Hoe mijn huilbaby me een trauma bezorgde
Vala’s tweede kind huilde onafgebroken. Dag en nacht. Urenlang. Het enige wat Vala kon bedenken was meehuilen…
Laatst kwam ik een winkel binnen. Tussen de schappen stond een moeder met een baby. Heel klein nog, duidelijk helemaal vers van de pers. Het gezichtje was vertrokken, het lipje trilde onophoudelijk. Stokstijf bleef ik staan, als aan de grond genageld. Omdat ik wist wat er zou gaan gebeuren. En inderdaad, het mondje ging langzaam steeds verder open en toen was daar dat geluid. Dat snerpende, resonerende geluid van babyhuilen. Dat geluid dat dwars door je ziel snijdt. De rillingen liepen over mijn rug. Werkeloos kon ik alleen maar toezien hoe de jonge moeder haar kind probeerde te troosten, heen en weer wiebelend voor het schap met blikken tomatensoep, sussende geluidjes zachtjes tussen haar tanden door liet komen. Misschien had zij het er helemaal niet zo moeilijk mee. Maar ik wel. Het zweet stond in mijn handen.
LEES OOK: 12 Dingen die je nooit moet doen als je pas bevallen bent
Ze krijste de longen uit haar lijf
Er zijn weinig dingen waar ik echt gestrest van raak. Maar babyhuilen, daar kan ik niet meer tegen. Niet sinds mijn dochter geboren is. Zij huilde namelijk. Veel. Heel veel. Het begon al meteen met haar geboorte. Schreeuwend kwam mijn kind ter wereld. Met boos dichtgeknepen oogjes, gebalde vuistjes en een verkrampt lichaam. Waar haar grote broer stilletjes verwonderd de wereld in keek na zijn geboorte, hield zij haar oogjes stijf dicht en krijste. Krijste die net pas rijpe longetjes in vol ornaat uit haar kleine lijfje. En dat bleef zo. Na het eerste badje, de eerste borstvoeding, de eerste nacht samen slapen. Soms, nu zeven jaar later als ik ‘s nachts in bed lig, hoor ik het gehuil nog in mijn hoofd.
Krijscurve
Een baby wordt officieel geclassificeerd als ‘huilbaby’ als hij meer dan dan drie uur per dag, drie dagen per week, gedurende drie weken huilt. Als het Consultatiebureau naast de groeicurve ook een krijscurve zou hanteren, had mijn dochter minstens de +5 lijn aangetikt. Ze huilde iedere dag, urenlang, wekenlang. Het ging door merg en been. Waarom? Ik had geen idee. De literatuur vertelt ons dat sommige baby’s nou eenmaal meer huilen dan anderen. Dat daar geen reden voor is. Ik geloof daar niet in. Een baby huilt omdat er iets is. Maar wat is lastig te achterhalen, helemaal als je zeker weet dat het kind tot de nok toe vol zit met melk, er geen plakkaten poep aan het kontje kleven en de thermometer geen koorts aangeeft. Is het pijn? Is het reflux? KISS-syndroom? Een bad hair day? De wegen van de huilbaby zijn ondoorgrondelijk.
De wanhoop neemt het over
Je handen zijn gebonden, althans, zo voelt dat dan. Er is geen oplossing. Dus loop je maar rondjes, urenlang met je brullende baby in een draagdoek of buiten in de wagen. Hopsend sta je in de rij bij de kassa van de supermarkt, omdat bij stilstaan de decibellen onmiddellijk nog meer in de plus gaan en niemand de omgeroepen kiloknallers meer kan horen. Slaapdronken schommel je heen en weer in de schommelstoel op de babykamer, in de hoop die boze oogjes eindelijk te zien dichtzakken. Meehuilen doe je ook, op een gegeven moment voel je je eigen tranen in dat nekje druppelen, want de wanhoop neemt het over. Als je man dan eindelijk thuiskomt van z’n werk, druk je dat krijsende hoopje ellende in zijn armen en gaat zelf in je afgeragde trainingsboek, met oren die nog suizen van het gegil ,buiten op straat staan. Alleen maar om naar de stilte te luisteren. De oorverdovende stilte. Maar niet voor lang. Want je moederhart doet pijn. Je schuldgevoel knaagt gaatjes in je hart. Binnen huilt je kind. En dus moet je er naartoe.
Na een tijdje gaat het over. Meestal na een maand of drie, vier. Of na een jaar, zoals bij mijn dochter. In haar geval omdat we eindelijk ontdekten dat ze ziek was en dus inderdaad niet zomaar huilde. Maar zelfs drie maanden van gehuil, zijn drie maanden die eigenlijk wel drie jaar duren. En dan wordt het huilen steeds een beetje minder, dat mondje gaat steeds vaker lachen. Jij kunt wer ontspannen. Langzaam, een klein beetje. Maar dat geluid maakt littekens op je ziel.
De Amerikaanse kinderarts Harvey Karp zegt dat mensenbaby’s eigenlijk drie maanden te vroeg geboren worden. Omdat de anatomie van de vrouw een langere dracht niet aan kan. Maar dat dat dus betekent dat onze baby’s eigenlijk nog niet af zijn, op het moment dat ze ter wereld komen. En dat ze daarom soms veel huilen. Ze zijn er nog niet klaar voor, voor die grote buitenwereld. Lichamelijk niet en geestelijk niet. Bedenk maar eens, als jij in het diepe gegooid wordt als je je zwemdiploma nog niet gehaald heb, dan ben je ook niet blij. Daarvan zou ik ook gaan janken. Nou is zwangeren niet per se mijn favoriete bezigheid en eigenlijk vond ik negen maanden wel genoeg. Maar als mijn kinderen nog drie maanden langer onder mijn huid houden had voorkomen dat ik jaren dato nog steeds een aanval van PTSS krijg als ik een trillend lipje in een MaxiCosi zie, dan denk ik dat ik met liefde nog drie extra maanden was opgezwollen, had gekotst en in mijn broek had gepiest. Want, om maar even met Hannibal Lecter te spreken: the lambs never stop screaming.
LEES OOK: Renée vindt er niks aan met een baby.
Niets meer missen?
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.