Hoe meer kinderen, hoe beter! – Het wordt alleen maar makkelijker
Je zou denken dat het ouderschap zwaarder wordt naarmate je meer kinderen hebt. Het tegendeel is waar, zegt Vala. Zij zou iedereen aanraden vooral veel kinderen te krijgen.
Wat krijgen we nou: pleit Vala de Grote Kinderhater echt voor het grote gezin? Inderdaad, je leest het goed. Mensen, gaat heen en vermenigvuldigt u! Zelf had ik ook nooit gedacht dat ik er nog eens zo over zou denken. Niet zo lang geleden was ik in staat om iedereen met klem te verzoeken het vooral bij één kind te houden, voor het bewaren van z’n eigen geestelijke en lichamelijke gesteldheid (en iets met overbevolking en arme kindertjes die geen eten en geen ouders hebben en je ecologische voetafdruk enzo). Maar sinds ik in het bezit ben van maar liefst drie kinderen weet ik dat het tegenovergestelde waar is. Hoe meer kinderen, hoe beter. Het wordt namelijk met ieder kind makkelijker. Leuker trouwens ook. Als ik dat eerder had geweten, had ik een beetje sneller doorgefokt. Dan had ik er nu misschien wel vijf gehad! En dan moet het ouderschap wel helemaal appeltje-eitje zijn.
LEES OOK: Deze vaderkwaliteit zouden alle moeders moeten hebben.
Met ieder kind onverschilliger
Het geval wil namelijk dat je met ieder kind zelfverzekerder wordt. De eerste keer maak je je nog enorm druk over alles, maar met ieder kind dat erbij komt word je onverschilliger. Zolang zo’n kind groeit, eet, poept en (een beetje) slaapt zal het wel goed zijn. Dat scheelt een hoop tijd die je eerst aan stress, het doorbladeren van opvoedboekjes en dingen Googlen kwijt was. Die tijd kun je weer gebruiken om te knuffelen en te spelen met je kinderen, wat heel gezellig blijkt te zijn. Of je leest boekjes waar geen opvoedtips in staan, maar gewoon een roman en dat is ook heel leuk. Soms zie je dan vanuit je ooghoek een kind van de bank af vallen, of dwars door een glazen tuindeur rennen. Maar als het kind vervolgens niet een half uur buiten westen is, of exorbitant veel bloed verliest, is het niks dat je niet eenvoudig kunt oplossen met een kusje en een Sponge Bob pleister. Die wetenschap geeft heel veel rust.
Je hebt geen kind meer aan je kinderen
Daarnaast is het zo dat kinderen over de geweldige capaciteit beschikken elkaar te vermaken. Wat betekent dat jij dat dus niet meer hoeft te doen. Het is daarom zaak om zoveel mogelijk kinderen, zo snel mogelijk achter elkaar te krijgen. Toegegeven, de eerste jaren is het even aanpoten en wil je waarschijnlijk heel vaak dood, maar je moet je focussen op de lange termijn. Er komt een dag dat de eerste lading kinderen die je kreeg elkaar niet meer de hele tijd de hersens inslaat met hun Nijntje knuffels, maar tot de ontdekking komt dat er altijd een speelkameraadje bij de hand is. Een vriend of vriendin van nagenoeg dezelfde leeftijd, met dezelfde soort interesses en dezelfde nimmer aflatende portie energie. Veel leuker dan zo’n oud lijk van een ouder, die na drie keer op het klimrek afgevoerd moet worden met spit, of steeds maar de officiële spelregels wil volgen met Monopoly Junior, terwijl het juist zoveel leuker is als je er je eigen draai aan geeft. Alle kinderen die na die eerste lichting volgen, liften mee op dat principe. Geloof me, na het tweede kind heb je geen kind meer aan je kinderen. En dat is dan weer heel praktisch met het oog op dat leuke boek dat je aan het lezen was.
Hulpjes in de huishouding
Ook leuk: zodra ze uit de luiers zijn kunnen kinderen uitstekend ingezet worden in het huishouden. Wie het slim aanpakt weet het wekelijks huishoudelijk takenpakket voor zichzelf zeker met de helft terug te brengen door te delegeren aan de kinderen. Die kunnen heel goed vaatwassers en wasmachines volstoppen, kleinere broers en/of zussen voeren, schone was opruimen of naar het winkelcentrum voor een boodschapje. Op dit moment ben ik mijn peuter aan het leren om te stofzuigen en mijn hal is nog nooit zo stofvrij geweest. Dat is helemaal niet zielig. Kinderen houden namelijk van helpen. En laten we wel wezen, je hebt ze het leven gegeven, dus daar mag je best wel iets voor terug verwachten. John F. Kennedy zei het ook al: think not what you can do for them, but what they can do for you. Oke, hij zei het andersom, maar laten we niet op alle slakken zout leggen.
Het komt allemaal wel goed
Alle gekheid op een stokje: ik wilde dat ik bij mijn eerste al de moeder was die ik nu met drie kinderen ben. Relaxed, zelfverzekerd en vooral: genietend. De moeder die het ouderschap vooral leuk vindt, ipv zwaar. Omdat ze weet dat het allemaal zo’n vaart niet loopt, wat voor hysterische en enge verhalen je ook hoort. Dat het wel goed komt. Dat ik het goed doe. Misschien zou iedereen gelijk een drieling moeten krijgen. Dan ben je weliswaar bekaf na een week, maar je hebt in ieder geval geen tijd om je druk te maken. Want wat is het zonde dat we daar zoveel van onze kostbare tijd aan verspillen; aan stressen, piekeren en aan onszelf twijfelen. Tijd die we ook hadden kunnen doorbrengen met onze kinderen. Of aan dat boek dus. Ik ga gauw weer verder lezen. Oh wacht, valt daar een kind uit het raam? Nou ja, hij huilt nog, dus dan zal het vast wel meevallen.
LEES OOK: Aan alle ouders met ruziënde kinderen: het wordt beter!
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.