent