Hoe Marcel zijn ouders en bejaarden opnieuw ging waarderen
Marcel is journalist, getrouwd met Carlijn en heeft een baard, alsmede een dochter die Sammie heet. Op Me-to-We.nl vertelt hij hoe het zover heeft kunnen komen. En over hoe het nu verder moet.
Ik woon redelijk dicht in de buurt van een tehuis voor ouden van dagen. Ook wel bekend als: bejaarden. Als ik daar met gevulde kinderwagen langs loop, zwaai ik naar ze. En dan zwaaien ze hartelijk terug. Daar word ik elke keer weer vrolijk van en dat is vreemd, want ik had er de laatste jaren niet zoveel mee, met de geriatrisch uitgedaagde medemens. Mijn uiteraard zeer geliefde opa’s en oma’s daargelaten, maar die waren al een poosje dood en ik was verder heel druk met het hebben van een leven. Werk, vrienden, spullen kopen en op het terras zitten, dat soort dingen.
Lees ook: Man met griep? Marcel zegt: doe voor de grap eens lief tegen hem.
Sinds Sammie is dat veranderd. Het zitten op terrassen, het dingen doen met vrienden, het kopen van spullen, werk, jazeker, ik doe het nog wel, maar minder frequent en minder intensief. Want zo’n baby vraagt tijd en je bent als ouders in principe een lul als je die tijd niet grotendeels aan de baby geeft. Je wilde het zelf, namelijk, een kind, beter spendeer je dan ook een beetje tijd aan zo’n koter.
Enfin. Bejaarden dus, en hoe ze weer terug in mijn leven zijn gekomen. Ten eerste noem ik mijn ouders ineens opa en oma. Niet dat dat ze direct bejaard maakt, maar het maakt ze in ieder geval ook niet jonger. Daarnaast hebben baby’s een enorme aantrekkingskracht op oudere mensen. Ik kan geen winkel in met Sammie of ik word aangehouden door een oude mevrouw of meneer, al dan niet met looprek of wandelstok. Ze lachen naar Sammie, ze willen een praatje en laatst liet er eentje zijn eigen kleinkinderen zien op z’n verdacht hippe Samsung-mobieltje.
En het gekke is: ik vind dat leuk. Ze stralen namelijk liefde uit en gezelligheid en nostalgie. Ze doen vriendelijk, aaien Sammie over haar bol en zeggen hoe vreselijk knap ze is – ‘maar wat wil je, hè, met zulke ouders’ – en dat we maar heel blij moeten zijn en dat ze hopen dat we een lang en gelukkig leven mogen hebben. Onder de juiste omstandigheden kan ik daar bijna van huilen, van zoveel liefde – ja mevrouw, ik ben een gevoelsmens.
Ik weet niet precies wat ik hier allemaal mee wil zeggen, behalve dan dat bejaarden toffe mensen zijn. En dat we liever voor ze moeten zijn, dat we ze moeten opmerken en naar ze moeten luisteren. Want als we niet heel rap doodgaan, worden we op een dag in de niet eens zo heel verre toekomst ook bejaard.
Dus zwaai ik naar ze. Zouden jullie ook eens moeten doen.
Lees ook: Toen Marcels baby ging staan en hij ontroerd raakte (ook al doet hij nog steeds stoer!).